Onder de linde is een bijzondere plek in de zeden en verhalen van de Middeleeuwen en daarvoor. Wij vernemen van geliefden die elkaar ontmoeten in de schaduw onder de linde, van ridders die sterven in het gras onder de linde, en van graven die gedolven worden onder de linde. Wij leren dat men vroeger in de Germaanse wereld in de buitenlucht recht sprak en dan vaak onder deze boom. En wij weten hoe gaarne men vanouds om haar stam mocht dansen. Hoe is dit zo gekomen? Wat onderscheidt de linde van andere bomen?
De bekendste vorm van deze uitdrukking is thans wellicht Unter den Linden (meervoud), de naam van een van de belangrijkste lanen van Berlijn – de laan die ooit naar de koninklijke jachtvelden leidde. Zij is zo geheten om de duizend linden die men er in de zeventiende eeuw plantte. Ze werden overigens niet veel later weer weggehaald en uiteindelijk opnieuw geplant.
Under der Linden (enkelvoud) is ook de naam van het beroemde Middeleeuwse lied dat de Duitse minnezanger Walther von der Vogelweide rond 1200 na Christus schreef. Daarin zingt een meid van het vreugdevolle samenzijn met haar geliefde op het bloemenbed dat hij onder de linde voor hen gemaakt heeft. Niemand zou ervan weten, behalve zij en hij en een klein vogeltje. Deze liefde is door latere geleerden wel geduid als ware zij tussen een meid van eenvoudige komaf en een edelman, maar dat is allerminst wis.
Ook in Nederlandse liederen uit deze en latere tijden is het een bekende voorstelling. In bijvoorbeeld De Koningsdochter, dat overigens bijzonder akelig afloopt, heeft de minnaar haar liever dan dat alle berghen goude waren en alle waters wijn. Het is onder deze boom waar zij elkaar in hartstocht vinden:
Si namen malcander bi de hant
en ghinghen onder de lind,
daer speelden si twee het minnespel,
de schone wert met kint.
Deze heimelijkheden ten spijt: menig dorp had vanouds een linde in het midden staan. Onder haar bladeren werden openbare plechtigheden gehouden en danste men op feestdagen om de boom, vaak op houten vloeren. Het gebruik is bijna uitgestorven, maar in Duitsland bestaan nog steeds enkele dorpen met een Tanzlinde (‘danslinde’). Evenzeer deel van de plechtigheden was de rechtspraak. De Germanen hadden hun rechtszittingen in de buitenlucht en tot voorbij de Middeleeuwen was dit vaak onder een boom, en dan met name onder een linde. Hoewel alle rechtspraak tegenwoordig binnen deuren gebeurt hebben enkele Duitse dorpen nog steeds een oude linde die ooit is gebruikt als Gerichtslinde (‘gerechtslinde’).
Getuige van de linde in die hoedanigheid is waarschijnlijk ook Limburg. Deze naam, waarvan de oudste betuigingen Lintburc (1101), Lemburch (1103) en Lintburg (1112) zijn, verwees oorspronkelijk naar een zogenaamd onneembare burcht op een heuvel, de hoofdstad van het gelijknamige hertogdom. De burcht leeft voort als een stadje binnen de grenzen van de provincie Luik, met als bezienswaardigheid een driehonderd jaar oude linde.
Dat het gebruik van de linde als dorpsboom uit heidense tijden stamt lijdt geen twijfel; bomen waren hoe dan ook belangrijk in de Germaanse wereldbeschouwing en bleven dat binnen het Christendom, zij het anders beschouwd. De oudste bomen ter wereld staan vaak op kerkhoven, eeuwen gevrijwaard van werelds gebruik.
Maar wat onderscheidde linden hier van andere bomen? Het belangrijkste is misschien wel dat linden zeer oud kunnen worden, soms meer dan duizend jaar. In die voorouderlijke tijd zal men verhaald hebben van bomen die er al sinds mensenheugenis stonden en kon men het voor mogelijk houden dat die zo oud als Middenaarde zelf waren. De lange levensduur van de linde kan aldus goed de band met het voorouderlijke verleden en de blijvendheid van de wet verzinnebeelden. Maar ook gemakshalve: plechtigheden vereisen vaak een duidelijke, vaste plek, en welke plek is beter dan onder een boom die vele levens van mensen ziet komen en gaan?
De Duitse rechtsgeleerde Heiner Lück wijst op de verdere voordelen van linden: zij groeien hoog en snel, bieden goede schaduw met hun dichte bladerdak en beschermen beter dan andere bomen tegen blikseminslagen. Ook voegen zij zich betrekkelijk goed naar de ingrepen van mensenhanden: zowel in het snoeien als in het geleiden van hun takken, opdat hun reikwijdte en dus schaduw vergroot kan worden. Door diezelfde meegaandheid kon men ook gemakkelijker houten verhogingen om hen heen bouwen.
Waarom de liefde zo met de linde in verband werd gebracht is moeilijk te achterhalen. In het Middelnederlandsch Woordenboek wordt geopperd dat er onder linden ook huwelijken werden gesloten. Dat zijn immers echtverbintenissen en daarmee rechtshandelingen, waarbij vanouds eeuwige trouw werd beloofd. Een huwelijksboom werd dan wellicht vanzelf als een minneboom gevoeld. Maar eenvoudiger misschien nog: in de ware liefde wordt het eeuwige samenzijn verlangd, en waar is de ontmoeting dan beter dan onder de linde, de boom die zo oud kan worden en toch ieder jaar zo groen is?
Berkel, G. van & K. Samplonius, Nederlandse plaatsnamen, 3e herziene druk (Utrecht, 2006)
Duyse, F. van, Het oude Nederlandsche lied. Deel 1 (Antwerpen, 1903)
Gysseling, M., Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226) (webuitgave)
INL, Middelnederlandsch Woordenboek (webuitgave)
Lück, H., “Gerichtsstätten”, in Handwörterbuch zur deutschen Rechtsgeschichte, 2. Auflage (Berlijn, 2004)
Ubachs, P.J.H., Handboek voor de geschiedenis van Limburg (Hilversum, 2000)
Mooi stuk weer!
Natuurlijk kan ik niet in de hoofden en harten kijken van onze voorouders, maar wel kan ik de eigen ervaring met linden duiden.
Afgezien van hun mogelijke ouderdom en verdere eigenschappen is voor mij de geur het belangrijkste.
De linde bloeit ergens tussen eind juni en begin juli, met een zeer bedwelmende en aangename geur – precies tijdens de zomerzonnewende, het feest van de 21ste juni.
Gezien de voorliefde van onze voorgangers voor seizoensfeesten, kan ik mij voorstellen dat de linde daardoor erg geliefd was (en is – ben net in Berlijn geweest, je ruikt ze overal!).
Groet,
Eric
Dit lijkt mij toch een sterk verband hebben met “Linde” van het artikel wat hierboven geschakeld wordt (deze https://taaldacht.nl/2010/06/20/linde/). Zeker gezien de periode dat deze boom bloeit.
Dat stuk had ik nog niet gelezen!
Er lijkt een verband te zijn…
🙂
Bij de geur had ik nog helemaal niet stil gestaan! Ik moet ook bekennen dat ik deze niet meer voor de geest kan halen. De linden uit mijn eigen omgeving zijn een stel kleine leilinden met weinig bladeren en vruchten. Tijd om bij de volgende zomerzonnewende op lindevaart te gaan.
Over het verband tussen de boomnaam en de maandnaam is geen uitsluitsel te krijgen, vrees ik. De tweede kan in beginsel teruggaan op ofwel Oudgermaans *līþō (m.), ofwel *linþō (m.). Alleen in het laatste geval is verband met de boomnaam mogelijk. Zowel de boomnaam als de maandnaam zouden vervolgens verwant moeten zijn aan *linþaz ‘zacht, mild’. De maandnaam zou dan letterlijk ‘de zachte, milde’ zou betekenen, wat ik wel vermoed. De boom zou dan naar diens meegaandheid moeten zijn vernoemd, wat door menig wortelkundige betwijfeld wordt.
Het grappige is dat Lindenhout wel degelijk zacht is en ook om deze eigenschap wordt geprezen. Het wordt gebruikt voor houtsnijwerk en muziekinstrumenten, maar blijkbaar minder voor meubels, aangezien het daarvoor te zacht is.
Wat je zegt. (Ook schilden werden vroeger met name van lindenhout gemaakt.)
Dus wanneer bijvoorbeeld de Nederlandse wortelkundige Guus Kroonen verwantschap tussen de boomnaam *lindō en *linþaz ‘zacht, mild’ zonder uitleg afwijst, vraag ik me af waarom.
De oudere, Proto-Indo-Europese vormen die hij geeft, onderscheidenlijk *lentéh2 en *léntos zijn vormelijk in elk geval goed te verenigen.
(Het accent geeft de klemtoon aan, en dat verschil in klemtoon is de reden waarom het ene woord een d kreeg in het Oudgermaans en het andere een þ.)
Linde… boom gehuld in nevelen… Blijft spannend! Dank wederom voor het mooie stuk. 🙂
Wat betreft de liefde… het blad van de linde is in elk geval hartvormig.
Verdraaid, dat is waar ook!
En van lindebastvezels wordt al sinds mensenheugenis heel sterk touw gemaakt (verwant met lijn, lint). Oftewel, de linde levert de basis voor sterke verbindingen, banden, liefde… 🙂
In Zoersel (België) is de stam van een 800 jaar oude dorpslinde herschapen in een 10 m hoog kunstwerk, dat de geschiedenis van het dorp op treffende wijze weergeeft. In de hoofdtakken werd het verhaal van “De Loteling” van Conscience gebeiteld.
De kunstwerken staan in een pas vernieuwd museum dat verhalen brengt over het dorp en over de Kempen. Voor info : “www.toerismezoersel.be”.
Groepsbezoeken kunnen gereserveerd worden.