Alfer (Ælfhere) Zweeds, maag van Wiglef, van het geslacht der Waagmondingen
Andele (Onela) koning der Zweden, vorst der Schilvingen, zoon van Angende, broeder van Ochter, schoonzoon van Rutger
Angende (Ongenþéow, Ongenþío) koning der Zweden, vorst der Schilvingen, vader van Ochter en Andele, vijand van Heugelek, doder van Hadekun en Harderaad, gedood door Angende
Anslef (Ósláf) Deens, degen van Naf
Arne Nes (Earna Næs)
Asser (Æsċhere) Deens, degen van Rutger, broeder van Ermenlef, gedood door Grendel
Bijwolf (Béowulf, Bíowulf) koning der Goten, zoon van Egde, neef/oomzegger van Heugelek, van het geslacht der Waagmondingen, drager van Nageling, doder van Grendel en diens moeder en later de naamloze draak
Bijwolfs Berg (Bíowulfes Biorh) grafheuvel van Bijwolf, verricht te Raans Nes
Bonsten (Béanstán) vader van Breker
Bouw (*Béow) koning der Denen, zoon van Schild, vader van Halfdeen, mogelijk ooit een en dezelfde als Schild en Ing
Brandingen (Brondingas) geslacht van Breker
Breker (Breca) vorst der Brandingen, zoon van Bonsten
Broezingenmeen (Brósinga mene) halstooi die Heme van Ermenrik stal
Dagraven (Dæġhrefn) krijger der Huigen, mogelijk drager van Nageling
Denen (Dene) volk tussen Goten, Juten en Hade-Baarden
Eer-Schildingen (Ár-Sċyldingas) zie Schildingen
Egde (Ecgþéow, Ecgþéo) Goots, vader van Bijwolf, vorst der Waagmondingen, doder van Hadelef
Eglef (Ecgláf) Deens, vader van Onferd
Egwele (Ecgwela) koning der Denen, (voor)vader van Hermoed
Ermenlef (Yrmenláf) Deens, broeder van Asser
Ermenrik (Eormenríċ) koning der Ooster-Goten, niet te verwarren met de Goten van Bijwolf
Ever (Eofor, Eafor, Iofor) krijger der Goten, doder van Angende
Fetele (Fitela) neef/oomzegger (en mogelijk ook zoon) van Zegemond
Fin (Fin) koning der Friezen, zoon van Folkoud, man van Hildeburg, zwager van Naf
Finnen (Finnas) volk in Noord-Noorwegen
Folkoud (Folcwalda) koning der Friezen, vader van Fin
Franken (Francan, Froncan) volk onder de Merwingen bezuiden de Friezen
Freme (Fremu) vrouw van Offe, tegenbeeld van Hugd
Friezen (Frésan, Frýsan) volk onder Fin tussen Franken, Engelen en Denen
Friesland (Fréslond, Frýslond) land der Friezen
Froede (Fróda) koning der Hade-Baarden, vader van Ingeld, vijand der Denen
Froware (Fréawaru) Deens, dochter van Rutger, verloofde van Ingeld
Geer-Denen (Gár-Dene) zie Denen
Germond (Gármund) koning der Engelen, vader van Offe, grootvader van Iemar
Gifden (Ġifðas) volk in het noorden
Goten (Ġéatas) volk tussen Denen en Zweden
Gondlef (Gúðláf) Deens, degen van Naf
Gond-Schilvingen (Gúð-Sċilfingas) zie Schilvingen
Grendel (Grendel) vijand der Schildingen/Denen, doder van Handschoen, Asser en menig ander Deen, gedood door Bijwolf
Grendels moeder (Grendles módor) naamloze moeder van Grendel, gedood door Bijwolf
Haard (Hæreð) vader van Hugd
Hade-Baarden (Heaðo-Beardan) volk van Froede, Ingeld en Wedergeld, in vete met de Schildingen
Hadekun (Hæðcyn, Hæðcen) koning der Goten, zoon van Reidel, broeder van Heugelek, bij dwaling doder van zijn broeder Herboud, gedood door Angende
Hadelef (Heaþoláf) Goots, vorst der Wulvingen, vijand van Egde
Hade-Romen (Heaþo-Rǽmas) volk in Zuid-Noorwegen bij wie Breker aanspoelt
Hade-Schilvingen (Heaðo-Sċilfingas) zie Schilvingen
Halfdeen (Healfdene) koning der Denen, zoon van Bouw, vader van Herger, Rutger, Helge en een dochter
Half-Denen (Healf-Dene) zie Denen
Handschoen (Hondsċióh) Goots, degen van Bijwolf
Harderaad (Heardréd) koning der Goten, zoon van Heugelek, neef/oomzegger van Herrik, neef van Bijwolf, gedood door Angende
Heer-Schildingen (Here-Sċyldingas) zie Schildingen
Helge (Hálga) Deens, zoon van Halfdeen, broeder van Rutger, vader van Roelof
Helmingen (Helmingas) geslacht van Waalde, mogelijk bijnaam der Wulvingen
Heme (Háma) dief van het Broezingenmeen
Hemming (Hemming) koning der Engelen, maag van Offe, maag van Iemar
Hengst (Henġest) Deens of Juts, degen van Naf
Herboud (Herebeald) Goots, zoon van Reidel, broeder van Heugelek, bij dwaling gedood door zijn broeder Hadekun
Herger (Heorogár) Deens, zoon van Halfdeen, broeder van Rutger
Hermoed (Heremód) koning der Denen
Herrik (Hereríċ) broeder van Hugd, zwager van Heugelek, oom van Harderaad
Hert (Heorot, Hiorot) hal der Schildingen
Herward (Heoroweard) Deens, zoon van Herger, neef/oomzegger van Rutger
Hetteren (Hetware) volk der Franken tussen Maas en Rijn
Heugelek (Hyġelác, Hiġelác) koning der Goten, zoon van Reidel, oom van Bijwolf
Hildeburg (Hildeburh) (Half-)Deens, koningin der Friezen, dochter van Hoek, zuster van Naf
Hoek (Hóc) vorst der (Half-)Denen, vader van Naf en Hildeburg
Huigen (Húgas) volk of geslacht der Franken
Hugd (Hygd) koningin der Goten, vrouw van Heugelek, moeder van Harderaad, tegenbeeld van Freme
Hunleving (Húnláfing) degen van Hengst
Iemar (Éomér) koning der Engelen, zoon van Offe, neef/oomzegger van Germond
Ing (Ing) goddelijke voorvader van vele noordelijke volken, mogelijk ooit een en dezelfde als Schild en Bouw
Ingeld (Inġeld of Ínġeld) koning der Hade-Baarden, zoon van Froede, verloofde van Froware
Juten (Éote, Eótan) volk ten westen van (en ingelijfd door) de Denen, deels vermengd met de Friezen
Merwing (Merewíoing) (iedere) koning der Franken
Naf (Hnæf) vorst der (Half-)Denen, zoon van Hoek, broeder van Hildeburg, zwager van Fin
Nageling (Næġling) zwaard van Bijwolf, gegeven door Heugelek of geroofd van Dagraven
Noord-Denen (Norð-Dene) zie Denen
Ochter (Óhthere, Óhtere) Zweeds, vorst der Schilvingen, zoon van Angende, broeder van Andele, vader van Otgis
Offe (Offa) vorst der Engelen, man van Freme, vader van Iemar, maag van Hemming
Onferd (Unferþ of Únferþ) Deens, zoon van Eglef, drager van Ronting, doder van zijn eigen broeders volgens Bijwolf
Onmond (Éanmund) Zweeds, zoon van Ochter, broeder van Otgis, neef/oomzegger van Andele
Oost-Denen (Éast-Dene) zie Denen
Otgis (Éadġils) Zweeds, zoon van Ochter, broeder van Onmond, neef/oomzegger en doder van Andele
Raans Nes (Hrones Næs) oord van Bijwolfs Berg
Ravenshout (Hrefnes Holt) bos waar de overlevende Goten zich verschansten tegen de Zweden
Ravenwoud (Hrefna Wudu) bos waar Angende tijdens ene slag Hadekun doodde
Reidel (Hrǽdla, Hrǽdel, Hréðel) koning der Goten, vader van Herboud, Hadekun, Heugelek en de moeder van Bijwolf
Reideling (Hréþling) toenaam van Heugelek
Riezenberg (Hréosna Beorh) heuvel waar de Zweden de Goten aanvielen
Ring-Denen (Hring-Dene) zie Denen
Roelof (Hróðulf) Deens, zoon van Helge, neef/oomzegger van Rutger
Roerik (Hréðríċ) Deens, zoon van Rutger
Ronting (Hrunting) zwaard van Onferd, geleend door Bijwolf voor de strijd tegen Grendels moeder
Rutger (Hróðgár) koning der Denen, zoon van Halfdeen, man van Waalde, vader van Roerik, Rutmond en Froware
Rutmond (Hróðmund) Deens, zoon van Rutger
Schadeland (Sċedeland) zie Schadenouw
Schadenouw (Sċedeníġ) Skåne, nu het zuidereind van Zweden
Schild (Sċyld) koning der Denen, stamvader der Schildingen, vader van Bouw, grootvader van Halfdeen, overgrootvader van Rutger, mogelijk ooit een en dezelfde als Bouw en Ing
Schildingen (Sċyldingas, Sċildingas) koningshuis der Denen, in vete met de Hade-Baarden
Schilvingen (Sċylfingas, Sċilfingas) koningshuis der Zweden, onder Angende en dan Andele
Schoving (Sċéfing) zie Schild
Waagmondingen (Wǽġmundingas) geslacht der Zweden, bekend van Alfer, Wijsten, Wiglef, Egde en zijn zoon Bijwolf
Waalde (Wealhþéo) koningin der Denen, vrouw van Rutger, van het huis der Helmingen
Wels (Wæls) vader van Zegemond
Welzing (Wælsing) toenaam van Zegemond
Wanraad (Wónréd) Goots, vader van Wolf en Ever
Wanrading (Wónréding) zie Wolf
Wederen (Wederas, Wedras) bijnaam der Goten
Weder-Goten (Weder-Ġéatas) zie Goten
Wedergeld (Wiðerġyld) edeling der Hade-Baarden, gedood door de Denen
Wedermark (Wedermearc) land der Weder-Goten
Wendelen (Wendlas) volk benoorden de Juten
West-Denen (West-Dene) zie Denen
Wieland (Wéland) goddelijke smid, maker van Bijwolfs heergewaad
Wiglef (Wíġláf, Wíláf) Zweeds, zoon van Wijstens, maag van Alfer en Bijwolf, van het huis der Waagmondingen
Wijsten (Wéohstán, Wéoxstán, Wíhstán) Zweeds, vader van Wiglef, van het huis der Waagmondingen
Wolf (Wulf) Goots, zoon van Wanraad, broeder van Ever
Wolfger (Wulfgár) Wendels/Deens, hofman van Rutger
Wulvingen (Wylfingas, Wilfingas) geslacht der Goten onder Hadelef
Zee-Goten (Sǽ-Ġéatas) zie Goten
Zegemond (Siġemund) zoon van Wels, oom (en mogelijk ook vader) van Fetele
Zege-Schildingen (Siġe-Sċyldingas) zie Schildingen
Zuid-Denen (Súð-Dene) zie Denen
Zweden (Swéon) volk benoorden de Goten en Denen
Zwerting (Swerting) Goots, moederbroeder of grootvader van Heugelek