Werkwoordstijl

In een eerdere bijdrage kwam ter sprake dat volgens de filosoof Owen Barfield de taal van vroegere eeuwen getuigt van een minder gefragmenteerd wereldbeeld dan het huidige. Zo waren in het antieke Griekenland nu gescheiden concepten als ‘wind,’ ‘adem,’ en ‘geest’ nog verenigd in het ene woord pneuma. De oude Grieken leefden, in Barfields woorden, nog met ‘original participation:’ ze voelden zich minder afgescheiden van hun omgeving en zagen een onderliggende eenheid waar wij slechts verscheidenheid zien.

Dit verschil is behalve in de veranderde betekenissen van individuele woorden als pneuma en joviaal ook traceerbaar in meer structurele verschillen tussen het moderne Nederlands of Engels en een taal als het (oude) Grieks. Zo is er het onderscheid tussen de eerdere synthetische talen, waarin een enkel woord zowel semantische als grammaticale informatie gaf, en de huidige analytische talen, waarin de grammaticale aspecten met allerlei losse functiewoorden als voorzetsels weergegeven moeten worden.

Elders koppelt Barfield hetzelfde verschil aan het onderscheid tussen werkwoorden en zelfstandig naamwoorden. De nadruk op zelfstandig naamwoorden in de meeste moderne talen geeft volgens hem uitdrukking aan een statische visie op de wereld, waarbinnen slechts gefragmenteerde concepten en dingen waargenomen worden, veelal gekoppeld door puur functionele werkwoorden als zijn en hebben.

Hij contrasteert dit met de taal van de oude Grieken, waarin niet het zelfstandig naamwoord, maar juist het werkwoord centraal stond. Zo zeiden ze van een jongeman niet, ‘Hij is jong,’ maar eerder ‘Hij bloeit’ – hetzelfde werkwoord dat voor de bloemen in het veld gebruikt werd. En waar wij zeggen dat iemand ‘een baard heeft,’ zeiden zij ‘hij schuimt,’ een woord dat ook op de golven van de zee kon slaan. Dit getuigt van een heel andere visie op de wereld, een waarbinnen alles verbonden en continu stromend en in beweging is, tegenover het moderne beeld van netjes afgebakende maar levensloze concepten en dingen.

Dit impliceert ook dat, om onze taal nieuw leven in te blazen, we de actieve werkwoorden weer ruim baan moeten geven, om zo in deze meer prozaïsche tijden een naklank op te vangen van de ‘original participation’ die voor onze voorouders een vanzelfsprekendheid was – én dat de eeuwige kritiek in het Nederlands op de ‘naamwoordstijl’ vanuit dit perspectief zo gek nog niet is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.