Dustsceawung

Wrætlic is þes wealstan/ wyrde gebræcon

burgstede burston/ brosnað enta geweorc.


(Wonderlijk is de steenwal/ door het lot gebroken.

De burgstede gebarsten/ broos brokkelt het Ettenwerk.)

Uit: The Ruin

Er is een woord in het Angelsaksisch dat me in mijn hart trof toen ik het voor het eerst las: dustsceawung, de contemplatie van het stof. Om het in eenvoudiger taal te zeggen: stofschouwing.

Ronddwalen door nielen heeft mij altijd bekoord, of het nu een oeroude burcht betrof of een vervallen steenfabriek. Je voelt je opgenomen in een groter verhaal, de romantiek van het onbekende verleden, waarvan je welhaast de weerklanken nog om je heen kunt waarnemen. Het woord is me dan ook op de ziel geschreven.

In het Engelse dorp Dunwich bevinden zich nog overblijfselen van een Franciscaner abdij, Greyfriars’, dat in vervlogen tijden deel uitmaakte van het Middeleeuwse Dunwich. Deze stad was lange tijd een zeer welvarende, maar viel ten prooi aan verzanding van de haven, en na een gestage periode van verval, uiteindelijk aan de zee. Het zijn plaatsen zoals deze, waar men de geesten van het verleden nog meent te zien, waar men tijdens stormen de kerkklokken nog hoort luiden…waar zich misschien wel fabelachtige schatten bevinden.

Het zijn deze nielen die ons leren dat zelfs het werk van Ettens vergankelijk is, ook dat wat wij smeden, bouwen en bewerken. Dan dringt zich de vraag op die de zanger op de Alan Parsons Project LP Pyramid zich stelt:

“If all things must fall/ Why build a miracle at all?”

Terug naar dustsceawung: het eerste deel is gemakkelijk genoeg: dust; stof. Het is verwant aan dons, en we vinden in het Mnl: donst, dust, doest en een Hollandse variant duist; dons, zaagsel, kaf. De Proto-Indo-Europese (PIE) wortel zou *dheu- ‘stof, rook, walm’ zijn, welke dan in het Oudgermaans *dunstaz zou luiden. Het etymologisch woordenboek vergelijkt ook het Latijnse fumus, dat in het hedendaags Engels weer fume, rook, walm geeft. Verder weg vinden we in het Sanskriet Dhu-, dat ‘schudden’ beduidt. Het beeld van mensen die al schuddend kaf van koren scheiden in stuivende stofwolken doemt op.

Het tweede deel is sceawian, zien, afkomstig van West-Germaans *skauwojanan; ergens naar kijken, iets zien. Het Nederlandse evenwoord is dan niet zien, dat er wel wat op lijkt, maar schouwen, dat in onze taal ook schoon oplevert. De uiteindelijke PIE wortel luidt dan *skeue- ‘acht slaan op, ontwaren, laten zien, in het zicht stellen, bekend maken’.

Het begrip is dan de beschouwing van het tot stof vergane, datgene dat overbleef na het schudden, het wannen van de tijd of, als je het net anders bekijkt, ook het stof zelf dat zich in het zicht stelt om tot beschouwing uit te nodigen. Het is jammer dat wij zo’n woord niet kennen, wellicht is de AngelSaks toch een ander wezen dan de Hollander of de Frank, maar een voorstel wil ik niettemin toch neerzetten: dustschouwing. Niet spectaculair of ingewikkeld (dust klinkt als lust en is ook een Middelnederlandse variant), maar ik ga in elk geval eens fijn dustschouwen bij een in de buurt gelegen niel.

3 gedachtes over “Dustsceawung

  1. Het is een prachtig woord inderdaad; dustschouwing moet ik nodig eens gaan doen. In Noord-Nederland zijn alleen niet zo veel nielen.

    Overigens heb ik vorige week wel aan schouwdusting gedaan, na dagen van knapperend haardvuur. Dat lijkt een flauwe grap, maar sta er maar bij stil hoe wonderlijk het is dat verteerd hout door de kamer dwarrelt.

  2. Doet me denken aan het verdronken land van Saeftinghe, waar men volgens de legende de verdronken kerkklokken tijdens stormen nog kan horen luiden.Ik vind hier een gekke woordspeling want
    Saeftinghe werd in de 13e eeuw ingepolderd door het bedeslot TER DOEST.De naam heeft waarschijnlijk niets met de LAAS (uit lezen,las,gelezen dus tekst-Guus Kroonen) te maken, maar ik vond het wel leuk om even te vermelden.

  3. ja, ik voeg er nog graag pittige weetjes aan toe he. Maar 10km ten
    zuiden van Antwerpen, ligt er een gemeente met de naam ‘NIEL’, aan de Rupel in de kleibakkersstreek.En ja hoe luidt hier de verklaring :
    voorover geworpen, in de diepte, afgeleid van NIHWULIA.Namen op niel
    betreffen steeds plaatsen die zich in een terreinverlaging bevinden.
    Niel betekent laaggelegen plaats.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.