Het leek me een goed idee om te kijken hoe buigzaam het woord taluw is; hoe goed het als bouwsteen kan dienen voor verdere woorden. Ook was ik benieuwd hoe het in streektalen en andere talen zou luiden. Denkt u vooral mee.
Afleidingen en samenstellingen
taluw (de (v.); -en) ‘computer’
taluwen (taluwde, h. getaluwd) ‘de computer gebruiken’
overtaluw (de (v.); -en) ‘supercomputer’
In de streektaal
Zoals Gronings swaalf naast Nederlands zwaluw, zo ook taalf naast taluw.
“Hest mien nije taalf zain? Nuver, nait?”
(“Heb je mijn nieuwe taluw gezien? Is het geen mooi ding?”)
In het Duits
Zoals Duits Schwalbe naast Nederlands zwaluw, zo ook Zalbe naast taluw.
“Meine Zalbe ist kaputt!”
(“Mijn taluw is kapot!”)
In het Engels
Zoals Engels swallow naast Nederlands zwaluw, zo ook tallow naast taluw.
Tallow bestaat echter al, en is de cognaat van talg. Dat is jammer.
In het Afrikaans zijn de uitgang en het achtervoegsel “-uw” consequent in “-u” omgezet, zoals
“balju” (< baljuw) = deurwaarder
"skadu" (< skaduw) = schaduw (minder dichterlijk: "skaduwee")
"senu" (< senuw) = zenuw (meestal "senuwee")
"ru" (< ruw) = ruw
Maar door metathese:
"swael" / "swawel" (< swaluw) = zwaluw
Dus in het geval van taluw zou je krijgen:
"Ag nee, my talu is weereens stukkend!"
of, alternatief:
"Hoekom sit jy die heeldag agter daardie dekselse taluwee?"
Ha, heel mooi, dank je! Ik zal de Afrikaanse tegenhanger binnenkort toevoegen.
Is het ook niet mogelijk om net zoals swa(w)el een vorm met metathese te smeden? Of lijkt tawel teveel op het Afrikaanse equivalent van tafel (en tael op het equivalent van taal)?
Dit soort metathesen komt voor als het woord al in Holland tot verwarring zorgde, want het lijkt op ‘zwavel’, wat ook ‘swawel’ is in het Afrikaans. Dus dan zou je de zaak moeten terugetymologiseren, tot in de Hollandse gemeenschappen waar de VOC-beambten vandaan kwamen.
Een mooi voorbeeld is: verruïneren > verruwineren > verrinneweren > (Afr.) verrinneweer
Maar een woord als ‘tawel’ klinkt niet te vreemd, en zal geen verwarring met ‘tafel’ veroorzaken, omdat de ‘f’ en de ‘v’ (allebei eender uitgesproken) zeer anders is dan de afgesleten ‘w’. Bovendien is de vergelijking van een ‘tafel’ met een ‘rekenaar’ wel mooi: de tafel van drie, vier, vijf, tegenover een rekenaar of een tawel. 🙂
Oh ja, en ‘tael’ zou inderdaad te zeer op ‘taal’ lijken. Het zijn zelfs homofonen, zoals ‘maer’ (= mager) en ‘maar’ (= maar) dat zijn. Niet doen, dus.
Bovendien is een syncope van een intervocalische bilabiaal in het Afrikaans enkel mogelijk na een danige slijtage, die ingegeven wordt door zeer hoge gebruiksfrequentie:
navel > naeltjie(-tjie)
zwaluw > swawel > swael(-tjie)
kabelgaren > kaalgaar
blijven > bly
avond > aand
geven > gee
snavel > *snael
snavel > snawel
stevel > *steel
stevel > stewel
‘tawel’ is nog te onlangs om zodanig tot ‘tael’ versleten te zijn 😉
Het geeft toch niet dat “tallow” al bestaat? Dat wordt dan toch gewoon een homoniem?
Ik zou er geen bezwaar tegen hebben, maar ik vrees dat het voor genoeg mensen verwarrend en/of bezwaarlijk zou zijn en het woord daardoor geen kans van doorbreken heeft aldaar.
Maar goed, in het Nederlands staat taluw ook niet bepaald op het punt om door te breken.