In een vlaag van woordenliefhebberij heb ik mij de afgelopen dagen verdiept in de Friese woordenschat. De uitkomst is een lijst van Friese woorden die ik om een of meerdere redenen bijzonder acht. Het is niet bedoeld als een naslagwerk, maar als een kennismaking. De lijst is hier te vinden en ook onder ‘Lijsten’ hierboven in het hoofdmenu. Bij deze lijst leg ik ook uit wat ik onder ‘bijzonder’ versta.
Binnenkort volgt ook een lijst van bijzondere Groningse woorden. (Latere toevoeging: die staat inmiddels hier.)
“Hm” zei Tom Poes.
De “bolle” kennen we ook in het Tweants, evenals de “balg” voor “boek” (buik).
We zeggen: “zet oe es daal” voor “ga eens zitten” en als iemand vreselijk ongenietbaar is, issie “grammieterig” en kan je een “gleunige” hekel aan ‘m krijgen.
Enzowieter. 😉
Het is het “Hollands” dat zoveel taalpracht kwijt is geraakt…misschien omdat de literatuur die daarin geschreven werd de laatste decennia van die navelstaarderige moderne strapatsen bint ewest. 😛
Ik zag vanmiddag in mijn -nieuw tweedehandse- Frysk Wurdboek ook al “elf” staan. Ik was op zoek naar “elft”. Wyrd, anyone?.
Ha, wat mooi! Ik had ook al wat woorden gevonden die ook in het Gronings voorkomen. Misschien dat we binnenkort samen een lijst ‘Bijzondere Twentse woorden’ kunnen maken.
Wat je zegt over de hedendaagse letterkunde onderschrijf ik. Ligt het aan mij of worden dichterlijke woorden door de meeste schrijvers als de pest gemeden? Ach, om eerlijk te zijn: ik lees zelden nog modern spul.
Ik baal trouwens dat ik de herkomst van elf ‘verstandig’ niet weet. Het zal vast geen afleiding bij elf/alf ‘mythologisch wezen’ zijn. Al waren de oude elven natuurlijk heel verstandig en belewit.
(En Wyrd inderdaad!)
Wel leuk inderdaad, maar het Gronings/ommelands is ook een onderdeel van het oude Fryslân geweest.
Vandaar de vele gedeelde woorden.
Nog even wat toevoegingen die wij nog veel gebruiken :
Warber : actief, wakker
Min : moe, slecht
Avensearje : opschieten
Skjin oan ein : moe, kapot, versleten (schoon aan end)
Earmtakke : elleboog (vertakking van de arm)
Fernuverje : verbaasd, vreemd vinden
Skilige/skilich : schele, scheel
Poppe : baby, zo’n jong mens dat het nog geen kind is.
Poppeslok : gebruikelijke viering van pasgeboren kind met een slok drank.
Knibbel : knie
Opsternaad : baldadig, boos, vervelend
Sykhelje : benauwd ademhalen
Ruf : uitwasbare luier
Jiske : as
Baarch : varken
Skiep : schaap maar ook schapen (ien skiep, twa skiep)
Knyn : konijn
Jittik : azijn
Sipel : ui
Slim : erg (hy is slim siek/hij is erg ziek)
Bonke : bot, been
Skynbonke : scheen(been)
Bonker, in hurden : erectie, een harden
Pûde : zak, tasje
Bûse : broek of jaszak
Mieger : scheldwoord voor een zuinig of schier iemand.
Miege : pis/urine
Jarre : vloeibare stront/mest/gier
Dong : stront met stroom als mest
Tonger : donder
Tsjil : wiel
Fleantsjil : vliegwiel
Nitraat soer : salpeterzuur
Fergasser : carburateur
Sûpe : karnemelk
Ies : hoog liggend (wei) land
Kan nog wel even doorgaan maargoed :p wel even mooi zo
Als je “neiteam” ietwat jolig bekijkt krijg je “it nije team”: het nieuwe team. 😛
Ik heb als niet-Fries ook niet echt een gevoel voor wat dichterlijke woorden in het Fries zijn. Misschien komt neiteam ook voor veel Friezen over als “it nije team”. 😉
Trouwens, ik heb de lijst nog een beetje uitgebreid. Twee van mijn favorieten zijn nu geafreon en kweafreon.
Ik kwam dit lijstje met Friese woorden tegen, (http://www.dbnl.org/tekst/beer004onze01_01/beer004onze01_01_0042.php)
van het overgrote deel had ik nog nooit gehoord. Alleen ‘sneu’ ken ik van op de Nederlandse televisie. Komt het oorspronkelijk uit het Fries net zoals klunen? Hoeveel Friese woorden hebben het eigenlijk tot de Standaardtaal geschopt? (fierljeppen heb je ook nog maar ik bedoel eerder alledaagse woorden). In het lijstje staat ook ‘slatten’ en ‘verhippen’, zijn dit woorden die ook in Nederland begrepen en gebruikt worden en met dezelfde betekenis ? Voor verhippen krijg ik op het web zowel de betekenis ‘verrekken’ als ‘bijna omkomen van de kou’ (net iets sterker dan verkleumen?).
Het Fries beschikt over een heleboel krachtige woorden die in het Standaard Nederlands lijken te ontbreken, hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de “Nederlandse dialecten” (over de grenzen heen), enkele voorbeelden uit het lijstje: lieren, heinen (hier kan ik me zelfs niets bij voorstellen), gnobben,… gaaps, oogwijding en opschranderen zou ik zo overnemen, echt leuke woorden die de taal verrijken!!
Bij voorbaat dank voor de opheldering 🙂
Mooi lijstje! Ik vind ook vooral oogwijding een mooi woord.
Het lijstje betreft overigens niet het Fries, maar het Stadsfries, een mengtaal van 16e eeuws Hollands en Fries.
Het woord sneu is voor zover ik weet oorspronkelijk oostelijk Nederlands; de standaard Nederlandse vorm is snood. Het komt van Oudgermaans *snaudiz ‘schamel’.
Bekende woorden die het Nederlands aan het Fries heeft ontleend: eiland, kapen, krioelen, robbedoes, sjouwen, terp en tjalk. Er zijn meer, maar dat zijn ofwel minder gebruikelijke woorden ofwel woorden waarvan het niet zeker is of ze werkelijk uit het Fries komen, zoals vieren ‘een touw laten uitlopen’.
Het Nederlands is een mengeling van Saksisch, Fries, Frankisch en tegenwoordig veel Engels, dit is door de eeuwen heen tot een eigen taal ontwikkeld.
Hierdoor zijn erg veel woorden soorte van gelijk.
Ook met het Engels is Fries een soorte van voorouder, oud-Fries en oud-Engels zijn 2 aardig identieke talen wat later opgesplitst is.
Het Friese woord sneon (zaterdag)vgl het Duitse Sonnabend ,zou afstammen van het oud Friese woord Snion .Klopt dat ?
Het woord ‘kwier’ kennen wij ook met de betekenis als ‘ zoet’ van , deze koek is heel kwier. Dit gebruiken wij in het Huizumers.
Bij ‘ zoet’ in het Fries zeggen wij ‘swiet’ ook van eten .
In de betekenis ‘zoet’ beantwoordt kwier dan mooi aan Gronings kweer ‘walgelijk zoet’. Maar is het Huizumers echt Fries of kan het tot het Liwwadders/Stadsfries worden gerekend?
Wat sago derby om it sop te binen.
ik bin hjir oanlâne doet ik socht nei “sykhelje”
Op zich aardig, zo’n lijstje, maar etymologisch toch niet zo reëel. Het Nederlands is een modernere taal dan het Fries. Het Fries heeft oudere wortels in de Germaanse talen dan het Nederlands, en de relaties liggen ook wel wat noordelijker, in Scandinavië bijvoorbeeld. Bern bijvoorbeeld heeft een equivalent in het Noorse barn, wat van gotische oorsprong is.
Etymologisch niet zo reëel? Ik begrijp niet wat je bedoelt. Het is een lijst van woorden die ik om verschillende redenen bijzonder vind; niets meer, niets minder.
Het Fries heeft geen oudere wortels in de Germaanse talen dan het Nederlands. Het zijn beide Germaanse talen en ze hebben aldus even oude wortels in het Oudgermaans. Kan ook niet anders.
Noors barn is niet van Gotische oorsprong. Het Noors behoort tot de noordelijke tak van het Germaans, het Gotisch tot de oostelijke.
Het woord “Barn” wordt in alle Scandinavische talen gebruikt. Het is van Noordgermaanse oorsprong.
Een verwant woord wordt ook nog steeds gebruikt in delen van Schotland (in de Germaanse taal Schots als “Bairn”). Bern werd ook gebruikt in Angelsaksisch.
Zowel het woord “barn” als het woord “kind” hebben ook een Oergermaanse oorsprong.
Westgermaans *barn overleefde ook in de vorm van Middelnederlands baren ‘kind’ (tevens in moederbaren).
Die e verschijnt tevens in de ontwikkeling van Westgermaans *farn (plant) tot Middelnederlands varen en vandaar Nederlands varen.
“Dreech” is voornamelijk in gebruik in het Fries als zijnde een vorm van “moeilijk”. Dit als in:
* niet gemakkelijk, waar moeite, geduld en inspanning voor vereist is
* Veel inspanning kostende om te doorstaan.
* Veel inspanning kostend om te doen of te begrijpen.
* Niet gemakkelijk, waar moeite, geduld en inspanning voor vereist is.
Bijvb.:
“Dat is een moeilijk persoon” “Dat is in dreech persoan”
“Een moeilijke klus staat ons te wachten” “In drege taak wachtet ús”
Dank, ik heb heb het gewijzigd naar ‘stevig; degelijk; moeilijk’.