Reizigers van verre

Elders in de peilloze ruimte van het heelal, getooid met zijn talloze werelden, moet leven van hoog verstand zijn. Of tieren zelfs. En toch zien we er geen tekenen van. Het is ijselijk stil aan de kimme van ons kunnen. Dit raadsel is de welbekende Fermiparadox—in goed oud Nederlands de wonderspreuk van Fermi. Eén mogelijkheid weegt zwaar: ze hebben ons allang gevonden. Lees verder “Reizigers van verre”

De een zoals de ander

Door scheiding komt verscheidenheid: een wordt een en ander en vandaar de vele zaken en wezens die er zijn—met verschillen en gelijkenissen. Zulk is de tauw, de ondoorgrondelijke schikking des bestaans. Door scheiding zijn ook tegenhangers, tweelingen en andere evenbeelden mogelijk, een waarheid die vervat zij in enkele oude, onderling verwante woorden en namen, waaronder Latijn geminus, Oudnoords Ymir en Fries Jimme. Lees verder “De een zoals de ander”

Zelfheid in de nieuwe wereld

Wat maakt wie wij zijn en hoe wij ons onderscheiden van anderen? Wat telt? Wordt dat beslist? En door wie dan? Zou het anders moeten? Net als eerdere zielen in deze wereld—misschien wel meer—is de 21ste-eeuwse mens in de greep van vragen als deze, bewust of niet. Het is het tijdloze vraagstuk van identiteit oftewel zelfheid. Lees verder “Zelfheid in de nieuwe wereld”

Het varen van de ziel

Toen de zendelingen in de Germaanse wereld te werk gingen zochten zij in de volkstaal een woord ter vertaling van het Griekse psūkhḗ en het Latijnse anima voor dat onstoffelijke en onsterfelijke deel van de mens volgens de blijde boodschap. Het werd *saiwalō, de voorloper van ziel, een woord dat kennelijk vrij van al te heidense voorstellingen was. Over de diepere oorsprong is lang getwist, maar nieuwe overwegingen zijn onthullend. Lees verder “Het varen van de ziel”

Een stel in een woord

De tauw—de onderliggende schikking van het bestaan—behelst tegenstelling en wederzijdse afhankelijkheid, waarbij het ene door het andere betekenis heeft. Zo weten wij wat warm is omdat wij koud kennen, en andersom. In de oude Zijderijkse wijsbegeerte wordt zulke tweeheid gevat in het bekende begrip yīnyáng, oftewel ‘donker en licht’. Niet toevallig is dat woord het toonbeeld van een stelwoord, zoals ook Gronings voaiemoeke ‘vader en moeder’ en Oudindisch dyāvāpṛthivī ‘hemel en aarde’. Lees verder “Een stel in een woord”

Zinzate

In een ander, minder druk Nederland waar het wild kan gedijen loop ik over oude holle paden van wij naar wij, de heilige oorden die vaak in bossen te vinden zijn. Vele zijn tevens hoven waar toegewijden in en om de houten zalen dagelijks hun geest en lijf oefenen, de tauw indachtig. Het leven is er eenvoudig en een van hun wijzen van bezinning is de meditatie, of zinzate zoals het daar heet, vaak met uitzicht op welvertakte bomen. Ik ga zitten en neem deel. Lees verder “Zinzate”

Heilige ruimte

Het is een vlucht uit de alledaagse wereld, wanneer ik weer eens door de bossen van Drenthe wandel en geniet van de beelden, geuren en geluiden—de rust—te midden van de bomen en vogels. Het is alsof ik weer opgeladen word na een tijd van geestelijke leegte. En toch heb ik dan alsnog ergens het gevoel dat er iets ontbreekt of dat ik niet helemaal heb gevonden wat ik zoek. Het is pas de laatste jaren, ten dele door mijn verdieping in een land aan de andere kant van de wereld, dat ik besef wat het is dat ik mis: heilige ruimte. Lees verder “Heilige ruimte”

De tauw

Het was een geweldig toeval, als het geen bevestiging van hogerhand mag heten. Ik zocht een voorouderlijk woord voor de onderliggende schikking van het bestaan en vond het Oudgermaanse *tēwō. Daarmee werd weliswaar ‘orde’ in het algemeen bedoeld, maar de Nederlandse voortzetting zou tauw luiden en laat dat nu ook de uitspraak zijn van tao, zoals de kosmische orde heet in de wijsbegeerte van het oude Zijderijk. Heden kan ik zeggen: de tauw als woord en begrip is van de hoogste waarde in de bezinning op het bestaan en de hernieuwing van onze taal en zeden. Lees verder “De tauw”