Red het Nederlands van de managers

De zet van minister Dijkgraaf om de verengelsing en verwerelding van ons hoger onderwijs te beteugelen heeft geleid tot grote ophef en ontsteltenis. Wat opvalt: er is weinig gevoel voor het Nederlands als iets van eigen waarde.

Zorgen en voornemens

Op 21 april dit jaar lichtte minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) de Tweede Kamer bij brief in over de maatregelen die hij wilde nemen gezien de zorgen over het Engels als voertaal en de “internationale studentenstroom” in ons hoger onderwijs. Daarmee week de bewindsman af van de koers die enkele jaren geleden nog aangemoedigd werd door zijn verenigingsgenoten, waaronder Jan Paternotte en Alexander Rinnooy Kan.

Zoals Dijkgraaf mededeelde in zijn kamerbrief zijn in Nederland inmiddels 71% van de bacheloropleidingen en slechts 22% van de masteropleidingen nog Nederlandstalig. Dit loopt ruwweg gelijk met de almaar grotere instroom vanuit het buitenland. In het jaar 2021/22 kwam hier maar liefst 40% van de studenten in het wetenschappelijk onderwijs van over de grens, waar dat in 2015 nog 28% was.

Gehoor gevend aan langgeuite zorgen stelde Dijkgraaf vast dat “deze ongeremde internationalisering” de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komt, gezien de overvolle zalen en hoge werkdruk voor onderwijzers. Ook is de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten in het gedrang gekomen en is er voor studenten in het algemeen een steeds hogere kamernood ontstaan.

Vorige week kwam Dijkgraaf tijdens een debat eindelijk tot aankondiging van zijn besluit. Vanaf het jaar 2025/26 mag niet meer dan één op de drie vakken in bacheloropleidingen in een andere taal gegeven worden. Dit moet voor het einde van deze zomer wettelijk vastgelegd worden. Het is een bescheiden voorstel dat hij bij zijn benoeming nog tegenhield ten gunste van bezinning op eigen maatregelen.

Grote schande

De ontvangst was niet bij alle academici even warm. “Wat besproken wordt voor de toekomst van hoger onderwijs in dit land is echt krankzinnig, zelfs aangeklaagde voormalige Amerikaanse presidenten zouden niet iets dommers kunnen bedenken.” Dat, maar dan in het Engels, schreef Associate Professor of Economics at Tilburg University David Schindler afgelopen zaterdag in een veelgedeelde draad hoogdravend op Twitter. Een struin door zijn tijdlijn van de laatste maanden verraadt geen beheersing van het Nederlands.

Zoals Schindler het misschetst is deze maatregel bedoeld om het minder gemakkelijk te maken voor buitenlandse studenten zodat er minder van hen naar Nederland komen en daarmee de algehele toestroom beperkt blijft. Dit zal volgens hem rampzalige gevolgen hebben voor de universiteiten hier, waar een groot aandeel van zowel medewerkers als studenten geen Nederlands spreekt. Die zullen vertrekken en wegblijven, waardoor het onderwijs- en onderzoekspeil zal dalen.

Zijn hekel is slechts een van vele voorbeelden. Zo deed Senior Research Fellow at Clingendael Institute Rem Korteweg enkele dagen later vergelijkbare uitspraken in een andere toegejuichte draad op Twitter. “Zijn de Nederlanders helemaal gek geworden?” begon hij in het Engels, om zijn donderpreek te vervolgen met onder meer een vermaning om kortzichtigheid en het verwijt dat Nederland in eigen doel schiet. Wist Dijkgraaf dan niet dat Amsterdam nu een tweetalige stad is? En: “Nederlands is een piepkleine taal.”

Wat telt hier nu eigenlijk?

Opvallend en tekenend, niet alleen bij heren als deze maar ook bij hen te overzijde, is dat dit hele vraagstuk vooral als een logistiek en sociaaleconomisch probleem wordt benaderd. Huisvesting, toegankelijkheid, werkgelegenheid, vestigingsaantrekkelijkheid en de verdiensten aan buitenlandse studenten: daar twist men over. Maar de waarde van het Nederlands op zichzelf speelt kennelijk geen of slechts een kleine rol voor velen die hierin macht en inspraak hebben. Het lot van onze taal is in handen van managers, niet de rechtmatige erfgenamen en bewaarders.

Er zijn inmiddels een boel mensen voor wie taal slechts een middel is, in te wisselen als het geld oplevert of de inclusiviteit vergroot, zogenaamd ten gunste van diversiteit, iets waar nu bijna alle academici op zijn minst lippendienst aan bewijzen. Onder het vaandel van verscheidenheid zijn ze bereid een taal weg te vagen, en ongetwijfeld nog andere zaken ook.

Het wil blijkbaar niet bij hen doordringen dat het Nederlands—in weerwil van Korteweg geenszins een “piepkleine taal”—juist een onschatbaar deel van die wereldwijde verscheidenheid is en onvoorwaardelijk gekoesterd wordt. Of ze willen niet beseffen dat verstoting van het Nederlands uit grote delen van het hoger onderwijs ernstige gevolgen heeft voor zijn verdere ontwikkeling en levensvatbaarheid.

Wie zulke bescheiden wettelijke bescherming van onze taal—of welke taal dan ook—afdoet als “krankzinnig” en geen oog voor haar heeft als een van de oude tongen der volkeren, de geestesschatten der aarde, heeft niets te zoeken in het onderwijs en mag gerust zijn of haar heil elders zoeken, in een land dat (nog) meer als een bedrijf bestuurd wordt.

Tot slot

Door de inspanning en liefde van onze geleerden en schrijvers ontwikkelde het Nederlands zich vanaf de zestiende eeuw tot een volwassen taal, een wetenschapstaal. Veel van de woorden die wij heden als vanzelfsprekend beschouwen, zoals driehoek, straaljager, wiskunde en zwaartekracht, zijn uit de geest van eigen schepping voortgekomen en onderscheiden onze taal te meer van andere. We bedriegen onszelf als we denken dat zulke onafhankelijkheid in deze tijd niet meer mogelijk is. En al ware dat zo, dan zegt het meer over onze tijd en diens managers dan over de waarde van onze taal.

Verbetering (25 juni 2023)
In een eerdere uitvoering stond dat er volgens Dijkgraafs besluit niet meer dan één op de drie bacheloropleidingen in een andere taal mag. Dat moet zijn: niet meer dan één op de drie vakken in bacheloropleidingen.

11 gedachtes over “Red het Nederlands van de managers

  1. Sluit ik mij volledig bij aan. Het is op z’n zachtst gezegd jammer te noemen dat het Nederlands als taal diens waarde verliest aan verwereldlijking en men zich simpelweg niet bewust is van de rijke geschiedenis van onze taal, en ons land als geheel. Dit valt of staat bij het onderwijs, zowel het hoger als voortgezet onderwijs.

  2. Schandalig, dat men zo denkt over ons Nederlands. Of het alleen maar gaat om economische waarden!
    Wat blijft er over van Nederland als we ook onze taal weggeven aan het Engels?

  3. En sa ist mar krekt. En de universiteit van Frjentsjer mat wer libben inblaast wurde. En alles moat dêr yn it Frysk!

    1. Ut liekt méj vur iederiën bèter as wéj ôs allemaol aan ut Nederlands hâlde. Dèt waor tog de bedoeling vaan ut artikel? Trouwens, ik heb miër reg vaan sprèke daan géj, want ik schrief in ut Americaans! Dèt kunde géj in elk geval neet zegge.

  4. Jammer genoeg speelt dit niet alleen in het onderwijs. Op zo goed als elk vlak van onze samenleving wordt alles maar verengelst. Bij mij persoonlijk merk ik het ook heel erg, aangezien mijn werk allemaal in het Engels moet. Mijn beheersing van het Nederlands lijdt er erg onder, ook al doe ik graag nog mijn best om fatsoenlijk te schrijven en spreken.

  5. En zo treedt de heer van Renswoude in de voetsporen van oa Simon Stevin.

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_Stevin

    Uit Wiki: “Hij beweerde namelijk dat het Nederlands met zijn eenlettergrepige woorden beter geschikt is voor kennisoverdracht. Hij bedacht Nederlandse namen voor wetenschappelijke begrippen (purisme). Enkele voorbeelden zijn evenaar, evenredigheid (equiratio, analogia), evenwijdig (evenwijdich, parallel), een gegeven, kegelsnede, lanckworpigh (nu: langwerpig), loodrecht (perpendiculair), middellijn (diameter), raaklijn (tangens), boogsinus (arcsinus), scheikunde (chemie), stelkunde (algebra), vlak (bij Stevin vlack), wiskunde (wisconst, mathematica). Zo kreeg het Nederlands eigen wetenschappelijke woorden, waar andere Europese talen leenwoorden gebruiken.”

    De daad bij het woord voegen zeggen we.
    Onze eigenste taal voegt het juiste (just -> zo is’t) woord bij de daad.
    Dat is pas rechtvaardig en niet krom (keer-om).
    Laten we nooit meer het Engelse woord “penetrate” lezen, uitspreken of neerschrijven. Voor ons zal het altijd “binnentreden” zijn. Ze zullen het wel begrijpen 😊

  6. Bedankt voor uw woorden, beste mensen. Overigens is het stuk ook verschenen op neerlandistiek.nl.

    William, we mogen Stevin inderdaad dankbaar zijn om de woorden waarmee hij onze taal verrijkt heeft.

  7. De waarde van het Nederlands op zichzelf speelt kennelijk geen of slechts een kleine rol voor velen die hierin macht en inspraak hebben… omdat het merendeel van hen die hier geen macht en inspraak in hebben de taal zelf weinig waarderen.

    Welke doorsnee Nederlandstalige bekommert zich om de taal, buiten deze of gene taalminnaar hier en daar? Het is voor hen evenzeer slechts een inwisselbaar middel, want wijs je of maan je dezelve op diens taalgebruik, haalt men ofwel de schouders op of krijg je allerhande anti-intellectuele verwensingen naar je kop geslingerd.

Geef een reactie op Olivier van Renswoude Reactie annuleren