Hijsen

Als bezigheid zal hijsen tamelijk oud zijn, ook in onze streken, maar als woord verschijnt hijsen pas in de vijftiende eeuw op schrift, en wel in verscheidene talen. Het wordt dan vooral in de zeevaarttaal gebruikt. De herkomst van het woord is volgens de wortelkundige woordenboeken echter duister. Bootst het de klanken der zeilen en touwen na, zoals nog wel eens wordt geopperd? Dan is het misschien niet veel ouder dan zijn eerste vermelding. Hier volgt evenwel een tegenvoorstel dat het verwant is aan een welbekend inheems woord en van hoge ouderdom is.

Lees verder “Hijsen”

Met valen mennen

Er bestond in het Middelnederlands (1200-1500) een merkwaardige uitdrukking die gebruikt werd door onder meer de dichters Willem van Hildegaersberch en Jacob van Maerlant: met valen mennen. Hiermee werd zo veel bedoeld als ‘kwaad doen, onrecht doen, slinks bezig zijn, bedriegen’ maar ook ‘van de goede weg afdwalen’. Wie ment (rijdt) met valen is onbetrouwbaar, voor anderen en voor zichzelf. Maar wat is nu de letterlijke bedoeling?

Lees verder “Met valen mennen”

Mijn en dijn

Telkens wanneer ik iemand de uitdrukking mijn en dijn hoor zeggen of zie schrijven vuurt mijn gemoed. Dijn ‘jouw’ is mij namelijk een welbemind oud woord, stammend uit een tijd dat du/dou ‘jij’ in het algemeen Nederlands nog niet door gij/jij was vervangen. De Scandinavische talen, het Duits, het Fries en ook het Gronings en het Limburgs gebruiken allemaal nog een vorm van du/dou en dijn.

Lees verder “Mijn en dijn”