gouwer, gouder (o.; gouwers, gouders) ‘toverzang, toverwoord, bezwering’
Overgeleverde vormen
Oudhoogduits galtar ‘bezwering, toverwoord’, Oudengels gealdor ‘id.’, Oudnoords galdr ‘zang; hekserij, tovenarij’
Oudgermaanse vorm
*galdrą ‘toverzang, toverwoord, bezwering’
Duiding/etymologie
Een afleiding van de wortel van *galaną ‘zingen, bezweren met zang, betoveren’ (Oudnederlands galan ‘zingen’), net als de vogelnaam *nahtigalōn ‘nacht-zangeres’ (Nederlands nachtegaal). Ook verwant aan galm en gillen.
Terug naar het overzicht van wichtnamen.