wij

wij (o.; wijen) ‘tempel, heiligdom’

Overgeleverde vormen
Oudnederlands  ‘tempel’, Oudsaksisch wīh ‘tempel, altaar’, Oudhoogduits id., Oudengels wíh ‘afgodsbeeld’, Oudnoords  ‘tempel’

Oudgermaanse vorm
*wīhą

Duiding/etymologie
Betekende oorspronkelijk wellicht ‘afgescheiden ruimte’ en hoort dan bij de Proto-Indo-Europese wortel *weik- ‘afscheiden’ of *wei- ‘vlechten, verbinden’. Verwant aan wij zijn wierook en wijden.

Terug naar het overzicht van wichtnamen.

Plaats een reactie