Een Nederlandse Inkling?

Op deze blog worden als inspiratiebronnen vaak leden van de zogenaamde Inklings genoemd, waaronder J.R.R. Tolkien, C.S. Lewis en Owen Barfield. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw zetten zij zich gezamenlijk af tegen de toenmalige literaire, filosofische en religieuze opvattingen. Dat een Engelstalig schrijversgezelschap hier als inspiratie dient is vooral te wijten aan het feit dat er, naar mijn weten, in het Nederlandse taalgebied van een vergelijkbare stroming geen sprake is geweest. Toch is er één Nederlandse schrijver wiens leven en werk verrassend veel overeenkomsten vertoont met dat van verschillende Inklings, met name Tolkien en Lewis: Adriaan Roland Holst, de ‘Prins der Nederlandse Dichters’.

J.R.R. Tolkien en het Elysisch verlangen
Het leven van A. Roland Holst (1888-1976) beslaat ruwweg dezelfde tijdsspanne als dat van J.R.R. Tolkien (1892-1973). Bovendien studeerde hij, kort voor Tolkien daar arriveerde, enige tijd in Oxford, en in de Bodleian Library aldaar deden beide schrijvers een levenslange liefde voor de oude Keltische verhalenschat op. Zo zouden beiden later een bewerking in hun moedertaal schrijven van het verhaal van Bran, de schipper die zocht naar de in legendes gehulde Gelukzalige Eilanden in het Westen, en Roland Holst herschreef verder nog de vertellingen over Deirdre, Ossian en Cuchulainn in het Nederlands.

Ook in hun eigen werk verweefden beide schrijvers symbolen uit de Keltische beeldentaal. Zo zingen de meeuwen en de zee immer tot een Elysisch verlangen, een heimwee naar een verloren gelukzaligheid in het Westen, voorbij de golven die ons hier gevangen houden. Legolas zingt in The Lord of the Rings bijvoorbeeld,

To the sea, to the Sea! The white gulls are crying,
The wind is blowing and the white foam is flying
Long are the waves on the last shore falling,
Sweet are the voices in the Lost Isle calling,
In Eressëa, in Elvenhome that no man can discover,
Where the leaves fall not: land of my people for ever!

Hieronder ter vergelijking enkele verzen uit een gedicht van Roland Holst met de gedenkwaardige titel Een winteravondval:

Gouden stille kusten en de zee nog blauw,
En de blijde vele golven, die er spelen,
En die witte vlucht van vooglen – o, de vele
Meeuwen zwevend door de zuiverende kou,

Zwermend als een bui, als een gevleugeld sneeuwen,
En hun kreten af en aan over mijn hoofd;
Heb ik ooit wel in een ander lied geloofd
Hier op aard dan de verloren kreet der meeuwen?

En de kust wordt grijzer, en de schemeringen
Komen nu, en ook de groote zee wordt grijs,
En de golven zingen – o, de vreemde wijs
Van die andre wereld, die de golven zingen.

De toon van het tweede gedicht is wellicht anders, persoonlijker en doordrongen van een grotere weemoed, maar de golven en meeuwen symboliseren onmiskenbaar een zelfde soort verlangen. Er zouden ongetwijfeld meer overeenkomsten tussen het werk van Roland Holst en Tolkien aangewezen kunnen worden, zoals een gedeelde afkeer tegen modernistische experimenten en de toenemende industrialisatie, een zekere spanning tussen hun christelijk geloof en liefde voor heidense mythen, een voorkeur voor sterk vormelijke gedichten met veel alliteratie en andere klankeffecten, en een tamelijk plechtig en verheven proza. Dit is echter niet de plek om hier verder op in te gaan.

C.S. Lewis en W.B. Yeats
Interessant is verder dat C.S. Lewis, de op een na beroemdste Inkling, eveneens zekere gelijkenissen met Roland Holst vertoont, en dan met name in de literaire voorkeuren van beide schrijvers. De Ierse dichter W.B. Yeats is bijvoorbeeld voor beiden van groot – wellicht bepalend – belang geweest. Lewis ruimde een belangrijke rol in voor Yeats in zijn verhalende gedicht Dymer, en noemde hem, ‘A genius so potent that, having first revivified and

transmuted that romantic tradition which he found almost on its deathbed, he could then go on to weather one of the bitterest literary revolutions we have known, embark on a second career, and, as it were with one hand, play most of the moderns off at their own game.’ Voor Roland Holst, op zijn beurt, was Yeats een minstens even grote inspiratiebron: zijn gedichten hebben vaak dichtregels van Yeats als motto, hij vertaalde enkele van zijn werken, en verzorgde een selectie uit zijn werk voor een Nederlandse uitgever.

Zowel Lewis als Roland Holst hebben bovendien een voorliefde voor de Engelse romantiek, en dan vooral voor P.B. Shelley. Ze schreven allebei een essay over de dichter van onder meer Prometheus Unbound, en uit beide artikelen spreekt een grote bewondering – in een tijd waarin het bepaald niet salonfähig was om een romantische dichter als Shelley hoog aan te schrijven. Hetzelfde geldt voor John Milton, vaak beschreven als een voorloper van de romantiek. Roland Holst was zo gegrepen door Paradise Lost dat hij verschillende delen ervan vertaalde naar het Nederlands, en Lewis schreef een lovende introductie tot Miltons magnum opus.

Tot slot
Dergelijke overeenkomsten tussen A. Roland Holst en verschillende Inklings roepen ten slotte de vraag op of hij ooit op enige wijze in contact met bijvoorbeeld Tolkien en Lewis is gekomen. Hij was immers van dezelfde generatie, leefde lange tijd in Engeland, had in Oxford gestudeerd, en deelde als gezegd bepaalde literaire interesses. Mij is hier niets over bekend, maar het zou wellicht interessant zijn om te onderzoeken. Roland Holst een ‘Nederlandse Inkling’ te noemen gaat misschien wat ver (zie noot), maar net als Tolkien en Lewis bezong hij bovenal het eeuwige verlangen naar een wereld voorbij de onze, en de hoop haar ooit te bereiken. Om het gedicht Een winteravondval, hierboven al even geciteerd, te vervolgen:

En zij zingen nader en mijn hart bevangt
Een onmetelijk vervreemden uit dit leven,
En ik loop als in een bijna overzweven
Naar dat rijk, waarheen ik altijd heb verlangd.

Spiegelende ligt het uit de zee verschenen
Ver en in het Westen en den dood voorbij –
Die daar leven, zingen en zij roepen mij,
Maar de zee, zij zingt en glinstert om hen henen.

Noot: Ik heb me hier op enkele overeenkomsten gericht, maar er zijn uiteraard ook belangrijke verschillen tussen Roland Holst en Tolkien en Lewis aan te wijzen; zo was de eerste sterk beïnvloed door het Franse symbolisme van een dichter als Verlaine, wat zijn werk een veel persoonlijker klank geeft. Bovendien begonnen alle drie wellicht als lyrische dichters, maar alleen voor Roland Holst bleef dit tot zijn dood het belangrijkste genre.

 

10 gedachtes over “Een Nederlandse Inkling?

  1. Geachte heer Nijssen,

    Tijdens het lezen van dit blog heb ik al vaak aan Adriaan Roland Holst gedacht. De dag voor gisteren nog, toen het werk van de Engelse dichter Keats ter sprake kwam. Roland Holst (let op: ‘Roland’ hoort bij de achternaam) schreef namelijk meerdere essays over het werk van Keats.

    Daartoe was hij overigens geroepen door zijn tante, Henriette Roland Holst, die al vroeg veelvuldig met het werk van Keats in aanraking kwam. Deze tante Jet (zo werd ze genoemd) bleef gedurende haar hele leven van invloed op haar neef Jany (zo werd Adriaan genoemd). Jany logeerde bijvoorbeeld regelmatig bij haar en haar man Rik Roland Holst, zijn biologische oom. Deze laatste werd in zijn schilderwerk overigens ook beinvloed door de stijl en ideeen van Keats en veel anderen die op dit blog geregeld voorbij komen.

    Adriaan Roland Holst kwam tijdens deze logeerpartijen eveneens in contact met Herman Gorter. Met deze enigszins ingewikkelde dichter zou hij een bijzondere verwantschap opbouwen. Hij behoorde tot de weinig waarmee Gorter zijn hele leven contact onderhield, hetgeen onder andere blijkt uit het prachtige In Memoriam dat hij voor hem schreef.

    Het aardige van Gorter was dat hij alle tradities terzijde schoof om een soort ‘ware traditie’ levend te houden. In dat opzicht doet hij me weleens aan Heidegger denken, en ook die stond eergisteren voor het eerst, maar zeer terecht, op taaldacht.

    A.P. Weidehutte

  2. Wat ik me later nog bedacht, er bestaat een ‘missing link’ (verborgen schakel?) tussen Lewis en Tolkien enerzijds en Roland Holst anderzijds: William Morris. Morris werd zowel bewonderd door Tolkien en Lewis als door de familie Roland Holst. Rik Roland Holst bezocht hem in Londen en samen met zijn vrouw Henriette verdiepte hij zich in Morris’ geschriften. Sommige daarvan (bijvoorbeeld: The house of Wolfings, The roots of the mountains en diverse vertalingen van oude noordelijke saga´s) ademen min of meer hetzelfde verlangen als de teksten Lewis en Tolkien. Opmerkelijk genoeg geven zowel Tolkien en Lewis (zie de brieven van Tolkien) als Roland Holst dat toe. Ze streven er -in mijn woorden- naar om iets verborgens te ontsluieren, zonder daarbij het mysterie teniet te doen. Wellicht is het aardig om dit nog eens wat diepgaander te bestuderen. En zo zien we iets terug van de opdracht die ook Herman Gorter zichzelf stelde.

    1. Geachte heer Weidehutte,

      Dank voor de interessante reacties en de correctie m.b.t. Holsts naam; ik zal het even verbeteren.

      Met zijn essays over Keats ben ik helaas nog niet bekend, maar ik ben er zeker benieuwd naar geworden en ga ze binnenkort eens opzoeken. In elk geval sterkt het mijn overtuiging dat zijn werk, net als dat van verschillende Inklings, te zien is als een voortzetting van de rijke traditie van de (Engelse) Romantiek.

      Ik wist ook niet van de voorliefde van Holst voor het werk van William Morris, maar nu je het zegt, lijkt me dit een verwantschap die het ook zeker waard is om verder te onderzoeken. Toevalligerwijs (dat neem ik althans aan) mailde Olivier me onlangs met zijn plan om een vertaling van de twee werken die je noemt te maken. Zelf heb ik van Morris alleen wat kortere gedichten gelezen, maar ik ga nu zeker op zoek naar meer werk van hem.

      Met Heidegger ben ik minder bekend – al heb ik al sinds lange tijd het plan om wat van hem te lezen – en Gorter heb ik ook nooit echt diepgaand gelezen (op enkele korte gedichten en ‘Mei’ na). Hoe dan ook biedt dit genoeg aanknopingspunten om eens wat dieper op in te gaan.

      1. William Morris moest ook vroeg of laat langskomen hier op Taaldacht, en zal dat ook zeker nog vaker doen. Inderdaad, ik ben bezig met een vertaling van The House of the Wolfings. Ik bijt me nu stuk op de gedichten, die zeker niet schaars zijn in het boek.

        Mijn dank aan u beiden voor deze interessante bijdragen. Ik vraag me af of er nog meer Nederlandse Inklingen te vinden zijn, Gorter daargelaten.

  3. Wellicht kan je eens kijken in ‘De kroniek’ van P.L. Tak. Hoewel veel mensen die daarin schreven later vooral vanwege andere activiteiten bekend werden, is er ook een flink aantal auteurs dat zich voornamelijk verdiept in de worteling van de cultuur. Auteurs zijn het in dit tijdschrift lang niet altijd met elkaar eens, maar de discussie wordt wel zinvol gevoerd. Dus ook bij critici zijn mooie verwijzingen te vinden naar mogelijke Inklingen.

    Tot auteurs die wellicht de moeite waard zijn, behoren Alphons Diepenbrock, August Gittée en natuurlijk verschillende leden van de familie Roland Holst. Het tijdschrift leunt op het werk van Morris, maar de meeste vroege auteurs laten zich -net als Herman Gorter in zijn vroege periode- evengoed inspireren door ‘noordse’ mythologie, Wagner en wat Gorters biograaf noemt ‘het romantisch katholicisme’. Met name Diepenbrock -later een goede vriend van A. Roland Holst- is zijn katholieke achtergrond trouw. Gitteé is dat ook, maar jullie zullen hem waarschijnlijk vooral interessant vinden vanwege zijn artikelen, bijvoorbeeld over ‘elvenpoezie’. Of dit ooit gepubliceerd is, kan ik zo niet nagaan. Maar het is in ieder geval opgenomen in de archieven van P.L. Tak.

    Een ander tijdschrift waar mogelijke verwantschap met de missie van Taaldacht te vinden is, heet ‘Taal en letteren’. De etymologie staat hierin veel meer op de voorgrond dan in ‘De Kroniek’, maar veel auteurs komen overeen. Kortom: is dit twee keer Taaldacht avant la lettre? Zeker niet, maar het is wel aardig om te lezen dat sommige auteurs zonder twijfel dezelfde sympathieën en inspiratiebronnen hebben als jullie.

    Twee grappige voorproefjes:

    http://www.dbnl.org/tekst/_taa006189301_01/_taa006189301_01_0063.php
    http://www.dbnl.org/tekst/_taa006190101_01/_taa006190101_01_0058.php

    1. Interessante benaming, ‘romantische katholicisme’ – zeker gezien het feit de Inklings wel ‘romantic theologians’ genoemd worden. In elk geval biedt het tijdschrift ‘Taal en letteren’ zo te zien genoeg interessante artikelen om even bezig te zijn. Bij een eerste kennismaking stuit ik op een artikel dat Olivier wellicht ook aanspreekt, over versvertalingen door Staring van Oud-Noorse gedichten; het is allicht geen echt stafrijm, maar komt er qua ritme en bondigheid toch aardig in de buurt:
      http://www.dbnl.org/tekst/_taa006190401_01/_taa006190401_01_0040.php

  4. Een laatste aanvulling nog: tijdens een interessante presentatie over Yeats’ verbindingen met ons land, gegeven door de auteur van Yeats in Holland (http://books.google.nl/books?id=-4JHyts3zNwC&dq=yeats+in+holland&hl=nl&source=gbs_navlinks_s), is mij ter ore gekomen dat Roland Holst, net als de Inklings C.S. Lewis en Charles Williams, kortstondig persoonlijk contact met W.B. Yeats gehad heeft – al is zijn brief aan de Ierse dichter helaas verloren gegaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.