Haastige spoed – Over Tolkiens ‘The Fall of Arthur’

fallofarthur

Onze taal is haastig geworden: soepel en lenig, maar ook leeg van klank en niet zelden vaag en nietszeggend. Zeker in dichtvorm was de taal van onze voorouders langzaam, niet lenig. Zij was diep van klank en van een rijke, bondige zeggingskracht.

Zo sprak J.R.R. Tolkien eens in een lezing over het stafrijm, nu als slotstuk opgenomen in The Fall of Arthur. In het titelgedicht zet Tolkien zijn eigen woorden kracht bij: in gedragen stafrijm vertelt hij hoe de schemer viel over het rijk van koning Arthur.

Lees verder “Haastige spoed – Over Tolkiens ‘The Fall of Arthur’”