
Dit daverende dier
Aan paarden hebben wij onze taal te danken. Niet dat er ooit ergens in een weide een wijze hengst of merrie het woord schonk aan stomme tweevoeters. Wel dat het Indo-Europees –de voorloper van het Nederlands en de meeste andere Europese talen– zich zo wijd kon verbreiden omdat diens oorspronkelijke sprekers waarschijnlijk krijgshaftige, bekwame ruiters waren. Deze woonden aanvankelijk als veehoeders op het westereinde van de Steppe, waar zij wel als eerste mensen ooit op de ruggen van rossen waren geklommen, zo’n zesduizend jaar geleden.