Hel (v.) de onderwereld, het dodenrijk
Overgeleverde vormen
Oudnederlands hella (Middelnederlands helle), Oudsaksisch hellia (Middelnederduits helle), Oudhoogduits hella (Duits Hölle), Oudfries helle (Fries hel), Oudengels helle (Engels hell), Oudnoords hel (Zweeds helvete), Gotisch halja
Oudgermaanse vorm
*haljō
Duiding/etymologie
Mogelijk van een wortel die ‘verbergen’ betekent, vanwaar ook hal, hol, holster, hullen, huls, helm, verholen en helen (eigenlijk ‘verbergen’). Een andere mogelijkheid is dat het woord verwant is aan een oud woord voor ‘steen’.
Terug naar het overzicht van wichtnamen.