Een taalgeleerde kan zijn eigen spraak als het ware van buiten benaderen, haar aard bezien als een ding dat geen aanspraak op hem kan maken, en brede veranderingen van haar woordenschat en spelling voorstaan in het belang van handelsgemak of wetenschappelijke scherpte. Dat is één ding. Een grote dichter, die ‘zijn moedertaal liefheeft en erin gekoesterd is,’ kan er ook grote wijzigingen in aanbrengen, maar zijn veranderingen van de taal zijn gemaakt in de geest van de taal zelf: hij werkt van binnenuit. De taal die doorstaat heeft de veranderingen ook bezield.
C.S. Lewis
Enkele woorden die ik niet op de webstek van de BTL kon vinden en die wel een Nederlandser / Germaanser ‘alternatief’ verdienen volgens mij, hier en daar heb ik zelf een poginkje gewaagd…
-dilemma (wisselkeus, staat in het WNT)
-cultuur ( misschien iets met ‘wer-‘ zoals in ‘wereld’?)
-natuur (groede / groeze ?? beide in het WNT)
-combineren (tweernen, twijnen ?? zoals het Engelse ‘to twine’)
-tekst (in het Hongaars ‘szöveg’, afgeleid van het werkwoord voor ‘weven’)
-uniform
-kust (hebben we in het Nederlands iets dat verwant is aan ‘shore’? (schorre misschien))
-toren
-concentreren (vermiddelen ?) en andere ‘-eren’: reanimeren, reïncarneren, repatriëren, memoriseren, improviseren, adopteren (iets met ‘sibbe’-versibben/besibben??), insemineren…
-trein (tieg ? van tiegen (tåg / Zug))
-monument
-visioen (ziening?)
-ruïne (puinbouw?..)
-soldaat (heirling?)
-oceaan (almeer, in WNT)
-succes (welgang? zoals in welvaart, welstand)
-motor (draam?? van draaien zoals helm van helen?)
-reputatie
-allergisch (andersduldig??)
-generatie
-pincet (trektangetje is te lang, nijpel/nepel? van nijpen zoals sleutel van sluiten)
-….
Misschien hebt u al alternatieven uitgewerkt voor enkele van deze woorden en kunt u ze met ons delen, ik kijk met veel belangstelling en benieuwdheid uit naar uw woordenboek. 🙂
Bedankt voor de woorden, Lander. Het zijn mooie uitdagingen!
En zeg gerust je.
Op de achtergrond wordt de woordenlijst van de Bond tegen Leenwoorden uitgebreid. Enkele voorbeelden die zijn toegevoegd of worden overwogen:
natuur – aardschap (verzamelwoord van aard/aarde)
cultuur – geestesbouw (van Latijn colere = bouwen)
toren – hooghuis? Enkele Oudnederlandse evenwoorden, maar voornamelijk in de krijgsbetekenis, waren wijghuis (van wijg = strijd; in de Oudnederlandse vertaling van het Hooglied wordt een ivoren toren een ‘elpen wijghuis’ genoemd), bergvrede (bewaak-vrede; hiervan komt het Franse beffroi of belfort), schaarwacht (wachttoren, van (leger)schaar; hiervan komt het Franse échauguette) en nog wat van die afleidingen.
tekst – gewoord? Verzamelwoord met voorvoegsel ge- van woord?
trein – getog. Middelnederlands voor ‘dat wat voortgetrokken wordt’. Een machinist is dan een getogvoerder.
ruïne – is bouwval geschikt?
soldaat – heerman? De Germaanse naam herman komt hiervandaan. Ik ben trouwens geen voorstander van spellingen als heir en oir.
oceaan – haf?
motor – drijftuig/krachttuig zijn niet geschikt?
reputatie – luimond. Oudnederlands, verwant met Duits Leumund.
allergie – overweer (overmatige afweer). Allergisch – overwerig.
generatie – averschap? Van aver = nakomeling (‘van aver tot aver’; verbasterd tot ‘van haver tot gort’).
pincet – tengel? (verkleinwoord van tang)
Je hebt inderdaad niet stil gezeten; er zitten fraaie tussen. Je was me met luimond ook te snel af!
Wilt u alstublieft niet fragmenten van de Egmondse Williram een Oudnederlandse vertaling van het Hooglied toezeggen. Een Egmondse monnik die een theologisch homiliestuk afschrijft van een Oudhoogduitse legger, dat(vermoedelijk) weer een vertaling was van de oorspronkelijk Latijnse tekst, en daarbij dialectkenmerken van zijn eigen Oudnederduitse dialect verwerkt, kan moeilijk Oudnederlands genoemd worden. De basis van de taalfase van de Egmondse Williram kan men dan nog met veel academisch gedraai Oudnederlands noemen, de teksten die deze tekst bevat herbergen geenszins Oudnederlandse vertalingen van het Hooglied . Hoogstens Oudnederlandse reflexen van een Oudhoogduitse vertaling van het Hooglied. Misschien muggenzifterij, maar een misverstand is snel ontstaan.
Heer Kerkhof: duidelijk. Mijn omschrijving was inderdaad ietwat overtrokken.
Kunt u dan wel meegaan in de veronderstelling dat die Hoogduitse woorden die in de Williram zijn blijven staan blijkbaar voldoende overeenstemden met de Hollandse volkstaal van die eeuw om voor de bevolking begrijpelijk te zijn? Het feit dat er ook Hoogduitse woorden door heel andere zijn vervangen lijkt daar toch een aanwijzing voor te zijn.
Hoe dan ook is er in dit geval sprake van 1) een woord dat ook in een later taaltijdperk is blijven bestaan (elpen(been)) en 2) een doorzichtige samenstelling van reeds bestaande woorddelen (wijg en huis). Voor mij voldoende reden om het woord te kunnen aanhalen als Nederlands.
Voor soldaat zouden we trouwens ook het woord wijgand kunnen gebruiken. Een tegenwoordig deelwoord (zoals vijand, heiland, vriend) van het werkwoord wijgen = strijden. Zwaar verouderd, maar een prachtig woord.
wijwijgand = jihadist, een ‘heilige soldaat’.
Het zou zonde zijn om wijgand niet te gebruiken, al heb ik toch een lichte voorkeur voor heerling. (Ik vermijd ook liever spelling met -ei-.) Maar ik heb dan ook een zwak voor -ling-woorden.
Het woord ‘heerling’ is zeker geen gekke keus.
Bij het lezen van een boek over de Longobarden (Lombarden) kwam ik hun woord voor soldaat tegen; ‘ariman’. Naast het woord ‘adeling’ (edele).
Ik kan mij vergissen, maar ariman lijkt mij de Longobardische schrijfwijze van ‘heirman’ (heerman).
In gebruik tussen de 5e en 7e eeuw.
We kunnen ook de écht Nederlandse versie daarvan nemen: herman. 😉
Overigens, naast heerling zijn mogelijk hereling en herling (denk aan hertog). Al denk ik dat heerling het meeste ‘gewicht’ heeft en dus te verkiezen is.
Nog twee uitdagingen:
frustratie
Eng. quaint
Waar is de schakel naar dit onderdeel van de webstede overigens naartoe?