
Nevenheem
Met weemoed denk ik terug aan de wereld van mijn vroege kinderjaren en de zoete waan waarin ik verkeerde. Liep ik met mijn naasten door de bossen van Drenthe, dan meende ik vaak aan de randen van het land van steden en snelwegen te zijn. Dan dacht ik dat de bossen uitgestrekt waren en dat je na een lange tocht over oude paden, onder kromme takken, terecht zou komen in de wereld van ridders en draken en onmetelijke wouden. Nevenheem noem ik het nu, dit rijk naast het onze. Het is ook als het onze, maar dan zoals het eigenlijk bedoeld is, zonder alle nieuwerwetse onzin.