Het denkende wezen

In het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) staat iets geks. Bij het lemma man is te lezen dat het teruggaat op de Proto-Indo-Europese (pie.) stam *mon-. Tot zover niet gek. Maar dan staat er:

De wortel pie. *mon- wordt door sommigen beschouwd als ablautvorm van de wortel *men- ‘denken, geestelijk opgewekt zijn’, zie manen ‘herinneren aan’. Man zou in deze zienswijze betekenen ‘het denkende wezen’, een abstractie die echter voor zo’n vroege tijd, waarin ook dieren als nadenkende wezens werden beschouwd, weinig waarschijnlijk lijkt.

Waarom is dat gek? Wel, er is een nog een ander, oud woord voor man/mens, verborgen in de samenstelling bruidegom. Het tweede lid -gom is de voortzetting van Oudgermaans *guman ‘man, mens’; dat woord gaat samen met Latijn homo ‘man, mens’ terug op de Proto-Indo-Europese wortel hem- ‘aarde’. Vandaar ook Latijn humus ‘grond, aarde’, en vele andere, soortgelijke woorden in vele andere talen. Oudgermaans *guman en Latijn homo worden dan ook wel verklaard als ‘aardebewoner’. Zo ook door de redactie van het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands.

U voelt hem al aankomen. Als man als ‘het denkende wezen’ een onwaarschijnlijke abstractie is, waarom is *guman/homo als ‘de aardebewoner’ dat dan niet? Ja, de mens was misschien niet het enige denkende wezen in de verbeelding van onze verre voorouders, maar evenmin was hij de enige aardebewoner.

Nee, dan denk ik dat man wel degelijk met *men- te verbinden valt. De man/mens is dan ‘het denkende wezen bij uitstek‘. Vergelijk dat met haan, dat oorspronkelijk ‘zanger’ betekende. De haan was en is echt niet de enige zanger op aarde, maar wel een zanger bij uitstek.

3 gedachtes over “Het denkende wezen

  1. De stam *m-n- geeft een enorme vloed aan namen en betekenissen door de geschiedenis heen.
    Denk alleen al aan alle volkeren bij wie de stamvader/eerste koning namen hebben als” Minos (Kreta), Menes (Egypte), Manu (Hindoes), Mannus (Germanen). Ik zou me nog kunnen wagen aan verdere vormen en de opvallende Mythische overeenkomsten van *m-n- woorden maar misschien begeef ik me dan te ver van wat wetenschappelijk verantwoord genoemd kan worden. 😉

    Verder zijn er veel mythologische connecties met de Maan, maar dat is een post op zich waard. Misschien dat ik het eens zal doen.

    Ik denk verder ook nog aan “Manah” en andere Semitische vormen die iet in het spectrum van “tellen, rekenen, nummer, gewicht, bestemmen” betekenen.
    Op die manier (!) wordt de mens een “bestemmer, teller, gewicht-bepaler; betekenisgever, waardeerder”. kortom een “in cultuur brenger”.

    Dit geeft rijke stof. 😀

    1. Nu is het onbewijsbaar dat één en dezelfde wortel *m-n- ten grondslag ligt aan al die woorden die je noemde, maar belangwekkend is wel dat de -m- en de -n- niet zo snel veranderen gedurende de ontwikkeling van een taal. Het zijn heel stabiele klanken.

      Dat is anders dan (pak ‘m beet) de -p-.
      Pie. *pisk- > lat. piscis
      Pie. *pisk- > ogm. *fiskaz (> nnl. vis)

      De moeilijkheid zit dan met name in de klinker(s) in de wortel *m-n-, en daar komt wel heel wat bij kijken.

Geef een reactie op Dauwvoeter Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.