Wichtnamen

Namen van wezens en zaken uit de Germaanse oudheid

GESLACHTEN
anzen
(andere benaming voor de goden)
belewitten (waarschijnlijk andere benaming voor de elven)
deurzen
(andere benaming voor de reuzen)
dwergen 
wezens vermaard om hun kunst en nijverheid
elven wezens vermaard om hun wijsheid, schoonheid, rijzigheid, kracht en kunst
ettens (andere benaming voor de reuzen)
goden vereerde, machtige oergeesten
gomen (‘aardlingen’, andere benaming voor de mensen)
huinen (waarschijnlijk andere benaming voor de reuzen)
kovouden huisgeesten, erfgebonden wezens
linden draken en aanverwanten
mannen (andere benaming voor de mensen)
maren gevaarlijke vrouwelijke nachtgeesten
mensen sterfelijke erfgenamen van Middenaarde
nikkers
gevaarlijke zwarte en/of groene watergeesten
reinen (andere benaming voor de goden)
reuzen onvereerde, machtige oergeesten, de goden veelal vijandig
tuwen (andere benaming voor de goden)
walkeuren vrouwelijke slagveldgeesten, kiesters van de gesneuvelden

AFZONDERLIJKE GODEN EN REUZEN
Dijs (nevenvorm van Dings)
Dings
(toenaam van Tuw)
Donder god van donder, bliksem, kracht, bescherming en vernietiging
Ermengand de slang die Middenaarde omringt
Houde (‘Genegene, Vriendin’, wel toenaam van Vrije)
Ing god van welvaart en vruchtbaarheid
Man
stamvader der Germanen
Met (‘de goddelijke schikkende macht’, wel toenaam van Tuw)
Oostere godin van vruchtbaarheid en licht
Orendel mythische held die als morgenster schittert
Tuw God, de oude oppergod, hemelvader, god van recht en krijg
Voorniet zekere godheid of reus
Vrije godin van liefde, schoonheid en vruchtbaarheid
Vrooi (‘Heer’, toenaam van Ing)
Vrouwe (‘Vrouwe’, mogelijk toenaam van Vrije)
Wieland de goddelijke smid
Woen god van onder andere de vervoering en de dichtkunst
Zasnoot (mogelijk toenaam van Tuw)

VOLKEREN EN STAMMEN
Ermenen
een der Germaanse hoofdvolkeren
Ingen
een der Germaanse hoofdvolkeren
Isteren een der Germaanse hoofdvolkeren
Walen
niet-Germanen, Kelten, Romeinen

GEBIEDEN EN PLAATSEN
Aarde
het geschapen koninkrijk, de wereld
Ermengrond (‘Weidse Grond’, andere benaming voor de Aarde)
Geerzeg (andere benaming voor de Wendelzee)
Hel de onderwereld, het dodenrijk
Merkwede het oeroude, onmetelijke woud dat de Germanen van andere mensen scheidt
Middengaard
de bewoonde wereld, de wereld van mensen
Middenaarde (nevenvorm van Middengaard)
Naarsenwang (andere benaming voor Wang)
Walhalle de hal waar de uitverkoren krijgers tot de eindstrijd verblijven
Wang het paradijs
Wendelzee de zee die Middenaarde omringt, de Oceaan

BIJZONDERE ZAKEN
Ermenzuil de Grootse Zuil, het belangrijkste heiligdom voor de Zassen/Saksen
Maan de lamp des nachts
Wereld het tijdperk van de mens
Weurd
het noodlot
Zoele
(nevenvorm van Zonne)
Zonne de lamp des dags

OVERIGE ZAKEN
aal
(m. alen) tempel, heiligdom
adel (o.) afstamming, aard, karakter
degen (m. degens) jonge man, krijger, gevolgsman
ding
(o.) volksvergadering, rechtszitting, gerechtsplaats
drucht
(v. druchten) leger, krijgsdienstig volk; schare van krijgers rond een machtig man
druchten (m. druchtens) legerleider; machtig man met een schare krijgers; heer, heerser
ee (v.) gewoonte, zede; godsdienstig gebruik; godsdienst; wet; huwelijk
geest (m.) onstoffelijk wezen; schrikbarend wezen
gouwer, gouder
(o. gouwers, gouders) toverzang, toverwoord, bezwering
hagetisse (v. hagetissen, hagetisses) heks
harg (m. hargen) altaar; heiligdom
heil (o.) voorspoed, gunst van de goden, charisma; gunstig voorteken
helleruin (v.) hekserij, tovenarij, magie, dodenbezwering
helleruine (v. helleruinen, helleruines) heks, tovenares, dodenbezweerder
houde, hou (m./v. houden) vriend, goede geest
jiel (o.) (viering rond de) winterzonnewende, midwinterfeest
juil (m.) de maand vóór en de maand ná de winterzonnewende, tezamen
lee, leeuw (m. leeënleeuwen) heuvel, grafheuvel; tombe
oel, oedel (o.) erfgoed, voorouderlijk eigendom
onhoude, onhou (m./v. onhouden) kwade geest, demon, duivel
ood (m.) lot, voorspoed, weelde
oorlog (m.) (iemands) noodlot; krijg, strijd
ruin, ruine (v. ruinen) geheim (overleg), mysterie; rune, Germaans schriftteken
spook (o. spoken) onstoffelijke verschijning
veer (o.) leven, levenskracht
vro, vrooi (m. vrooien) heer; god, godheid
wal (m./o.) de gedoden op het slagveld (tezamen); slachting
warg, werg (m. wargen, wergen) misdadiger; vogelvrije
wicht (o. wichten) wezen/ding in het algemeen
wij
(o. wijen) tempel, heiligdom
worm (m. wormen) kruipend dier in het algemeen, dus ook: slang, serpent, draak

Verwijzingen

Berkel, G. van & K. Samplonius, Nederlandse plaatsnamen, 3e herziene druk (Utrecht, 2006)

Bierbaumer, P., ‘Old English Fornetes folm – An Orchid’, in Old Names – New Growth (Frankfurt am Main, 2009)

Bjorvand, H. & F.O. Lindeman, Våre Arveord, revidert og utvidet utgave (Oslo, 2007)

Bosworth, J. & T.N. Toller, An Anglo-Saxon Dictionary (Oxford, 1989)

Green, D.H., Language and History in the Early Germanic World (Cambridge, 2002)

Harper, D., Online Etymological Dictionary, webuitgave

INL, Middelnederlandsch Woordenboek, webuitgave

INL, Oudnederlands Woordenboek, webuitgave

INL, Woordenboek der Nederlandsche Taal, webuitgave

Köbler, G., Altenglisches Wörterbuch, 2. Auflage (2003)

Köbler, G., Altfriesisches Wörterbuch, 2. Auflage (2003)

Köbler, G., Althochdeutsches Wörterbuch, 4. Auflage (1993)

Köbler, G., Altniederfränkisches Wörterbuch, 3. Auflage (2003)

Köbler, G., Altnordisches Wörterbuch, 2. Auflage (2003)

Köbler, G., Altsächsisches Wörterbuch, 3. Auflage (2000ff.)

Köbler, G., Germanisches Wörterbuch, 3. Auflage (2007)

Köbler, G., Gotisches Wörterbuch, 2. Auflage (1989)

Lehmann, W.P., A Gothic Etymological Dictionary (Leiden, 1986)

Liberman, A., An Analytical Dictionary of English Etymology (Minneapolis, 2008)

Orel, V., A Handbook of Germanic Etymology (Leiden, 2003)

Philippa, M., e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, webuitgave

Prokosch, E., A Comparative Germanic Grammar (Richmond, 2009)

Quak, A. & J.M. van der Horst, Inleiding Oudnederlands (Leuven, 2002)

Ringe, D., From Proto-Indo-European to Proto-Germanic (Oxford, 2006)

Robinson, O. W., Old English and its Closest Relatives (Stanford, 1992)

Schönfeld, M., Historische Grammatica van het Nederlands, 8e druk (Zutphen, 1970)

Vermeyden, P. & A. Quak, Van Ægir tot Ymir (Nijmegen, 2000)

Weijnen, A.A., Etymologisch dialectwoordenboek, 2e druk (’s Gravenhage, 2003)

9 gedachtes over “Wichtnamen

  1. Wat een prachtige illustratie weer, zoals bij veel van uw artikelen.
    Mag ik vragen waar ik die zou kunnen vinden?
    Ik ervaar taaldacht als een oase van rust en bezinning in een woestijn van dolgedraaide meningen en ontwikkelingen. Hartelijk dank daarvoor!

    1. Dat doet me deugd!

      Bovenstaande is (uit) een van de verluchtingen die John Howe ooit voor een hervertelling van Beowulf gemaakt heeft. Howe is voornamelijk bekend van zijn verluchtingen voor Tolkiens boeken.

  2. ᚺᛖᚱ ᚩᚾᛏᛒᚱᛇᚲᚳᚾ ᚾᚩᚷ ᚺᛇᛞᚳᚾᛞᚪᚷᛋᚳ ᚠᚩᚱᛗᚳᚾ ᚠᚨᚾ ᚩᚾᛞᚳᚱᛗᛇᚱ Nerthus ᛉᚾ ᛞᚳ Alcis, ᛗᚳ ᛞᚳᚾᛏ 😉

    1. ᛞᛖ ᛏᚹᛇᛞᚳ ᛚᚪᛏ ᛁᚲ ᛉᚱ ᚠᛠᚱᛚᛠᛈᛁᚷ ᛒᚥᛏᚳᚾ ᚹᚨᚾᛏ ᚠᛉᚱᚹᛡᛋᛏ ᚾᚪᚱ ᛞᚳ ᚷᛉᛞᚳᚾ ᚠᚨᚾ ᚳᚾ ᛉᛝᚲᚳᛚᚳ ᛋᛏᚨᛗ

      ᛞᛖ ᛇᚱᛋᛏᚳ ᛋᚨᛚ ᛁᚲ ᛏᛟᚠᛟᚷᚳᚾ

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.