Wie heeft zich als kind tijdens de lange lessen in Nederlandse letterkunde niet verwonderd over de voornaam van de Zwolse schrijver Rhijnvis Feith (1753–1824)? Wat een buitengewoon vreemde naam. Heette hij zo omdat zijn ouders hem zagen als een vis in de Rijn? Was hij soms een goede zwemmer? Of was hij anders vernoemd naar een voorouder met dergelijke (gewenste) eigenschappen?
Nou, hoewel associatie met ’s lands bekendste stroom (en met wat daar in betere tijden in mocht zwemmen) de naam heeft vervormd, ligt de oorsprong zonder twijfel elders. Rhijnvis is dan hoogstwaarschijnlijk een vervorming van Reinwis, de voortzetting van de Oudgermaanse naam *Raginawīsaz. De exacte betekenis is niet met zekerheid te zeggen. In het tweede lid herkennen wij terecht het woord wijs, dat is zeker.
Van het eerste lid kennen we het ruimere betekenisveld, maar niet de precieze betekenis. Het is in elk geval niet hetzelfde woord als rein ‘schoon, zuiver’. De duidingen van *ragina- lopen uiteen van ‘raad’ tot ‘raadsbesluit’ tot ‘goddelijk’ tot domweg ‘zeer, heel’. We vinden het overigens ook in de bekendere voornamen als *Raginaharjaz en *Raginawaldaz (oftewel Reinder en Reinoud). In de betekenis ‘beradenden’ (en dus ‘goden’) vinden we het in elk geval in de Oudnoordse samenstelling Ragnarök ‘lot der goden’. Staat u mij toe zo vrij te zijn de naam Reinwis vooralsnog te duiden als ‘goddelijk wijs’. Wat zou Rhijnvis daar zelf van gevonden hebben?
Er is overigens nog een andere bekende naam met hetzelfde eerste lid: *Raginabrandaz. In lijn met het voorgaande kunnen we die naam duiden als ‘goddelijk zwaard’. Langs de vorm Reinbrand verwerd deze uiteindelijk tot Rembrand. En zo weten we ook meteen wat de oorsprong is van de voornaam van een andere bekende man uit de vaderlandse geschiedenis, Rembrandt van Rijn.
Allemachtig, daar hebben we de Rijn alweer.
Waarom schrijven de Duitsers RHEIN , met H daartussen ?
De Duitse spelling is beïnvloed door de Griekse vorm van de naam: Rhēnos. Deze Griekse vorm is overigens ontleend aan een Keltische vorm.
De klankwettige Oudgermaanse vorm is zonder h, namelijk *Rīnaz. Deze naam gaat terug op een Proto-Indo-Europese wortel die ‘stromen, vloeien’ betekent. Hiervan ook Middelnederlands rinnen ‘stromen, vlieten; rennen’, waarvan het voltooid deelwoord geronnen nog is overgeleverd. Het oorzakelijk werkwoord hierbij, rennen ‘doen stromen; doen rennen’, heeft rinnen verdrongen en diens betekenis deels overgenomen. Andere woorden bij deze oude wortel zijn Middelnederlands rinne ‘waterloop, kanaal’ en rijt ‘wetering’. (Denk aan achternamen als Van Rijt.)