IJvig

Droom ik van een mooiere, minder gerepte Midden-Aarde, dan tiert en klimt daar met ijver en zwier dat immer groene gewas. Klimop omrankt de hoge, oude bomen, bedekt bosgronden en de brokkelende reuren van lang verstoorde stenen hallen. Hechtend en hullend tooit zij woud en wand.

Het is nog niet zo lang dat wij haar klimop noemen. Eerder heette zij in het zuiden al veil, van ouder veel en ook veluwe. Wijder verbreid was haar naam wedewinde, naar hoe zij zich windt door weden (dat zijn bossen), al verloor zij die allengs aan andere gewassen.

Eiloof, zo heet zij nog in zuidelijke en oostelijke streken van de Lage Landen, en dat is een naam van hoge ouderdom. Hij is echter wat verbasterd: loof is een latere toevoeging en de zuivere vorm zou ijve luiden, naar gewestelijk Middelnederlands ieve. Ooit moet hier ook een afleiding bij hebben bestaan: ijvig ‘met klimop begroeid’. In sommige streken werd deze verzelfstandigd en haar uiteindelijke naam: Oudengels had ífig en is tot Engels ivy geworden, terwijl in Oudhoogduits ebah een nevenvorm bestond, welke zich uiteindelijk na de nodige verbastering tot efeu heeft ontwikkeld. In sommige Zuidnederlandse streken is dat oorspronkelijke ijve bovendien nog uitgebreid tot iefte, ijfte, waarschijnlijk met een achtervoegsel zoals ook in gebergte en geboomte.

Wat is de herkomst van ijve? In vorm en betekenis is het mogelijk te verbinden met een Germaans woord dat is overgeleverd als Oudengels áfor en Oudhoogduits eibar ‘scherp, bitter, fel’. Haar bessen zijn immers bitter van smaak. Of misschien hoort ijve wel bij ijver en is zij vernoemd naar hoe vlijtig zij klimt en haar ranken tot verre strekt en streeft. We kunnen ten slotte nog denken aan Ífing, de naam van de stroom die volgens de Noordse overlevering de verderfelijke reuzen buiten Ásgarðr houdt, het thuis van de Anzen (dat zijn goden). Alleen een stroom die onstuimig genoeg is om niet dicht te vriezen kan reuzen buiten houden en naar die onstuimgheid zal deze wellicht vernoemd zijn. En zo kunnen wij weer denken aan de onstuimigheid van klimop. De woorden ijver, áfor/eibar en Ífing worden overigens door menig geleerde beschouwd als komende van één wortel.

Hoe het ook zij: dat het verband met ijver aldra is gelegd is voldoende voor het hart – ijve en ijvig zijn te mooi om te verloochenen.

Noot
Het woord ijve is niet verwant noch te verwarren met ijf, de naam van een inheemse boom die hier thans beter bekend is onder de Latijnse benaming taxus.
Verwijzingen
INL, Middelnederlandsch Woordenboek (webuitgave)
INL, Woordenboek der Nederlandsche Taal (webuitgave)
Liberman, A., “Ivy” in An Analytic Dictionary of English Etymology (Minneapolis, 2008)
Orel, V., A Handbook of Germanic Etymology (Leiden, 2003)
Philippa, M., e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (webuitgave)
Vries, J. de, Altnordisches etymologisches Wörterbuch, 2e druk (Leiden, 1977)
Weijnen, A.A., Etymologisch dialectwoordenboek, 2e druk (’s Gravenhage, 2003)

Een gedachte over “IJvig

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.