Er is enige reden tot vreugde, want Taaldacht bestaat sinds kort vijf jaar en heeft inmiddels aardig wat op haar kerfstok. Op de 26e van de 5e maand van 2010 verschenen hier de eerste, bescheiden stukjes over allerhande spraakzaken. Sindsdien is het een afwisseling geweest van drukke en minder drukke tijden en is de aandacht –ja taaldacht– meer en meer verschoven naar het wroeten tussen de wortels van namen en andere woorden. Wellicht is het dan een goed voornemen om wat van onze oudere zeden nieuw leven in te blazen, zoals het bedenken van nieuwe woorden uit liefde voor onze taal.
Daarom, als grapje en tegelijkertijd in schone ernst, met uw welnemen een voor de gelegenheid bedacht woord voor ‘lustrum’, te weten vichtel. Of eigenlijk is het een nevenvorm van vijftal (jaren), opzettelijk verbasterd om het wat meer een eigen woord te maken en zo van andere soorten vijftallen te onderscheiden. In het Nederlands bestaat vanouds de neiging om de klankgroep -ft- in -cht- te veranderen. Zo zijn after, kraft, luft en heftan in de loop der eeuwen overgegaan in achter, kracht, lucht en hechten. En zo komen er in sommige streken naast vijftien en vijftig vanouds ook de vormen vichtien en vichtig voor.
Hoe dan ook, wij zouden bij dezen graag iedereen hartelijk willen bedanken voor al het lezen en loven en de leerzame bijdragen. Op naar het volgende vichtel!
Feliciteerd met het eerste vichtel! 😉
Hart’lijk dank van’n ‘lukkig man!
Mijn gelukwensen bij de verjaardag én met het neologisme.
Zo goed als op de grens tussen West- en Oost-Vlaanderen ligt trouwens een dorpje dat Vichte heet. Dat heette oorspronkelijk Fifta en vervolgens Vivta, naar het beekje waaraan het ligt, de “Fifta”, een benaming die dan weer in verband zou staan – volgens de uitleg die ik elders las – met “vivarius” (vijver). Maar misschien was Vichte “gewoon” het vijfde dorp in een of ander rijtje en is de rest van de uitleg er maar bij verzonnen 🙂
Dank, ook voor het wijzen op deze boeiende beeknaam!
Gezien de /f/ van 10e eeuws Fifta zal het inderdaad niets met Latijn vīvārium te maken hebben. Gysseling noemt het een verkleining van de beeknaam Vijve, die in de 10e eeuw nog Five heette. Samen zijn ze ongetwijfeld verwant aan Fivel, de naam van een inmiddels verdwenen rivier hier in het noordoosten in Groningen, en aan Fífeldor, een Oudengelse benaming van de rivier de Eider.
Samen met Oudengels fífel ‘reus’ is er te denken is aan een wortel *fimf-, met grammatische wisseling *fimb-, vanwaar Oudnoords fimbul-, een voorvoegsel dat grootsheid uitdrukt. Misschien was de grondbetekenis zo veel als ‘zwellen’.
Lijkt me een plausibele verklaring. In de buurt van Vichte liggen namelijk ook Sint-Eloois-Vijve en Sint-Baafs-Vijve, beiden, zoals Vichte, gelegen aan de Gaverbeek/Kasselrijbeek, vroeger inderdaad – zo blijkt – Vijve geheten.
Proficiat!
‘Vichtel’ herinnert me overigens aan het Limburgse dialectwoord ‘hamfel’, dat ‘handvol’ betekent. Meervoud hamfele, verkleinwoord hemfelke.
Dank je!
Hamfel vind ik een genot voor oog en oor, die zal ik beslist onthouden. Mooier nog dan Achterhoeks vosper en Twents vospel, beide ‘voetspoor’.
Toevallig trouwens, dat er in het Oudgermaans een bijvoeglijk naamwoord *hamfaz bestond, waarvan Gotisch hamf ‘verminkt’, Oudhoogduits hamf ‘kreupel’ en Oudsaksisch háf ‘met verminkte handen’.
Hartlike gelukwensings en baie lekker inspirasie toegewens vir die toekoms!
Baie dankie!