De IJslanders en het Færøervolk zijn zeer begaan met hun taal. In plaats van het invoeren en overnemen van woorden uit andere talen laten zij hun vindingrijkheid en verbeelding de vrije loop en bedenken zij hun eigen woorden. Hiervoor hebben zij verschillende mogelijkheden: ze veranderen of verruimen de betekenis van oude, in onbruik geraakte woorden, zij smeden nieuwe woorden door afleiding, en zij smeden nieuwe woorden door samenstelling. Hieronder volgen enkele voorbeelden van dergelijke vondsten, uit het boek Taaltrots: purisme in een veertigtal talen (onder redactie van Nicoline van der Sijs).
IJslands
Betekenisverandering of -verruiming van oude, in onbruik geraakte woorden:
- sími ‘telefoon’, oorspronkelijk ‘draad’
- vél ‘machine’, oorspronkelijk ‘list’
- list ‘kunst’, oorspronkelijk ‘(hand)vaardigheid’
- skrá ‘lijst’, oorspronkelijk ‘stuk perkament’
- þulur ‘nieuwslezer’, oorspronkelijk ‘iemand die oude kennis reciteert’
Nieuwvorming door afleiding:
- hreyfill ‘motor’, van hreyfa ‘bewegen’
- þota ‘straaljager’, van þjóta ‘vooruitstormen’
- tölva ‘computer’, van tala ‘getal’
- togari ‘trawler’, van toga ‘trekken’
Nieuwvorming door samenstelling:
- smjörlíki ‘margarine’, uit smjör ‘boter’ en líki ‘vorm, uiterlijk’
- símaskrá ‘telefoonboek’, uit sími ‘telefoon’ en skrá ‘boek’
- flugvél ‘vliegtuig’, uit flug ‘het vliegen’ en vél ‘machine’
- geisladiskur ‘cd’, uit geisli ‘straal’ en diskur ‘bord, schijf’
- steinsteypa ‘beton’, uit steinn ‘steen’ en steypa ‘omgooien, uitgieten’
- skurðlæknir ‘chirurg’, uit skuður ‘snede’ en læknir ‘arts’
- listamaður ‘kunstenaar’, uit list ‘kunst’ en maður ‘man’
Færøers
Betekenisverandering of -verruiming van oude, in onbruik geraakte woorden:
- gódska ‘kwaliteit’, oorspronkelijk ‘goedheid’
- kjak ‘debat, discussie’, oorspronkelijk ‘woordentwist’
- klivi ‘cel’, oorspronkelijk ‘kleine kamer’
- mýl ‘molecuul’, oorspronkelijk ‘kleine, ronde steen’
- oddafiskur ‘leidende persoon’, eigenlijk ‘de voorste vis van een school’
Nieuwvorming door afleiding:
- hentleiki ‘gemak’, van hentur ‘gemakkelijk’
- (hjarta)kvikil ‘pacemaker’, van kvikur ‘snel’
- kveiki ‘enzym’, van kveika ‘ontwikkelen, opwekken’
- snyril ‘spiraal’, van snurre ‘draaien, tollen’
Nieuwvorming door samenstelling:
- andstøða ‘oppositie’, uit and ‘tegen’ en støða ‘stand’
- berghol ‘tunnel’, uit berg ‘berg’ en hol ‘gat’
- flúgvablað ‘folder’, uit flúgva ‘vlieg-’ en blað ‘blad’
- teldasníkur ‘hacker’, uit telda ‘computer’ en sníkur ‘parasiet’