druchten

druchten (m.; druchtens) ‘legerleider; machtig man met een schare krijgers; heer, heerser’

Overgeleverde vormen
Oudnederlands druhtīn (Middelnederlands drochtijn),Oudsaksisch drohtin, druhtin, Oudhoogduits truhtīn (Middelhoogduits truhtīn), Oudengels dryhten, Oudfries drohten, Oudnoords dróttinn

Oudgermaanse vorm
*druhtīnaz

Duiding/etymologie
Een afleiding van drucht. Met de kerstening werd druchten in de Germaanse talen een toenaam van Christus en God, de heer der heerscharen.

Terug naar het overzicht van wichtnamen.

Plaats een reactie