De Heer der Ringen: Tolkien opnieuw vertaald

Sinds de verschijning van The Lord of the Rings van J.R.R. Tolkien is in al die jaren maar één Nederlandse vertaling uitgegeven, het bekroonde werk van Max Schuchart. Gezien de invloed en taalkundige diepgang van het boek kunnen we ons afvragen of een andere poging geen kwaad kan; een die bijvoorbeeld geen elfen maar elven heeft. Lees verder De Heer der Ringen: Tolkien opnieuw vertaald”

Múdspelli

Also available in English.

In de Germaanse letterkunde van de vroege Middeleeuwen bestaat een zeer geheimzinnig woord dat telkenmale in één adem wordt genoemd met vuur en verwoesting en het einde van de wereld, te weten Múdspelli. Het is onduidelijk wat het letterlijk betekent en de vraag is bovendien of het oorspronkelijk een christelijk begrip is of dat het uit het oude Germaanse heidendom stamt. Er zijn al vele voorstellen gedaan, maar geen ervan is echt overtuigend. Valt er dan wellicht een nieuwe duiding te bedenken?

Lees verder “Múdspelli”

Het gebroken licht

Op een gedenkwaardige avond in 1931 zei C.S. Lewis tegen zijn vriend J.R.R. Tolkien dat mythes veredelde leugens zijn. Tolkien was het niet met hem eens en schreef het gedicht ‘Mythopoeia’, een vurig pleidooi voor mythes en scheppende taal. Het maken van mythes is geen zelfbedrog, aldus Tolkien, maar een geboorterecht van de mens en een weg naar wijsheid en schoonheid.
Lees verder “Het gebroken licht”

Sigelhearwan

Toen de Angelsaksen in Brittannië meer dan duizend jaar geleden vele verhalen uit de klassieke en bijbelse wereld opschreven in hun eigen taal, het Oudengels, vertaalden ze doorgaans niet de namen van mensen en volkeren en landen. Hooguit voegden ze ter verduidelijking eigen woorden toe. De Romeinen waren domweg Rómáne dan wel Rómwaran, de Grieken Grécas, de Israëlieten Israélas, de Egyptenaren Egipte, enzovoort. Maar merkwaardig genoeg gebruikten ze uitgerekend voor de Ethiopiërs steevast een volstrekt eigen benaming, namelijk het raadselachtige Sigelhearwan – alsmede latere nevenvormen als Sílhearwan en Sigelwaras.

Lees verder “Sigelhearwan”

Over hobbits en azalea’s

Op het vorige week gehouden poëziefestival in Rotterdam werd liefhebbers de kans geboden in het bijzijn van een dichter, een vertaler en andere belangstellenden, een aantal gedichten te vertalen. Nou ben ik niet erg vertrouwd met het onherbergzame landschap der moderne poëzie, maar de mogelijkheid om een aantal van deze  bijeenkomsten bij te wonen wilde ik niet mislopen. Vertalen, en in het bijzonder het vertalen van scheppend, dichterlijk taalgebruik, heb ik altijd de beste manier gevonden om mijn beheersing van bron- en doeltaal bij te schaven.

Lees verder “Over hobbits en azalea’s”

Verloren in vertaling

Poëzie is wat verloren gaat bij het vertalen. Dat was althans de mening van de Amerikaanse dichter Robert Frost (1874-1963). Het is een veelgehoorde opvatting, en niet zonder reden: meer nog dan prozaschrijvers, spelen dichters voortdurend met de ritmes en bijzondere beelden, gedachten, en subtiele associaties van woorden. Wie kan bijvoorbeeld zonder de dreunende, monotone klank van het woord ‘tomorrow’, Macbeths beroemde klacht ‘Tomorrow, and tomorrow, and tomorrow’ vertalen?

Lees verder “Verloren in vertaling”

Nibelungenlied – een bespreking

Wee uw vrije uren in dit najaar, want het Nibelungenlied is opnieuw vertaald; ditmaal door Jaap van Vredendaal, die eerder voor zijn rekening nam de Heliand, het vermaarde Oudsaksische heldendicht over Jezus.

Het Nibelungenlied, voor wie zich nu achter de oren krabt, is een Duits heldendicht dat rond het jaar 1200 door een onbekende is opgeschreven in het Middelhoogduits, de voorloper van het hedendaags Hoogduits. Het bijna tienduizend regels tellende rijmwerk wordt gezien als een van de pronkstukken van het Duitse erfgoed; het is een zeer voornaam voorbeeld van de christelijk ingegeven hoofse letterkunde van de middeleeuwen. Doch evenwel is het een nagalm van de Germaans-heidense houding van genadeloze en volstrekte wraak binnen een reeks van lotswendingen die leiden tot de doem van menig ziel. Het Nibelungenlied eindigt niet met “en zij leefden nog lang en gelukkig.”

Lees verder “Nibelungenlied – een bespreking”

Land-van-de-rijzende-zon

Hoezeer ik ook de taal liefheb die gevormd is langs de weerbarstige Noordzee, soms voel ik toch een onweerstaanbare drang om even te ontsnappen aan deze omheinde uithoek van de Westerse Wereld. Dan denk ik mij graag temidden van neersneeuwende kersenbloesems en overhangende pagoda’s in het land waar – in de woorden van één inwoner – niet het helle licht wordt aanbeden van de vermeende vooruitgang, maar de lange, eerbiedwaardige schaduw van een rijk verleden. Zo kwam ik ertoe mijn eerste stappen te zetten in de wereld van een taal die wellicht niets met de onze van doen heeft – maar toch veel over onszelf kan vertellen.

Lees verder “Land-van-de-rijzende-zon”

Verheven ernst

Tolkien mag zelf dan geen liefhebber van de Nederlandse taal geweest zijn, de eerste vertaling van The Lord of the Rings werd wél in ons land uitgegeven. Bovendien is vertaler Max Schuchart voor zijn werk aan In de Ban van de Ring onderscheiden met de Martinus Nijhoff-prijs. Dat we hem dankbaar mogen zijn voor zijn grote toewijding staat dan ook buiten kijf. Toch heb ikzelf, en velen met mij, me zo nu en dan geërgerd over enkele van zijn keuzes. Het deed me dan ook deugd toen ik vernam van een ‘alternatieve’ vertaling door mevrouw E.J. Mensink-van Warmelo, geschreven in de jaren zeventig en onder meer hier te vinden. Ze heeft dit kolossale werk klaarblijkelijk geheel op eigen initiatief en kosteloos volbracht – wat op zich al bewonderenswaardig is – en het resultaat is allerminst onverdienstelijk.

Lees verder “Verheven ernst”