Heimwee naar gisteren

Jungfrau door Albert Bierstadt (1830-1902)

Het woord nostalgie danken we aan een Zwitserse arts. Patiënten van Johann Jakob Harder (1656-1711) leden aan een vorm van heimwee. In veldtochten ver van de Alpen kwijnden ze weg; ze genazen pas weer in het aanzicht van hun geliefde bergen. Omdat een beetje geleerde zijn termen uit het Grieks haalde, smeedde Harder nóstos ‘behouden thuiskomst’ en álgos ‘pijn’ samen tot nostalgie. Later weekte het woord los van de medische wereld en kreeg het onze betekenis: heimwee naar gisteren.

Lees verder “Heimwee naar gisteren”

Piekeren

Het kasteel van Batavia, geschilderd door Andries Beekman, ca. 1656

Sommige woorden doen zo vertrouwd aan dat we er gemakkelijk vanuit gaan dat ze inheems zijn. Piekeren is zo’n woord. Op het eerste gezicht valt het nauwelijks uit de toon tussen oer-Hollandse werkwoorden als kietelen en kieperen. Maar als we even over de grenzen kijken, vinden we verrassend weinig verwanten. In de ons omringende landen wordt heel wat af gebroed en gerumineerd, maar van piekeren is weinig sprake.

Lees verder “Piekeren”

Over muggen en kamelen

Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt.

(Statenbijbel, Mattëus 23:24)

Met deze woorden sprak Jezus tot hen die zich in onbenulligheden verliezen. Kennelijk was het destijds aan te raden eerst de muggen uit een drank te zeven, voor men een beker aan zijn mond zette. Maar het verorberen van een mug valt natuurlijk in het niet bij het doorslikken van een kameel. Aan Jezus’ uitspraak danken we de uitdrukking ‘muggen ziften,’ maar ook de kemel waart nog altijd door onze taal.

Lees verder “Over muggen en kamelen”

Het gebroken licht

Op een gedenkwaardige avond in 1931 zei C.S. Lewis tegen zijn vriend J.R.R. Tolkien dat mythes veredelde leugens zijn. Tolkien was het niet met hem eens en schreef het gedicht ‘Mythopoeia’, een vurig pleidooi voor mythes en scheppende taal. Het maken van mythes is geen zelfbedrog, aldus Tolkien, maar een geboorterecht van de mens en een weg naar wijsheid en schoonheid.
Lees verder “Het gebroken licht”

Stemmen

Op deze webstede wordt zo nu en dan gewag gemaakt van een zeker gebrek aan aandacht voor onze vaderlandse taal. Nu kunnen we dit, als we ermee instemmen, wijten aan onverschilligheid voor ons literaire en historische verleden. Dat lijkt mij niet geheel onterecht, maar er zijn volgens mij ook krachten in het spel die meer met economische dan met culturele omstandigheden te maken hebben. Lees verder “Stemmen”

Letterlijk

Het blijkt niet goed voor mijn gemoed om enkele dagen thuis te zitten en grieperig mijn toevlucht te nemen tot Amerikaanse soaps.

I’m literally dying to see you” kermt soapblondine I in de hoorn van haar jaren 90-telefoon. Bij dit zorgwekkende bericht verwacht ik dat soapblondine II meteen ophangt om het ziekenhuis te bellen. In plaats daarvan kraamt ze uit, “So am I, honey”, wat mij bepaald niet geruststelt. Vervolgens nemen de twee stervende blondines integraal hun liefdesleven door voor de kijker die de afgelopen acht afleveringen gemist heeft.

Lees verder “Letterlijk”

Taalverrijking

Van alle taalverrijkingen die de voorbije jaren tussen Big Macs en iPhones naar onze kusten zijn verscheept, heeft er één een bijzonder plaatsje in mijn hart veroverd. En nee, dan heb ik het niet over een aanwinst als human resources of mindfulness, hoezeer die ook mijn innerlijke horizon verbreed hebben. Het gaat mij om upgraden, dat met zijn poëtische precisie nu al een waaier aan werkwoorden overbodig gemaakt heeft. Wie van ons heeft niet reikhalzend uitgekeken naar de dag dat Germaanse restanten als uitbreiden, verbeteren en vernieuwen bij het grof vuil gezet konden worden?

Lees verder “Taalverrijking”

Haastige spoed – Over Tolkiens ‘The Fall of Arthur’

fallofarthur

Onze taal is haastig geworden: soepel en lenig, maar ook leeg van klank en niet zelden vaag en nietszeggend. Zeker in dichtvorm was de taal van onze voorouders langzaam, niet lenig. Zij was diep van klank en van een rijke, bondige zeggingskracht.

Zo sprak J.R.R. Tolkien eens in een lezing over het stafrijm, nu als slotstuk opgenomen in The Fall of Arthur. In het titelgedicht zet Tolkien zijn eigen woorden kracht bij: in gedragen stafrijm vertelt hij hoe de schemer viel over het rijk van koning Arthur.

Lees verder “Haastige spoed – Over Tolkiens ‘The Fall of Arthur’”

Little, nameless, unremembered

Hoewel de onlangs verschenen opening van Peter Jacksons Hobbit-trilogie de nodige Hollywood-clichés bevat, zijn sommige scènes het overdenken waard . Zo spreekt Gandalf de Grijze op zeker moment de volgende woorden:

I’ve found it is the small things, everyday deeds of normal folk, that keep the darkness at bay — simple acts of kindness and love.

Lees verder “Little, nameless, unremembered”

Over hobbits en azalea’s

Op het vorige week gehouden poëziefestival in Rotterdam werd liefhebbers de kans geboden in het bijzijn van een dichter, een vertaler en andere belangstellenden, een aantal gedichten te vertalen. Nou ben ik niet erg vertrouwd met het onherbergzame landschap der moderne poëzie, maar de mogelijkheid om een aantal van deze  bijeenkomsten bij te wonen wilde ik niet mislopen. Vertalen, en in het bijzonder het vertalen van scheppend, dichterlijk taalgebruik, heb ik altijd de beste manier gevonden om mijn beheersing van bron- en doeltaal bij te schaven.

Lees verder “Over hobbits en azalea’s”