Als er zoiets bestaat als een misdaad tegen de taligheid, dan is de woordspeling-door-spelling er zeker een. Ik doel hier niet op de zogenaamde SMS-taal, waarin we voorbeelden vinden als ff w8n in plaats van even wachten, al gaat zulks ook door merg en been bij de meeste taalliefhebbers. Ik doel op een kunstgreep die vooral op namen wordt toegepast.
Vanouds droeg de bekendste boekhandel van Groningen de naam Scholtens Wristers. Dat was een eerlijke naam die de winkel een menselijk gezicht gaf en geschiedenis uitdroeg. Inmiddels is deze boekhandel, net als bijvoorbeeld Donner in Rotterdam en Scheltema in Amsterdam slechts een schalm in een keten, en deze bekende keten heet Selexyz. De leukigheid van Selexyz is dat deze naam het woord selecties is, dat wil zeggen ‘selecties van boeken’ en bij suggestie dus ‘goede boeken’, maar dan zo gespeld dat hij een verwijzing bevat naar het alfabet (x, y, z), en dus naar taal, en dus naar dragers van taal, te weten boeken.
Los ervan dat dit vreselijk vergezocht is, en dat de meeste mensen –in mijn ervaring althans– Selexyz uitspreken als Seleksis in plaats van Selecties, is deze winkelnaam zo… ijl en onbenullig. Het is een naam die niet bijdraagt aan onze taal of erop voortbouwt, maar erop teert, gelijk een parasiet. Of: bij deze naam is bevroren wat vluchtig had moeten zijn. Ik zou bijna zeggen: het is de talige tegenhanger van een foto die op een ongelukkig moment van iemands gezicht is genomen en eventjes grappig is, en daarna maar beter opgeborgen of vergeten kan worden.
Maar goed, Selexyz is niet de enige winkel met een wannaam. Wat dacht u bijvoorbeeld van de tenenkrommende naam van de schoenenzaak P’leisure? Niet zozeer een speling maar wel “lekker anders” gespeld is de naam van de Amsterdamse/Haarlemse supermarkt Marqt. Toegegeven, het zal ook vooral voor winkels moeilijk zijn om een goede naam te verzinnen, maar ze zijn meestal beter af als ze de naam dragen van hun oprichter(s). Zo bekeken is IKEA, naar de Zweedse oprichter Ingvar Kamprad, opgegroeid op de boerderij Elmtaryd in het dorp Agunnaryd, nog best verdienstelijk.
Helemaal mee eens, en wat mij betreft is “de talige tegenhanger van een foto …” een treffende metafoor voor zo’n beetje alle ‘marketing’taal. Als ik me niet vergis bevat Barfields “The Rose on the Ash-Heap” een mooie parodie op de manier waarop tegenwoordig met naamgeving wordt omgegaan.
Wil je a.u.b. een waarschuwing geven alvorens je zoiets ongaardigs neerzet als “selexyz”?.
Dat is een nare, wanstaltige naam waarvan je de koffiekringen die op de tafel der ‘marketeers’ staan voor ogen beginnen te dansen.
Het is ook niet eenvoudig om in een maatschappij te leven en te werken die doorvlochten is van vluchtigheid. Een wurd dat niet beklijft en niet verbonden is met Eeuwigheid, maar schielijk verschiet van klank en kleur nog voor het een dag oud is.
Leuk stuk Ol.