Klankzinnig
Menig dag in de week jaag ik vlot mijn rijwiel langs de vaart: een aardige afstand waar ik meestal geen andere zielen tegenkom en waar ik zo zonder veel afleiding in gedachten verzonken raak, op gevaar af met fiets en al het water in te dwalen.
Op een van zulke tochten onlangs was ik in de weer met klanken, met de vraag welke klanken ik welluidend vind, in welke samenstellingen, en wat voor beelden ze oproepen. Ik zou immers nog eens mijn eigen taal willen maken, met woorden die geluidelijk lijken op de zaken waar ze naar verwijzen. En zo rolde de ene na de andere klank helder en met overtuiging van mijn tong: