huin, huine (m.; huinen) ‘reus’
Overgeleverde vormen
Middelnederlands hune, huyne, Middelnederduits hune (Noordduits hüne), Middelhoogduits hiune (Vroegnieuwhoogduits heune)
Oudgermaanse vorm
Zie onder.
Duiding/etymologie
Mogelijk van een vorm als Oudgermaans *heuhniz en dan net als hoog en Gotisch hiuma, hiuhma ‘hoop, menigte’ van de Oudgermaanse wortel *heuh-, *hauh-, *hug- ‘hoog’. Huin is waarschijnlijk verhaspeld geraakt met de naam van de Hunnen, een oosters steppevolk dat Europa in de vierde en vijfde eeuw na Christus terroriseerde. We vinden de naam hoogstwaarschijnlijk ook terug in hunebed. Huin is een evenwoord van reus.
Terug naar het overzicht van wichtnamen.