Als een kunstige koortsdroom woedt The Northman (2022) op het witte doek: vlagen van vervoering in heidense geest wisselen met botbrekend geweld in de hervertelling van een oud en eenvoudig verhaal—over de koningszoon Amleth die zijn vader wreken zal.
Geknipt voor zijn rol speelt de lange Alexander Skarsgård de oudere Amleth die begin tiende eeuw zijn dagen slijt als wijking, roeiend in langschepen, loeiend in heidense woedekringen om het vuur, om bij dageraad huilend met zijn wolvenroedel dorpen te bestormen voor het winnen van slaven, echte Slaven in dit geval.
Liefhebbers van taal kunnen hun hart ophalen aan de dichterlijke wendingen, aan de zinnen van mensen die gaan sterven of doden, en de voorspellingen die met wervelende kracht gedaan worden ten overstaan van de goden boven en onder. Dit was evenwel te verwachten, want maker Robert Eggers heeft met zijn eerste twee werken, The Witch (2015) en The Lighthouse (2019), reeds getoond een oor te hebben voor het weven van woorden. En in dit geval is hij bijgestaan door de IJslandse dichter Sjón.
Deze keer had Eggers meer geld te besteden en dus ook de taak om meer mensen aan te spreken. Het verloop is vloeiend, maar dit is geen gemakkelijke zit die veel medeleven wekt. Harde gevechten zwepen op doch zijn akelig en worden door grimme naslepen gevolgd. Vereenzelviging met Amleth of enig ander van deze zielen zal voor de meesten een uitdaging zijn. Enige tederheid is slechts vluchtig. Dit is een wereld van daad en wederdaad, met diep besef van de onontkoombaarheid van het noodlot.
Sterk is de zorgvuldigheid waarmee het allemaal is uitgebeeld, zoals Eggers ook in zijn eerdere werk heeft laten zien. Anders dan bijvoorbeeld de reeks Vikings, waarin de mannen met hun overdaad aan leer en gelikte kapsels erbij lopen als bendeleden, heeft The Northman kleding en stijlen volgens de inzichten van deskundigen. Het draagt allemaal bij aan schitterende beelden.
Welgestaafd zijn ook de rauwe plechtigheden waarmee deze heidenen hun vroomheid en volwassenheid tonen. En zo nu en dan zien we het bovenmenselijke gebeuren, of misschien eigenlijk niet, zoals wanneer een heuse walkeur, een goddelijke schildmaagd die krijgers van het slagveld pikt, haar intrede maakt op een hemels wit ros. Haar tanden hebben kerven, bekend van graflijken uit die tijd in het noorden.
Eggers en Sjón hebben zich wel de nodige vrijheden veroorloofd met het verhaal zelf, zoals William Shakespeare met Hamlet er ook een geheel eigen draai aan gegeven had. Oorspronkelijk speelde het zich af in Jutland ruim vóór de dagen dat wijkingen uit Scandinavië andere kusten teisterden. We hebben het over de eerste eeuwen van onze jaartelling, toen Jutland nog niet door de Denen was ingelijfd en het volk aldaar nader tot de Engelsen, Friezen en Saksen stond.
In Eggers uitvoering reist Amleth af naar IJsland met diens adembenemende vergezichten. Hij duikt er in een eeuwenoude grafheuvel, alwaar een dode vorst in volle tooi gezeten is. Die uitrusting stamt ook echt uit eeuwen eerder, de zogenaamde Vendeltijd die van 550 tot 800 na Chr. duurde. En dat is evengoed een kleine misser, want IJsland was toen nog niet bewoond door Noormannen.
The Northman verdient het om op het grote scherm gezien te worden en draait wellicht nog maar enkele dagen. Grijp die kans bij de keel en steun dit werk, opdat er meer van zulks gemaakt wordt.
The Northman (Universal Pictures, 2022)
Het zou toch in het ijslands moeten gesproken worden. Vraag raad aan Jackson Crawford.
Had ik moeten zeggen: in The Northman wordt hier en daar Oudnoords gesproken, met name in lied en plecht. Elders ook Oudrussisch!
Shakespeare schreef Hamlet tussen 1599 en 1601. Saxo’s Latijns werk werd voor het eerst gedrukt in Parijs in 1514. Een verhaal zoals dat van Hamlet als ‘dwaze held’ werd al lang in verschillende Indo-Europese culturen doorverteld. Men gaat er meestal van uit dat Shakespeare geïnspireerd werd door het verhaal in de twaalfde-eeuwse kroniek van Saxo Grammaticus, de ‘Gesta Danorum’ waarin het leven van een zekere Amleth wordt verteld.
Dat in IJsland een mythisch landschap van de wikingen wordt herkend is mooi, maar dat kan en mag niet worden gebruikt in het verhaal van Amleth. De vroegste wikingen (migranten) kwamen uit het zuiden en Amleth is nog een kind uit het zuiden, een lid van de Scaldingi, een kind van de Schelde. Dat men in het noorden de wiking-cultuur koestert is aandoenlijk. Toch vind ik dat ze er zich moeten van bewust zijn dat pas met de komst van die zuiderse migranten of wikingen er daar in het noorden een wikingcultuur ontstond. De cultuur daarvoor was ook zeer boeiend, maar hoort vooral thuis in een heidense Germaanse wereld, nog niet in de wereld van de wikingen. Amleth in de film voorstellen als een vechter en een soort kruising van een beer en een wolf is niet wat de oudste bron over Amleth schrijft. Het gaat bij Saxo Grammaticus vooral over een dwaze held!
Saxo haalde inspiratie uit het noorden maar mengde dit met de volksverhalen die de zuiderlingen meebrachten. Die heidenen zouden samen met de plaatselijke bevolking de wikingcultuur blijven eren. In menig artikel van mij bespreek ik volgende hypothese die ik tot nu toe voor meest mogelijk houd. Wikingen hebben heel wat bijnamen en kennings gekregen, maar ‘Den, Dan, Dane, Dene, enz. zijn naast noor(d)man de meest gebruikte. Om verwarring uit te sluiten heb ik het als volgt opgelost: Een deen is voor mij een West-Europese valleibewoner, vooral uit het Scheldebekken en omgeving. En die denen worden samen met ander volk Denen, inwoners van Denemarken. Er zullen nog veel historische boeken moeten worden geschreven om uit te maken wat precies deens of Deens was in de wikingtijd. Het noorden had verhalen en zocht naar plaatsen die ‘zouden kunnen passen’ en het zuiden had plaatsen en zou best zoeken naar de verhalen die er bij kunnen passen…
Saxo schreef dat er een vlakte of heide was in Jutland die beroemd was als de begraafplaats van Amleth en dat die plaats naar hem is vernoemd. Daar heb ik op gestudeerd. Ook in Vlaanderen is er een tijd geweest dat er Jutten woonden. Ik ben tot de slotsom gekomen dat de meest logische uitleg er in bestaat dat men moet aannemen dat de deen Amleth uit Hamme aan de Schelde kwam. Hier passen alle puzzelstukjes samen. De namen, toponiemen en hydroniemen passen en er is zelfs een belangrijke Merovingische begraafplaats teruggevonden. Een nog altijd levend volksverhaal in Hamme geeft ons het verhaal van een dwaas dat past bij het levensverhaal van Amleth. Meer dan die logische uitleg vinden kan niet. Bij het bestuderen van de vroege middeleeuwen is het moeilijk om als historicus meer te geven dan zijn of haar hypothese. Iets wat ik ook doe met … Was Hamlet geïnspireerd op een deense prins uit het Scheldegebied? … De conservator van het wikingmuseum te Hamme acht mijn hypothese sterk genoeg om mijn artikel in het volgende jaarboek van de heemkundige kring af te willen drukken.
Zie https://www.academia.edu/76194798
Maar laat ons vooral genieten van de film!
Boude stellingen, Luc! Enkele bedenkingen alvast:
Wat zijn de onmiddellijke aanwijzingen dat er een noemenswaardige verhuizing van West-Germanen (in het bijzonder vanuit Vlaanderen) naar het noorden was en dat die mensen denen genoemd werden?
Je noemt de naam Scaldingi. Bij mijn weten komt die alleen (driemaal) voor in de Historia de Sancto Cuthberto van Symeon van Durham (1096–1129), in verband met de Denen in Engeland in de negende eeuw, niet in verband met Amleth. Het is niet uitgemaakt of Scaldingi werkelijk van een voorloper van Schelde is afgeleid. Indien wel, dan zou die naam goed kunnen slaan op de destijds in Vlaanderen neergestreken Denen en hun Vlaamse strijdkrachten.
In je stuk schrijf je: “Juten hoorden bij de denen die in de vijfde eeuw leefden in Vlaanderen onder de naam Euten” en in een noot noem je oude, overgeleverde vormen van die naam. Nu is het mogelijk dat sommige van die namen/naamsvormen sloegen op volk in/tegen het noorden van het Frankse rijk, maar ze worden pas vanaf de zesde eeuw genoemd, ná de grote uitzwerming van Angelen, Saksen en Juten. Met andere woorden, dit konden Juten wezen die vanuit Jutland waren ingeweken.
In je stuk stel je ook dat Amlethus/Hamlet eigenlijk een oordnaam is, en wel een onovergeleverde die samengesteld zij met een andere oordnaam (Hamme in Oost-Vlaanderen). Dat komt mij zeer onwaarschijnlijk voor, want zonder weerga. Of weet je andere voorbeelden van dergelijke naamsoverdracht van oord op man in die tijd?
Tot slot, het is zeer de vraag of het woord wiking/wijking als ‘migrant’ is op te vatten. In de vroegste overlevering betekende het ‘zeeman’. Het Oudnoords had daarnaast het vrouwelijke woord víking in de verbinding í víking, die ongeveer ‘op zeeroofreis’ betekende, met de bedoeling om terug te keren met de buit, niet zozeer vestiging elders.
Dag Olivier,
Mijn veronderstellingen zijn inderdaad wat gewaagd, maar ik roek van de gebeurtenissen zonder mij te laten leiden door interpretaties van anderen. Mijn zoektocht is persoonlijk en ik probeer de meest logische uitleg op te bouwen.
Je vragen waren talrijk en ik kan er hier maar kort op ingaan. Zie mijn artikelen. Niemand hoeft mij te volgen, maar ik ben het aan mezelf verplicht om te schrijven wat ik logisch vind. Als dat voor sommigen bedenkelijk overkomt, heb ik daar geen problemen mee. Alleen sterkere argumenten dan die van mij kunnen mij weer van gedacht doen veranderen.
Toch een paar korte antwoorden.
De ‘denen’ zullen wel zijn verhuisd van noord naar zuid en omgekeerd. Ze zaten gewoon rond de Noordzee. Maar die belangrijke weg naar het noorden van de heidense denen gebeurde volgens mij door een aantal machthebbers met hun aanhang uit het Scheldegebied en dat zullen geen noemenswaardig grote groepen zijn geweest.
Noorderlingen was een naam die men aan het Frankische hof gaf aan (Germaanse) heidenen die geen Francien praatten en dat noorden begon voor hen vanaf de streek die heidens en Germaans was, vanaf het noorden van Francia tot aan de grenzen waar die heidenen of denen woonden, de dene-marken.
Er waren nogal wat denen. In Beowulf kregen de denen vooral West-Germaanse namen: Beorht-Dene (Berht, schitterende of Burcht Denen) Gár-Dene (Speer Denen) Hring-Dene (Ring Denen) Ingwine (Ing of jonge vrienden, bij Tacitus Ingvaeones) Scyldings (Schelde of schild jongelingen) Súð-Dene (Zuid Denen) en West-Dene (West Denen) Éast-Dene (Oost Denen) Norð-Dene (Noord Denen).
Etymologisch kan de naam ‘dene’ zelf al veel uitleggen. En dat hun naam uiteindelijk alleen in ‘Dene-marken’ zou blijven bestaan is niet zo bijzonder.
‘den, dene, dan, dane, enz.’ betekende in het
-(Oud-)Nederlands en Saksisch: woud, bosdal, hol, nest, laag, schuilplaats, bosweide, lid van het volk der Denen, wildedieren-schuilplaats, (kleine) vallei, zandbank, vlakte
-(Oud)Engels: lair, sett, earth, drey, lodge, burrow, hole, tunnel, cave, dugout, hollow, covert, shelter, hiding place, hideout.
-Oudsaksisch: Dene, denu (vallei,), Dæneland, Deneland (vallei) Dene (Deen) Denisc (van de vallei) Deniscen (Denen) denn (bosweide).
-Cognaten: Proto-Germaans *danjan; Nederduits denne, laag land, bosvallei; Oudengels denu, vallei; Oudfries dene laag; Oudhoogduits tenni, Duits tenne, dorsvloer uit PIE *dan- *den-, lage grond.
-Een deen is dan iemand die op die bepaalde plaatsen leefde. Het werd vooral negatief gebruikt omdat het heidenen waren die werden beschreven door christenen.
Over ‘Denen’ had ik net als jij dezelfde gedachten tot ik bij het bestuderen ontdekte dat dat allemaal in de praktijk niet echt kon. Denen verschijnen overal in de vroege middeleeuwen en menig historicus heeft zich al afgevraagd hoe dat mogelijk kon zijn. Er zijn nergens historische verhalen te vinden van grote groepen noorderlingen die naar het zuiden trokken. Dat is alleen als latere hypothese naar voor gebracht en zo naverteld.
Na de slag bij Sathulcurtis (881) keerde Hludwig III naar huis terug en kampte hij in de buurt. Daar kreeg hij te maken met opstandige bewoners die denen waren, onder andere in Coppenaxfort, in Strum en in Dennebroeucq (Denebroc in 1173) bij Sint-Omaars. En de verliezende denen vertrokken niet weer naar het noorden maar naar plaatsen in Vlaanderen, onder andere Kortrijk, Gent, Leuven en Doornik.
Ik beschrijf hoe in Normandië oude topografische namen met een Noors element niet te vinden zijn, maar wel tot 60 toponiemen met een ‘dani’ element. De Normandische Germaanse taal taal werd omschreven als ‘Daneiz, Daneis, Dacisca lingua, la Danesche lange, la Danesche parleure’. En die taal was Diets en niet Noords, iets wat ik ook heb proberen aan te tonen. Vergeet niet dat alle gebruikte noordse namen voor de wikingen van honderden jaren na de wikingen zijn en vooral van Snorri Sturluson. In de oudste documenten zijn hun naam West-Germaans.
In het gevolg van Karel de Grote was een Friese vorst die gelijktijdig werd aangesproken als Gondebuef le Frison, Gondebuef le Flamenc en Gondebuef le Vanduel. Sigfried de deen, stichter van het huis van Wijnen (Guînes) beschreef men in de Annales Bertiniani als deen, northman (Normandiër) en Vlaming en die Sigfried de deen was volgens Lambert een edelman in Vlaanderen van deugdelijke afkomst. Hij was een nakomeling van de christelijke Frankische edelman Walbert (Sint-Waldebert) uit de zevende eeuw, graaf van Ponteland, Terwaan, Sint Pol, Arke en Giezene. Knoet die onder andere koning werd in Engeland zag zichzelf als deen, Scalding, Zeelander, Vlaming en later ook als Scandinaviër. De negende eeuwse Ubbe was zowel een Scheldeman, een deen en een Fries.
Is Hamlet een oordnaam? Dat kan best mogelijk zijn. Bestaande familienamen als Schelde, Schelden, Scheldt, Sambre, Vliet, enz. tonen dat het kan (of kon). Uit de verre tijd had je Beren (Björn, Bier) Isernside, wat ik interpreteer als Iserns ide, veilige ankerplaats bij de Ijzer (eventueel veilige ankerplaats van de ijzeren, de harde). Hij heeft het als ‘beer’ moet opnemen tegen Baldwin I. De Frankische grensgraaf van Karel de Grote heette Roeland, wat Hruotland betekende, letterlijk ‘groot land’ en dus heerser van een beroemd land.
Dat ik de wikingen als ‘migranten’ aanduidde is maar één van hun kenmerken natuurlijk. De naam kon zeeman (op zeeroofreis) betekenen, maar had nog tal van andere betekenissen. Zie ‘Wikings… What’s in a name’ op https://www.academia.edu/60262951
Ik kom nog even terug op Jackson Crawford.Hij is een taalgeleerde in de Scandinavische talen.In vele filmpjes op youtube legt hij bepaalde aanzichten van de Noord Germaanse beschaving bloot.Een leuk velmpje dat de moeite waard is om te bekijken is een taalspel, waaraan 3 kandidaten deelnemen.Een Deen, een Noor en een Ijslander.Hij legt hen teksten voor uit het oud noords en zij moeten dan met behulp an hun eigen taal deze regels trachten te vertalen.De moeite.
Jackson Crawford heeft inderdaad een schat aan inlichtingen op beeld. Heb ook al eens naar hem verwezen, in mijn stuk over de benaming Alvader.
Beste Olivier,
…dat Amlethus/Hamlet eigenlijk een oordnaam is, en wel een onovergeleverde die samengesteld zij met een andere oordnaam…
Mag ik hier nog eens op terugkomen. Ik heb daar nog wat over doorgedacht en moet toegeven dat mijn reactie daarover niet echt dat was wat ik wilde weergeven. In mijn tekst staat letterlijk …De naam Amleth zou zo kunnen verwijzen naar de plaats van waar hij afkomstig was…
Amleth kwam terecht in den vreemde en als men daar iemands naam niet kende dan kon men hem of haar alleen nog aanduiden door de streek te noemen waar hij van afkomstig was. Hier ging het dan over de man die uit Ham aan de Lede kwam. Deze aanduiding moet volgens mij dan geleidelijk verder zijn ontwikkeld, doordat de Frankische gewoonte om mensen te benoemen naar een oord ingang had gevonden. Zo werd een omschrijving uiteindelijk toch een een naam.
Wat late opmerking, maar bedankt voor deze filmbespreking. Zowat zelf een kunstwerk! Om in te lijsten.:)
Wat een lof, bedankt! Ik heb het ook met genoegen geschreven.