Weinig dingen zijn zo ontzettend Nederlands als de stroopwafel. De stroopwafel mag zich voor menig buitenlander meten met de molen en de klomp, zodat er op Schiphol velen duiten worden neergelegd voor vele stroopwafels in Delfts blauwe blikken, die vervolgens naar alle windrichtingen vliegen. Voor Nederlanders zelf is deze geruite versnapering in zekere zin de belangrijkste van de drie, want alledaagser dan molens en klompen.
Albekende keten Albert Heijn, hoeder van onze vaderlandse voorraad van levensmiddelen, verkoopt sinds een tijdje naast gewone stroopwafels ook hóningstroopwafels. Een welkom wapenfeit, ware het niet dat deze grenzeloze grootgrutter in zijn onnavolgbare spitsvondigheid heeft besloten deze nieuwkomers Sticky Treats te noemen.
Sticky Treats.
Uw schrijver heeft ze met eigen ogen gezien, om ze vervolgens grimassend links te laten liggen. Meent Albert Heijn de wereld te gaan veroveren met Sticky Treats? Niet? Waarom, in hemelsnaam, is er dan gekozen voor deze tenenkrommend ‘hippe’ naam? Nieuwerwets is niet-Nederlands lijkt de wijsheid van de week. In het schap onder de gewone stroopwafels en Sticky Treats liggen overigens de stroopwafels van het ondermerk Euroshopper, onder de even zo tergende naam caramel waffles. Albert Heijns klasse hier is platter dan de koek zelf.
Bij dezen het voorstel de Allerhande om te dopen tot Allerhandelszucht.
Dit naamgeweld staat uiteraard niet op zichzelf. Al jaren bukken invloedrijke taalgebruikers in ons land gretig voor dergelijke dwangmatigheden. De buis heeft ons de afgelopen tijd in de ogen en oren gestoken met namen als Idols, X Factor, So You Think You Can Dance? en Holland’s Next Top Model, elk met hun eigen fans op Hyves. Misschien is het te overwegen een TV-wedstrijd te beginnen voor wie het beste zijn taal in de uitverkoop doet, genaamd, hoe kan het ook anders: Sale.
Taalverdedigers lijken hier een loopgravenoorlog te voeren tegen bommenwerpers. Mochten we met veel moeite Sticky Treats weten te verdrijven, nadien zullen we omkijken en onze bodem meer dan tevoren belaagd zien met knallende namen en woorden uit het Hersenloos.
Laat ons nochtans een poging wagen en beginnen door vooral geen Sticky Treats te kopen.
What a treat!
Ik snap het ook niet, die keus van AH. Ik was voor de Syrup Wafer gegaan.
Klaas J Eigenhuis
Tsja, de brandingstrategie van ons grootste retailmerk is, getuige dergelijke marketingmoves, niet bepaald een van haar unique selling points (ben ik door de eerste ronde?). Overigens klinkt Sticky Treats mij nauwelijks smakelijker in de oren dan Kleffe Lekkernijen.
Als je zo doorgaat maak je wel kans op de Sale Award, ja. Al zou ik ook wat meer ‘kekke’ lifestyle-woorden gebruiken.
Inderdaad, waaorm kan het niet gewoon onze eigen taal? Er is niks mis met Nederlands. En als je een klein beetje moeite doet kan je er ook wat moois/leuks van maken zonder er een andere taal bij te halen. En die andere taal klinkt ook alleen maar interessanter om het feit dat het een andere taal is.
ja het is waar. Dat Engels gedoe is echt niet nodig. Onze taal is rijk genoeg om goede
Nederlandse woorden in de plaats te stellen. Wij zijn vindingrijk genoeg om voor elk
Engels woord een Nederlands tegenwoord uit te denken. Zie webstek bond tegen leenwoorden. ik vrees alleen dat de Engelse pletwals helaas niet meer te stoppen valt.
Ik troost me dan met de gedachte dat als je een laas (tekst) schrijft met goede Nederlandse
woorden,en soms al eens een ‘vergeten oud-germaans woord’ het geheel veel warmer overkomt en aangenamer leest. Ik ben dan toch tenminste geen meeloper die alles klakkeloos slikt en dus nog krities durft denken.
In Vlaanderen is het niet beter gesteld. Hier botsen we naast de gebruikelijke Engelse schreeuwnamen ook tegen belachelijk slechte vertalingen uit het Frans, als het koopbare al een Nederlandse tegennaam kent.
Een waar met een schone Nederlandse naamvondst trekt mij nochtans ontzettend veel meer aan dan iets dat een naam draagt die ledelijk klinkt en waarvan ik de betekenis slechts half begrijp.
Het besluit van AH een Engelse term te gebruiken voor stroopwafels is des te gekker als je ziet dat het begrip in verscheidene talen bekend is:
Brezhoneg
Català
Dansk
Deutsch
English
Esperanto
Español
Français
עברית
Magyar
Italiano
日本語
한국어
Norsk (bokmål)
Polski
Português
Русский
Simple English
Српски / Srpski
Svenska
中文
Bron: Wikipedia
Stroopwafels zijn stroopwafels. Toegegeven. Het hernoemen van deze vaderlandse lekkernij om marketing-redenen is van een droevig niveau. Ik ga u hierin niet van repliek dienen, aangezien ik het hartgrondig met u eens ben.
Waar ik het NIET met u eens ben is de daaropvolgende vergelijking met betrekking tot programma’s op TV met een Engelse titel. Laten we So You Think You Can Dance (wat ik vanaf nu gemakshalve zal afkorten als “SYTYCD”) als voorbeeld nemen. SYTYCD is van origine niet een Nederlands programma. Bedacht door Simon Fuller (de beste man heeft meerdere van de door u genoemde programma’s bedacht, maar dat terzijde) debuteerde dit programma in 2005 op de Amerikaanse TV. In 2008 werd het programma voor het eerst door Nederlandse bedrijven overgenomen en kwam het onder de zelfde titel hier op TV. Niet zoals het woord “stroopwafel” werd de titel SYTYCD dus juist wel in ere gehouden in deze instantie. En is dat nou niet juist wat wij zo graag zouden willen zien? Dat er niet getoornd wordt aan herkomst?
In ons buurland Duitsland wordt al sinds jaar en dag elke invloed vanuit het buitenland zo mogelijk naar het Duits vertaald. Daar is het derhalve onmogelijk om “Under Siege” in de Videotheek te huren. Wel kunt u, mocht u in een Steven Segal-bui zijn, “Alarmstufe Rot” huren. Of als uw vrouw mee wil kijken is misschien “Schokolade zum Frühstück” meer iets voor u? Dat is de Duitse titel voor “Bridget Jones’ Diary”. Niet dat u dat niet aan de titel al had kunnen raden uiteraard. Ik ervaar dit persoonlijk als tenenkrommend en hoop dat wij als Nederlanders nooit zo doorslaan als onze oosterburen, puur uit chauvinistische identiteitsdrang. Een Nederlandse naam behouden is één ding, een Engelse naam Nederlands maken een heel andere zaak.
Dag Maarten,
In de voorbeelden die Olivier opsomde, zie ikzelf geen chauvinisme maar een wens voor meer taalrust en -trots. Een Nederlandstalige benaming voor een Engelse titel oogt minder schreeuwerig en indien goed bedacht ook gewoon veel mooier in een Nederlandse context. ik zie verder geen goede reden waarom een programma op de Nederlandse televisie met als voertaal Nederlands en met Nederlandse deelnemers de Engelse titel zou moeten bewaren. Uiteindelijk is het enkel het format dat is overgenomen.
Voor Engelstalige films is het een andere zaak. Maar een film is ontzettend veel meer dan een format: het script is in het Engels, de nuances of grappen zijn in het Engels, de acteurs zijn Engelstalig. De titels van zulke films vertalen en de acteurs dubben kan al gauw een knullige bedoening worden – hoewel dat niet noodzakelijk zo hoeft te zijn. Alles hangt er vanaf hoeveel zorg en middelen zijn besteed aan de overzetting. Net zoals buitenlandse boeken erg goed vertaald kunnen wezen, kunnen ook films bijzonder goed overgezet worden.
En die vertaalde buitenlandse boeken krijgen toch ook een Nederlandse titel mee.
Zoals ook veertig jaar lang Engelstalige TV-producties een Nederlandse titel kregen. Bijvoorbeeld: The weakest link werd De zwakste schakel. Dus waarom niet: Dus je denkt dat je kunt dansen?
Ik zou de Albert Heijnwafel overzetten als AHold your Waffle.
Paul J. Marcus
Zou er een Verner-relatie bestaan tussen waffel en wauwel? Een semantisch verband is er wel degelijk. Toch eens uitzoeken.
Paul J. Marcus
Nog een teken aan de wand: in de Volkskrant van vanmorgen een interview met scholieren die een fictieve onderneming opzetten, inclusief slogan: “Die moet in het Engels vinden ze, dan doen echte bedrijven ook altijd” (p.24).