In afwachting van de huldiging van Willem-Alexander tot Koning der Nederlanden zal het land weer doordrenkt worden met oranje. Wee de zielen die liever een andere landskleur hadden gehad. En dat terwijl het meer toeval dan zinnebeeld is dat Nederland uitgerekend oranje als landskleur heeft. Het Nederlandse vorstengeslacht heet weliswaar het Huis Oranje-Nassau, maar Oranje in dezen heeft oorspronkelijk niets te maken met de kleurnaam.
Het Huis Oranje-Nassau is ontstaan in 1544 toen de elfjarige Willem van Nassau het vorstendom Orange in Zuid-Frankrijk erfde van zijn kinderloze neef René van Chalons en de Nederlandse geschiedenis binnentrad als Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. Dit Orange gaat terug op Arausio, de naam van een nederzetting in Gallië, vernoemd naar een Keltische watergod.
De kleurnaam oranje daarentegen heeft een geheel andere herkomst. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands beschrijft de lange reis die het woord heeft gemaakt: het is het ontleend aan Frans orange ‘oranje kleur; zoete sinaasappel’, dat is ontleend aan Spaans naranjo ‘sinaasappelboom’, dat is ontleend aan Arabisch nāranj, dat is ontleend aan Perzisch nārang, dat is ontleend aan Sanskriet n rān-gā-s ‘sinaasappelboom’, dat waarschijnlijk is ontleend aan een Dravidische taal (gesproken in wat nu Zuid-India is).
De Nederlandse landskleur is dus oranje omdat de naam van die kleur lijkt op de naam van het koninklijk geslacht: Oranje-Nassau. Taal kan de werkelijkheid soms op onverwachte wijze sturen.
Zouden wij ook een woord van eigen bodem kunnen bedenken voor de kleur oranje? Het is niet een kleur die rijkelijk voorkomt in het wild van de Lage Landen. Doch in vlammen en gloeiende kool toont het zich wel. Oranje is vlammend en een oud woord voor ‘vlammend, vurig’ is logen, een afleiding bij loog ‘vlam’ zoals stenen bij steen. Zo kunnen wij mooi onderscheid houden tussen kleur en koningshuis.
In het Twents dialexicon staal het zelfstandig naamwoord; Oranje, als Gelrood / Gelroad.
Letterlijk dus Geelrood.
Ik zal zelf eigenlijk: (aNL) Vuurgeel of Voorgeel
Vuurgeel: De gelige kleur die in vuur voorkomt (is niet geel maar (licht)Oranje)
Voorgeel: De kleur die in het kleurenspectrum vóór geel komt
Ah kijk aan!
Het nadeel van geelrood (en roodgeel) is evenwel dat het veel wordt gebruikt voor aangelegenheden waarbij geel en rood elkaar afwisselen, zoals in de vlag van Spanje.
Zelf verkies ik bovendien afleidingen boven samenstellingen, maar ik besef dat logen veel mensen achter de oren doet krabben. 🙂
Geelrood snap ik wel dat dat verwarring kan veroorzaken met Geel-Rood
voorbeeld:
“Het geelrode leger slachtte het geel-rode geheel af.”
zelfs in geschreven vorm zet het je even aan het denken.
maar in het geval van vuurgeel of voorgeel houden we er wel een aardig zelfde beredenering op na, volgens mij.
Vuurgeel: De gelige kleur die in vuur voorkomt (is niet geel maar (licht)Oranje)
Voorgeel: De kleur die in het kleurenspectrum vóór geel komt
Loog / Logen: Vurige kleur.
Al treed bij Loog ook snel de spraakverwarring in met; Loog het chemische goedje (eng. Lye)
Ik vraag mij echter af of loog (vurig, vlammend) niet meer slaat op een gemoed.
(aNL) “Hij / Zij keek met vurige ogen”
(TW) “Hee kek mit eugn as gleunige koln”
De Franse aurenge was de bittere pommerans en geen sinaasappel of appelsien. De kleur van oranje is van de pomerans van afkomstig. De eerste zoete ‘China’s appel’ pitten kwamen pas rond 1548 in Portugal aan. Prinsen die Oranje Nassau voorgingen hadden al wat met pommeransen al onder de Moren in het zuiden werden gekweekt. Prins Filibert van Orange Chalon, die in 1533 overleed, had bomen met aurengien (pommeransen dus) langs de toegangsweg naar zijn kasteel. De fysiek aanwezige boom voor orangiën staat symbool voor hem tijdens ouderwetse de riddertoernooien die hij organiseerde. Regent Hendrik van Nassau Breda verbaasde zich over de aurengiers die langs de oprit naar zijn kasteel in de Vrijgraafschap stonden, toen hij met zijn zoon René, die alles van Filibert erfde naar Nozeroy ging. Filibert heeft een tijdje in Napels gebivakkeerd, dus vreemd is het niet dat hij vandaar planten liet overbrengen. Na 1600 zijn de Fransen de bittere aurenge bigarade gaan noemen en de zoete aurenge werd pomme d’orange. Appeltje van oranje… Maar toen was Willem de Zwijger al lang doodgeschoten.