Een oude taalgrens

Net als de volken die hen spreken kunnen de talen van onze wereld onopvallend van elkaar gescheiden zijn, dwars door het landschap als het gevolg van vele staatkundige spelingen van het lot, maar ook op nadrukkelijke, grootse wijze: door hoge bergen, brede wateren, wijde moeren en venen, en vooral vroeger ook uitgestrekte wouden vol wilde struikrovers en boze geesten, zoals het duistere Merkwede uit de Germaanse oudheid.

In het groene zuidoosten van Friesland is het al eeuwen een bescheiden stroom die enige afstand vrij keurig het Fries van het Nedersaksisch scheidt. Zijn naam laat dit ook mooi zien, want aan de ene kant heet hij de Tsjonger en aan de andere kant de Kuunder. Het ligt misschien niet voor de hand, maar eigenlijk is het één en dezelfde naam, stammend uit een tijd toen deze twee zustertalen nog niet vertakt waren uit het Oudgermaans en de stroom dus nog helemaal geen taalgrens was.

Wie het Fries een beetje kent kijkt hier niet van op, want die weet dat het vaak een /ts(j)/ heeft ontwikkeld waar het Nedersaksisch en Nederlands nog de oorspronkelijke /k/ hebben, zoals in tsiis ‘kaas’, tsjêf ‘kaf’ en tsjerk ‘kerk’. Aan de andere kant van de Noordzee vinden we hetzelfde; het Engels heeft cheese, chaff en church. En ook in menig niet-Germaanse taal is deze zogenaamde palatalisatie gebeurd. Vergelijk bijvoorbeeld hoe Italiaans cento (met /tsj/) is ontstaan uit Latijn centum (met /k/).

In het algemeen Nederlands heet onze stroom de Kuinder. De oudere vorm hiervan, Kuinre, leeft nog voort als de ambtelijke naam van het Overijsselse dorp waar de stroom ooit uitmondde, al noemen de Nedersaksische bewoners het zelf net zoals ze de stroom noemen: Kuunder. De oudste schriftelijke vorm die we kennen is een 12e/13e eeuwse Nedersaksische: Kūnre (met lange /u/).

Al deze vormen zijn het beste te verklaren als de grondvorm in het Oudgermaans *Keunizōn was. Aan de Nedersaksische kant veranderde dit geleidelijk en klankwettig in *Kiunira en vandaar langs het voornoemde Kūnre uiteindelijk in Kuunder. Aan de Friese kant veranderde het in *Tsiōnre en vervolgens in Tsjonger. Vergelijk voor het middendeel hoe Oudgermaans *þunraz ‘donder’ zich (na het afslijten van de uitgang -az) ontwikkelde tot Nedersaksisch dunder en Fries tonger. Met andere woorden, de beide talen hebben daar hun eigen overgangsklank ontwikkeld.

Dit *Keunizōn is vervolgens te ontleden als de vergelijkende trap van een bijvoeglijk naamwoord *keuniz, zoals *deurizōn ‘duurdere’ naast *deuriz ‘duur’. Van dit *keuniz is anderszins geen spoor te vinden binnen de Germaanse talen, maar dat is geen bezwaar, want woorden overleven vaak langer in en als namen dan in de gewone spraak, en stroomnamen behoren tot de oudste namen die we hebben.

Aangezien Oudgermaans *k- de klankwettige voortzetting is van ouder, Proto-Indo-Europees *g- en *ǵ- en aangezien *-ni- in die taal en tijd een veelgebruikt achtervoegsel was ter vorming van bijvoeglijke naamwoorden, kan ons *keuniz afgeleid zijn van de Proto-Indo-Europese wortel *ǵeuH- ‘zich in snelle beweging zetten’. Deze wortel vinden we bijvoorbeeld ook in Sanskriet/Oudindisch jávate ‘(hij) ijlt’.

We kunnen dus zeggen dat *keuniz zoiets als ‘vlug, stromend’ betekende en *Keunizōn (Fries Tsjonger en Nedersaksisch Kuunder) de ‘vluggere’. Er waren en zijn in de wijde omgeving immers genoeg kleinere, tragere beken en stromen.

Beeld
Gemaakt door jP. Enige rechten voorbehouden.

13 gedachtes over “Een oude taalgrens

  1. Dit is meer een vervolgvraag dan een reactie op het voorgaande. De naam Kuinre is ons bekend. De naam Kunera is minder bekend. Er is een oudere Heilige, te Rhenen, welke deze naam draagt.
    Is er enig mogelijk verband tussen deze heilige, die ook vagelijk, namelijk via Nehalennia-websites, in verband wordt gebracht met de naam Kuinre, en het woord kuunder?

    1. Een goeie vraag.

      Meestal wordt de naam Kunera/Cunera in verband gebracht met Oudnederlandse namen als Kunigund en Kunibert, waarbij kuni- de voortzetting is van Oudgermaans *kunja- ‘geslacht, sibbe, clan’ (de voorloper van Nederlands kunne ‘geslacht, sekse’). In dat geval zou de -u- in Kunera dus eigenlijk kort zijn. Het tweede deel -(e)ra zou een (versleten) vrouwelijke vorm van de naamstam *harja- ‘heer(schare); krijger’ kunnen zijn.

      Zelf zou ik nog denken aan een tegenhanger van Nederlands koen, Duits kühn. In dat geval kan -era ook de uitgang van de vergelijkende trap zijn.

      Beide lijken mij waarschijnlijker dan verband met de stroomnaam, eerlijk gezegd. Te meer aangezien we voor de naam van deze vrouw dan Kiunira/Kiunera als oudste vormen zouden verwachten.

      1. Hartelijk bedankt voor je goede, en ook bruikbare, reactie. Mag ik een aanvulling geven? Eén van de wonderen die Kunera verricht, is …dat de storm gaat liggen als bisschop Willibrord, op terugweg van Keulen, zijn belofte aan Kunera, vergeet, ter zake van haar heiligverklaring. Er steekt een storm op die hem noodzaakt aan land te gaan en haar alsnog heilig te verklaren. Dus Kunera en “weersomstandigheden” is niet zo merkwaardig,(?) Wat denk je van de betekenis,..een stroomgodin…donder etc? Het gaat uiteraard niet om weerlegging van je goede opmerkingen, want het was mij wat vagelijk bekend. Het gaat er om dat er meerdere duidingen kunnen bestaan, van een enkel gegeven. Kan je hier s.v.p. afsluitend nog een antwoord op geven? Merci, ….met mijn complimenten voor je interessante onderwerp, en je integere behandeling daarvan..

      2. Graag gedaan!

        Voor zover ik inmiddels kan achterhalen stamt de oudst bekende vermelding van haar naam uit de 11e eeuw, in de bekende vorm Cunera. Maar in die tijd moet onze stroomnaam nog de tweeklank -iu- of -io- hebben gehad. De namen lijken uiteindelijk dus niet overeen te komen, waardoor een verband tussen de vrouw en de stroom zeer onwaarschijnlijk wordt, vrees ik.

        Daarnaast, als ze werkelijk oorspronkelijk een stroomgodin ware (niet zomaar iets!) dan had ik daar veel meer nadrukkelijke aanwijzingen voor verwacht.

        Overigens noemde ik het woord *þunraz ‘donder’ alleen om aan te geven hoe het Fries en Nedersaksisch (net als het Nederlands) wel vaker een overgangsklank tussen /n/ en /r/ hebben ontwikkeld. Onze stroomnaam *Keunizōn/Kuunder/Tsjonger heeft dus niets met donder te maken.

        Dat gezegd hebbende, de naam en oorsprong van Kunera/Cunera blijft mysterieus.

  2. Beste Oilvier,

    Je verzoek om een bewijs is terecht. Enige toelichting hierbij. Ik ben al jaren bezig (o.a.)met de voorbereiding van een artikelenreeks over Kunera van Rhenen. Hoewel ik mij dus enigszins cryptisch heb willen uitdrukken, mag ik je verzekeren dat daarin bewijs wordt opgevoerd over de historische achtergronden van de legende. Hierop vooruitlopend hebben anderen geprobeerd om mij de juiste gegevens afhandig te maken, en er zelf over te gaan publiceren. Het is immers goed pronken met een andermans veren. Zodra ik duidelijk kan zijn, als de artikelenreeks geschreven is, zal ik je dit laten weten met alle “bewijs” van dien. Inmiddels dank ik je wel voor je interessante bijdrage, waarin je taalkundig uitgebreid wilde ingaan op mijn onderwerp. Een klein deel van je opmerkingen was mij al, uit andere bron, bekend. Je bent echter meer uitvoerig, en daarmee zeer van dienst geweest. Over en sluiten maar. Vriendelijke groeten, Harry

    1. Beste Harry en Olivier,
      Heb je wel eens gedacht aan een keltische verklaring voor Cunera? Zover ik begrepen heb zou ze een Britse prinses zijn geweest (4e of 5e eeuw). In die tijd was er een adelijk geslacht Cunedda die heerste in Gwynedd. Gwynedd is tegenwoordig een streek in Wales maar van oorsprong kwam het geslacht voort uit de Gododdin, een volk uit de regio Lothian in het oosten van Schotland bij Edinburgh. Cunedda wordt verklaard op wikipedia uit “Cunodagos”, “good hound”.
      Inhoeverre Cunedda en Gwynedd dezelfde naam zijn is me niet duidelijk want op wikipedia wordt voor de naamsverklaring voor Gwynedd weer een andere oorsprong en betekenis gegeven. Dit is jammer is want een Welshe schrijfwijze van Cunedda als Gwynedd zou dan natuurlijk (spielerei) voor Cunera Gwynevere kunnen zijn…
      Gegroet, Jeroen

      1. Beste Jeroen,

        Je opmerking brengt mij, op plezierige wijze, in verwarring. Wellicht wil je mij verontschuldigen dat ik, zoals eerder aan Olivier berichtte, in verband met mijn eigen onderzoek, en verkeerd gebruik door derden, geen volledige openheid wil geven, over mijn komende publicaties. Toch denk ik dat het geen kwaad kan je, voorzichtig nu al iets hierover te laten weten. Inderdaad zoek de historische oorsprong van Kunera, in de Merovingische periode. Koolstof 14 proeven , uit haar zgn. wurgdoek, geven de data ongeveer 470-620. Daaraan voorafgaande ligt een oeroude geloofsoverlevering die zich tot onheuglijke tijden, d.w.z. diep in de oudheid, verliest, dus ook de Keltische periode insluit. Hetgeen Olivier beschrijft, vanuit zijn specifieke kennis is correct, hij was mij , van daar uit, prijzenswaardig behulpzaam.

        Wat jij beschrijft is allerminst Spielerei, maar een opvallend associatief vermogen.. Je noemt Good hound, ook dit is juist. Je kunt dan denken aan het sterrenbeeld “Grote Hond” en aan de jachthond van de godin Diana, en uiteraard, haar latere equivalenten. Weet dan ook, dat aan de Kuneralegende, volgens de overlevering, paarden en een paardenstal verbonden zijn (je wist het al?). Paarden vindt je ook o.a. bij de Godin Nehalennia. Er lopen ook sporen naar Lady Godiva. Ik wil jou, in dank voor je moeite, nog berichten, dat mijn artikelen, en nog veel meer dan ik nu al kwijt wil, een verband tussen alle onderdelen zullen aantonen,( met bewijzen onderbouwd) , waarin wij drieën, jij, Jeroen en ik, heel duidelijk op één lijn blijken te zitten. Ik denk dat dit geen toeval is, we putten alle drie, “ergens” uit een nog oudere bron. Taal immers, heeft zich geleidelijk ontwikkeld, en genuanceerd, is veelzijdiger geworden, meer afgeleide begrippen uit één oorsprong. Ik liet al eerder weten dat ik, heel voorzichtig en ook bewust, wat cryptisch ben, maar het moet er echt van komen. Het wordt hoog tijd voor een degelijke en gefundeerde verhalenreeks. Want er valt nog meer te berichten over de naam Kunera, en zeker over de persoonlijkheid hierachter. Dank je voor je waardevolle bijdrage. Je zit in de goede sporen.

        Met vriendelijke groeten,

        Harry

        ( PS de legendarische toevoeging “ze was een Britse prinses”, is misleidend, en eigenlijk absurd, Wel behoorde zij tot een hoge stand, en werden dezelfde geloofsovertuigingen, met een regionale variant, in het voorhistorisch Brittannië gehuldigd)

  3. Mooi! Ik heb ook een interesse voor het riviertje Boorne/ Boarn (ook Koningsdiep en Âlddjip) in Friesland. Ken jij de herkomst van Boorne (ook Borne in Overijssel wellicht)?

    1. De oudste vorm van de stroomnaam Boarn/Boorne vinden we volgens Van Berkel en Samplonius in de 8e eeuwse vermelding super Bordine fluvio. Deze is wel te verbinden met o.a. Fries board, burd ‘boord, rand, zoom, oever’ en Nederlands boord. De Boorne mondde vroeger uit in het Boorndiep (ook wel Middelzee), dat de grens tussen Westergo van Oostergo vormde.

      De oordsnaam Borne in Overijssel heeft oude vormen als Burgunde (1206) en Borgonden (1385) en gaat terug op Oudgermaans *burgund- ‘hoog, hoogte’, verwant aan *bergaz ‘berg’. Het woord komt bijvoorbeeld ook voor in Oudhoogduits Burgunthart ‘hoog woud’ en Oudnoords Borgund en Borgundarholmr, tegenwoordig Bornholm, de naam van het nu Deense eiland. Van de eilandbewoners, de Borgundar (Oudgermaans *Burgundjaz), is kennelijk een deel verhuist en terechtgekomen in de streek die naar hen nu Bourgondië heet in Frankrijk.

      Verder vinden we nog de oordsnaam Borne in Noord-Brabant, welke beantwoordt aan Middelnederlands borne, een oude nevenvorm van bron.

      1. En waar komt de naam Regge vandaan? De Regge is een rivier in Twente. Gezien de -gg- en de korte -e-. In het OudGermaans zou deze rivier (H)ragjaz, of (H)ragjo(n) moeten heten.

      2. Niet helemaal zeker hoor, maar misschien verbonden aan het Twentse woord Rei ((uits.) rej). een dwars”balk” op het gebint (v. e. huis) (het huis zijnde Twenthe en de gebint staanders zijn de (Ov.) Vegt en de Schipbeek). vergelijk Twents “mai” voor mag / mogen, deze komt ook voor als magge / magn.

        Het is maar een theorie hoor.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.