Toen ik vandaag de hond wilde uitlaten werd ik getart door een straffe regenbui die maar duurde en duurde; hij hield maar niet op. Het was een ware zeneregen.
Zeneregen? Wel, daar gebruikte ik een nagenoeg vergeten voorvoegsel. Zene- is de voortzetting van een Oudgermaans voorvoegsel dat ‘aanhoudend, eeuwig, oud’ betekent. Nu zou het kunnen dat zene- eigenlijk een vermenging is van twee voorvoegsels; een die ‘aanhoudend’ betekent, en een die ‘oud’ betekent. Maar dat is heel moeilijk te zeggen, en maakt ook eigenlijk niet zo uit.
Het is nog te vinden in de plantnaam zenegroen (eig. ‘altijd groen’) en in het door associatie met zonde vervormde woord zondvloed (eig. ‘aanhoudende vloed’). Daarnaast uit het Oudnederlands, met een omweg via het Latijn, komt de hoftitel seneschalk (eig. ‘oudste dienaar’). En in het Middelnederlands vinden we nog sinewel ‘rond’ (eig. ‘immer draaiend’). Had dat woord de tand des tijds doorstaan, dan zou het zenewel luiden, of in verbasterde vorm zeendel. Dat is een heel oud woord; het is ook in de andere Germaanse talen te vinden: Oudnoords sívalr, Oudengels sin(u)wealt, Oudhoogduits sin(a)wel en Oudsaksisch sin(u)wel.
Verdere voorbeelden met dit voorvoegsel zijn Gotisch sineigs ‘oud’ en sinteins ‘dagelijks’, Oudsaksisch sinlīf ‘eeuwig leven’ en sinweldi ‘zeer groot woud’, Oudengels sinniht ‘eeuwige duisternis’ en sindréam ‘eeuwige vreugde’, enz. Het is ook in andere Indo-Europese talen te vinden, zoals in het Latijn: senex ‘oud’, senior ‘ouder(e)’, senātus ‘raad van oudsten’ en senīlis ‘eigen aan grijsaards’.
Ik zou zeggen: gebruik dit voorvoegsel weer! De mogelijkheden zijn eindeloos.
“Joa, dat kö-j noe wa segg’n, mar ik vin dat nich himmoal zinnel”.
Zinnel: rond, afgerond; behoorlijk, deugdelijk.
Gebruikt. Het Begin van Eindeloos. 😉
Ik ben zenegeboeid, ofwel aanhoudend geboeid door deze site hahaha!
Wie hier komt gaat nooit meer weg.