Menig taalliefhebber zal er inmiddels van op de hoogte zijn, maar toch een verlate aanrader: de NTR startte onlangs het programma Dat is andere taal, waarin Bekende Nederlanders, bijgestaan door deskundigen en een kale presentator, de kijker gidsen door het streektaalgebied waar zij vandaan komen.
Zo vertelt Twan Huys in de laatste uitzending over zijn Limburgse oorsprong, en over de rol die zijn dialect in zijn carrière heeft gespeeld. Hoewel er de nodige clichés opgediend worden – zo blijken dialectsprekers door de bank genomen niet meer of minder intelligent dan zij die zogenaamd accentloos Nederlands spreken – is Dat is andere taal een lovenswaardige poging om meer aandacht te vragen voor de vele varianten die het Nederlands rijk is.
Luisterend naar het kleurrijke Limburgs dat de heer Huys met zijn ouders spreekt, rijst wel de vraag waarom er op televisie zo weinig ruimte is voor accenten die afwijken van het tamelijk kleurloze Standaardnederlands. Evengoed kunnen kijkers nu zonder een lange treinreis naar Leeuwarden of Roermond – overigens zeer de moeite waard voor iedereen met enig taalgevoel – iets proeven van de rijke verscheidenheid in klank en woordenschat die onze taal – dat hopen wij althans – nooit zal verliezen.
Streektaal mag gerust bestaan, daar is niets tegen. Dat standaard Nederlands saai zou zijn, is een heel andere zaak en is eerder te wijten aan gebrek aan scheppingskracht.
Er zijn inderdaad veel mensen die dwepen met andermans’ taal. In belgië meestal Frans, in Nederland Engels. De romeinen deden het al, met gebruik van het Grieks. Marten Toonder gaf daar reeds mooie staaltjes van. Zelf was hij niet te bekaaid om af en toe een mooi woord op de wereld te zetten.
Woorden als carrière, clichés, dialect, accenten, varianten, enz, hebben niets met tongval noch streektaal te maken, maar werden door onze strot geduwd door bezetters. Dat zelfs overheidssteungenietende instellingen meehelpen om onze taal terug te brengen naar een verzameling van streektaaltjes, dat is eerder een achteruitgang. Dat al die bastaardwoorden door verscheidene overheden niet enkel gedoogd worden, maar zelfs geaaid, is ook een taalgruwel.
In Frankrijk is men zo dom niet. Bij het verschijnen van gelijk welk nieuw begrip, wordt onmiddelijk onderzocht of er reeds een eigen woord voor is, zoniet wordt het onmiddelijk gemaakt.
Ter verduidelijking, enkele uitwijkmogelijkheden voor barbarismen:
Carrière is een loopbaan, niet meer noch minder. Een gemeenplaats is beter dan een cliché.
Een streektaal wordt door velen wel graag dialect genoemd. Een accent, is een nadruk en komt als begrip uit de muziekwereld, denk maar aan strijkers, koperblazers, enz. Ten slotte kan je een verschillende of afwijkende benadering van een begrip hebben, dat kan je ook variant noemen.
Vooral hoogdravende lui, die graag overdonderen met uitheemse taal, gebruiken graag wendingen die proberen te overbluffen. Als je daarentegen zoveel mogelijk, treffende eigen taal gebruikt, zal die misschien meer dan enkele geslachten overleven. Laten we eerlijk zijn, het Frengels is niet zo veraf.
Hartelijke groeten,
Leo, uit Vlaams Mortsel
Na herlezen wil ik toch ook nog graag toevoegen: Waarom vind jij onze taal kleurloos? Wil je ze daarom doorspekken (of moet ik het over larderen hebben?) met leentjebuur allerhande? In die manier van denken kan iedereen, een Fransman, Duitser of Amerikaan zijn eigen taal wel kleurloos vinden.
Heb jij, zoals wel meer mensen tegenwoordig, een soort “weg met ons” gevoel? Wijk uit, en zoek uit of de taal der inboorlingen waar je naartoe trekt, na grondige studie, wellicht ook niet ééntonig wordt (of moet ik het over unisono of monotoon hebben, om genoeg kleur te brengen?)
Wellicht Arabisch leren? Daar bestaat geen standaard in, dat wordt zeker nooit saai! Weet echter dat het Noord-Afrikaans eerder Berbers is, door de eeuwen heen door de islamschooltjes wat geringeloord.
Bedankt voor de reactie.
‘Kleurloos’ geeft enkel mijn persoonlijke mening over de klank van het Standaardnederlands tegenover de klank van een streektaal als het Limburgs, die mij veel melodieuzer en warmer in de oren klinkt. Nimmer zou ik, zoals je lijkt te suggereren, de Nederlandse taal als geheel kleurloos noemen, noch heb ik een ‘weg met ons’-gevoel. Meer waardering voor de vele varianten van onze taal, inclusief het Vlaams, zou ik juist een verrijking vinden die de waardering voor het Nederlands ten goede komt.
Van dwepen met anders taal ben ik geen voorstander wanneer dit betekent dat we de uitheemse taal superieur beschouwen en nodeloos leenwoorden gebruiken. Aan het andere uiterste zie ik ook weinig heil in het soort taalkundige navelstaarderij waar de Fransen patent op lijken te hebben.
Dat is zeer mooi.
Daarom geef ik nog enkele mooie voorbeeldjes.
Waarom gebruiken (Noord) Nederlanders graag het woord decoupeerzaag, terwijl je gemakkelijk van wipzaag, steekzaag, pendelzaag, enz. kunt gebruik maken.
Waarom een centrifuge als droogzwierder duidelijk zegt waarover het gaat?
De ongerijmdheid overtreft zichzelf wel met het woord überhaupt.
Overigens zijn er meer dan genoeg Nederlandse woorden die “superieur” ver overtreffen in oorsprong en duidelijkheid.
We mogen niet star worden, maar ik ben het ermee eens dat we veel woorden die vandaag de dag overvloedig gebruikt worden gerust kunnen schrappen en vervangen door een Nederlandstalige tegenhanger. We worden om de oren geslagen met “checken” zodat ik me afvraag of “kijken” “controleren” “nagaan” (om er maar enkele te noemen) niet toereikend zijn; wat te denken van onze eigen “dubbelganger” o neen, “look-alike” klinkt blijkbaar mooier; “first things first” is voor velen deftiger dan “het belangrijkste eerst”, waarom zou je “meeneem” zeggen als je overal “take away” leest? De lijst van Engelse woorden die vaak verkozen worden boven onze eigen woorden is zo groot dat ik me afvraag waarom we dan niet gewoon Engels gaan praten. Maar ik vind onze Nederlandse taal mooier en het is de mijne. Ik wil ze behouden met al haar varianten, tongvallen en eigenheden. En ik wil ze niet laten overrompelen door het Engels, niet door het Frans, niet door het Latijn, neen, door geen enkele andere taal.
Als méér Nederlanders en Vlamingen zouden (gaan) denken en voelen zoals Karel hierboven dan zou (de toekomst van) het Nederlands er beter voor staan dan nu. Een taal kan slechts blijven leven en bloeien als ze gerespecteerd wordt, als ze met liefde gedragen en overgedragen wordt. Dat begint bij de wieg (verantwoordelijkheid van de ouders) maar komt slechts tot wasdom, rijpheid en rijkdom in en via het onderwijs in al zijn vormen en op alle niveaus (verantwoordelijkheid van de overheid). Het is precies op dit laatste uiterst belangrijke (taal)punt dat – vooral – de Nederlandse overheid niet enkel te kort schiet (onder meer op het vlak van de leerinhouden van het vak ‘Nederlands’, zoals grammatica kennis en grammaticaal inzicht, fonetiek, spelling, woordvorming, stijl en creativiteit, historische en vergelijkende taal- en literatuurstudie…) maar bovendien bewust een beleid voert en ondersteunt dat erop gericht is om het Nederlands naar het tweede plan en zelfs naar het achterplan te schuiven (het invoeren/opleggen van het Engels als onderwijstaal en zelfs als voertaal in het hoger onderwijs, het invoeren van het Engels als “tweede moedertaal” in het secundair en zelfs in het primair onderwijs, op basis en met behulp van de door de Nederlandse overheid geruggesteunde moedertaal-vervreemdende CLIL – Content and Language Integrated Learning – methode die onder de dekmantel van poort tot superieure meertaligheid rechtstreeks en effectief leidt tot inferieure creool-taligheid en in het beste geval tot onvolmaakte ‘ééntalig-engels-heid’), m.a.w. een beleid dat géén respect, laat staan liefde betoont voor de taal en dus ook de cultuur van het Volk, van de Natie die zich (vooralsnog) het Koninkrijk der Nederlanden wil noemen. Er is ook een wezenlijk verschil tussen taaluitbreiding en taalverrijking enerzijds en taalverdringing anderzijds. Het respect en de liefde voor de eigen taal moeten thans wijken voor de op commercie en materieel gewin gerichte Europese en internationale context die duidelijk maar één taal kent en erkent: het Engels. Een volk, een natie die dergelijke weg inslaat, veracht en verkracht niet enkel zijn eigen taal en cultuur maar richt uiteindelijk ook zichzelf ten gronde, vervreemdt van zichzelf en vernietigt zichzelf. Als de Nederlandse overheid vindt dat Nederlanders met Nederlands alleen de Wereld niet meer zouden aankunnen, dat men dan konsekwent weze en dan ook maar ineens het Engels tot de enige officiële taal van het Kingdom of Holland proclamere. Verstandige en wijze Afrikaners én Zoeloes uit Zuid-Afrika kunnen U alvast méér vertellen over door overheden gehanteerde methoden en mechanismen voor taal- en cultuurverdringing, wat daar de (sociaal-culturele) gevolgen van zijn en hoe men nadien krampachtige en wanhopige pogingen moet ondernemen om die gevolgen proberen op te vangen en een moedertaal, een taal van een volk, een gemeenschap in haar (bestaans)rechten proberen te herstellen. Zie onder meer hier: http://www.litnet.co.za/Article/taalmuseum-en-erfenisdaglesing-2013-volledige-toespraak en hier: http://www.dailymaverick.co.za/opinionista/2013-05-18-kzn-university-a-storm-in-a-zulu-teacup/#.U_QKrXUcRfE
Ik had een nachtmerrie: het Nederlands in Nederland (en Vlaanderen) in 2033?