Toen de Germanen dat geschreeuw achter zich hoorden en het bloedbad onder de hunnen zagen, wierpen zij de wapenen weg, lieten hun veldteekenen in den steek en stormden uit de legerplaats. Aan de samenvloeiing van Maas en Rijn gekomen, wanhoopten zij aan een verder voorzetten der vlucht. Het grootste deel werd neergehouwen, de overigen sprongen in de rivier, en vonden daar, door schrik, vermoeidheid en de kracht van den stroom overmand, hun graf.
Met de Rijn moet Julius Caesar hier diens grote arm de Waal bedoeld hebben. De Germanen in dezen waren de Tencteri en Usipetes, die kort tevoren have en goed van de Menapii hadden geroofd, na enkele jaren eerder van hun eigen land te zijn verdreven door de machtige Suebi. Ze hadden Caesar land en vrede gevraagd, maar hij vertrouwde hen niet en besloot hen uit te roeien, naar eigen zeggen een paar honderdduizend mannen, vrouwen en kinderen. Inderdaad, op die plek zijn sporen van een slachting uit het water gedregd. Over Maas en Waal konden deze Germanen niet wegkomen.
Wel, de Waal dan. Eerder in het vierde boek van zijn werk De Bello Gallico noemde Caesar deze wel nadrukkelijk, zij het in gelatiniseerde vorm: Vacalus. De aardrijkskundige beschrijving waarin deze naam valt komt echter niet in alle handschriften voor, dus het is mogelijk dat ze door een andere schrijver is toegevoegd. Niettemin, omtrent het jaar honderd heette deze stroom Vahalis (of eigenlijk de vierde naamval Vahalem) bij de Romeinse schrijver Tacitus, en enige tijd later, in de vierde eeuw alweer, was het Vachalis bij de panegyriek Pacatus.
Er is veel te doen geweest om de c in die vroegst bekende vorm Vacalus, gezien de latere vormen Vahalis en Vachalis. Die zou namelijk uitwijzen dat de Germaanse klankverschuiving van een Indo-Europese *k naar een (aanvankelijk als ch uitgesproken) *h in Caesars tijd nog niet voltooid ware, in elk geval niet in de onderhavige streek. Dat valt echter te betwijfelen, aangezien deze ontwikkeling anderszins als minstens enkele eeuwen ouder wordt beoordeeld.
Volgens een vergelijkbare opvatting wijst de c (oftewel k) erop dat deze waternaam oorspronkelijk Keltisch was en pas na Caesars tijd germanisatie is ondergaan. We moeten ons dan voorstellen dat binnentrekkende Germanen met terugwerkende kracht hun reeds voltooide klankverschuivingen toepasten op deze en andere waternamen. Als de k hen vreemd was zou voor zo’n voorstelling nog iets te zeggen vallen, maar ze hadden een k in hun taal, dus er was geen reden of prikkel om hier alsnog een h van te maken.
Er lijkt niettemin steun voor deze opvatting. In het land der Ubii, een Germaanse stam die net als de Tencteri en Usipetes werd geteisterd door de Suebi, zijn oudheidskundigen gestuit op een heleboel tweede en derde eeuwse geloftestenen ter bedanking van de Matronae Vacallinehae, soms ook Vocallinehae geschreven. Matronae waren moedergodinnen die bij de Germanen vooral door de Ubii werden vereerd. Aangezien de namen van deze moedergodinnen vaak zijn afgeleid van waternamen, zou deze steevast met c gespelde naam wel eens van Vacalus afgeleid kunnen zijn. Die o van de nevenvorm Vocallinehae is daarbij ook van belang, want die komt Keltisch over. Het Germaans had aanvankelijk geen (korte) o, dus de vorm met a zou een geval van germanisatie kunnen zijn, en vandaar zowel Vacallinehae als Vacalus dan Keltisch. Dat is ook in lijn met wat we weten van de Ubii: zij waren sterk onder de invloed van de Gallo-Romeinse wereld.
Maar het land der Ubii lag in de Eifel en tevoren verder naar het oosten aan de overzijde van de Rijn. Dat is toch best een eind van de Waal verwijderd. We kunnen nog overwegen dat Vacalus ooit een gewestelijke naam voor de hele Rijn was, maar daar zijn verder geen enkele aanwijzingen voor. Daarnaast is de lange ll van Vacallinehae en Vocallinehae niet te verzoenen met de korte l van Vacalus e.d., ook al is hier en daar ook de vorm Vacalinehae overgeleverd. Al met al is het zeer onwaarschijnlijk dat deze godinnennaam is afgeleid van onze waternaam. De twee hebben niets met elkaar te maken.
Ondertussen bestaat voor de c in Vacalus een goede verklaring binnen een Germaans kader: de Romeinen hadden zelf geen klank zoals de (aanvankelijk als ch uitgesproken) Germaanse *h en konden die daarom met zowel ch als c en later h spellen. Zo is bijvoorbeeld een Germaanse stamnaam opgeschreven als Cherusci, Cerusci en Herusci in verschillende Latijnse geschriften. Het is bovendien mogelijk dat Caesar—of de schrijver die het stukje over de Waal heeft toegevoegd—de naam had vernomen langs Kelten, die zelf ook moeite gehad moeten hebben met het uitspreken van een Germaanse *h. Het is te vergelijken met hoe een hedendaagse Engelsman het Schotse woord loch bij gebrek aan eigen ch als lock uitspreekt.
Waal is dus Germaans, zoals de bekende taalkundige Jan de Vries ook benadrukte. En net als bij de Germaanse waternamen van België kan dat twee dingen betekenen. Enerzijds kan de naam gegeven zijn door Germanen die voor Caesars tijd—mogelijk niet lang tevoren—in de omgeving waren neergestreken. Het moet voordien dan wel een redelijk dunbevolkt gebied zijn geweest, want anders zouden ze de naam wel hebben overgenomen van de eerdere, al dan niet Keltische bewoners.
Anderzijds kan het betekenen dat de naam ouder dan het Germaans is, en dat de onmiddellijke voorouders van de Germanen aan of nabij deze stroom woonden. Toen hun taal zich uit de plaatselijke vorm van Indo-Europees ontwikkelde door de kenmerkende klankverschuivingen, ging deze naam daarin mee. Deze tweede mogelijkheid weegt zwaarder, want zoals zal blijken is de naam niet te verklaren met de Germaanse woordenschat zoals we die kennen (of voor Caesars tijd kunnen vaststellen) en zal die dus betrekkelijk oud zijn.
Zoals gezegd zijn Vacalus, Vachalis en Vahalis latinisaties van een inheems woord. De Nederlandse taalkundige Hendrik Kern stelde Oudgermaans *Wanhaliz voor als de eigenlijke vorm en De Vries volgde hem daarin. De *n was al vroeg verdwenen tussen klinker en *h, waarop de a verlengde (en enige tijd nasaal werd uitgesproken). Zo is de naam te zien als afleiding van *wanhaz ‘krom’. Anderszins ontwikkelde dat woord zich onder meer langs *wonh tot Oudengels wóh ‘krom, verkeerd’, dus ook met verlies van *n. (Dezelfde klankontwikkeling is te zien in Oudgermaans *fanhaną ‘vangen’ tot Oudengels fón en Middelnederlands vaen.)
Het bezwaar tegen deze duiding is dat een *n tussen klinker en *h waarschijnlijk nog bestond in het Germaans tijdens Caesars schrijven en nog enige tijd nadien, getuige de reeds genoemde stamnaam Tencteri, die een latinisatie van Oudgermaans *Tenhterōz of *Þenhterōz ware. Aan de andere kant, die naam wordt ook wel als Keltisch gezien, niet omdat hij bijzonder Keltisch overkomt of beter vanuit het Keltisch is te verklaren, maar omdat Usipetes/Usipii, de naam van de broederstam, veelal als Keltisch wordt geduid. Doch die naam valt evengoed of beter vanuit het Germaans te duiden, als verwant van onder meer de waternaam Ieper.
We hebben dan eerder uit te gaan van *Wahal– als oorspronkelijke vorm, waarbij we de uitgang even terzijde laten. Hiervoor blijken zeer weinig aanknopingspunten. Met de kennis dat de Germaanse *h klankwettig is verschoven uit een oudere, Indo-Europese *k (en *ḱ), komt de naam wellicht van dezelfde wortel als Latijn vacillō ‘wankelen, waggelen’. Als we mogen uitgaan van een eenvoudigere grondbetekenis als ‘heen en weer gaan’, is Waal/*Wahal- dan te duiden als ‘slingerende, meanderende’. Maar het Latijnse woord is van onbekende herkomst en slaat meer op de onvastheid van staande zaken, dus het is vooral deze duiding die wankelt.
Waarschijnlijker is verwantschap met Vókė, de naam van een zijstroom van de Neris in het zuidoosten van Litouwen, ook sinds lang Indo-Europees gebied. Hoewel deze wordt vergeleken met Litouws vókti ‘schoonmaken; opbergen; vinden; begrijpen’, is diens verdere herkomst maar lastig na te gaan. Opvallend is in elk geval de overeenkomst met Vókė, Vókia, de Litouwse benaming voor Duitsland. Die is evengoed van onbekende herkomst, maar wellicht nog te verbinden met Litouws vãkaras ‘avond’, vãkarai ‘avondgebied, westen’ en vakãris ‘avondlijk, westelijk’. Is, langs een omweg, Waal/*Wahal- dan te begrijpen als ‘westelijke’? Dat is vergezocht en vrij onzeker, maar enig verband met de stroomnaam Vókė blijft op zijn minst aannemelijk.
Waal/*Wahal- kan ook de klankwettig Germaanse voortzetting zijn van gewestelijk Indo-Europees *u̯oḱ-ol- bij de wortel *u̯eḱ-, *u̯oḱ-. Deze is bekend van onder meer Hettitisch wēkzi, wekkanzi ‘willen, verlangen’ en Oudindisch vaś- ‘willen, wensen, nastreven’. We hebben dan uit te gaan van een grondbetekenis ‘(na)streven’, vanwaar dus Waal/*Wahal- ‘strevende’. Het is een duiding die op het eerste gezicht misschien niet overtuigt, maar aan waarschijnlijkheid wint door vergelijking met de naam van die naburige stroom: Maas/*Masō betekent waarschijnlijk ook ‘strevende’. Het betekent wel dat het verband met de Litouwse waternaam Vókė moet worden opgegeven, want die is niet zo gemakkelijk tot deze wortel te herleiden.
Ten slotte is er nog een zeer kleine maar aangename mogelijkheid dat Waal/*Wahal- is afgeleid van een woord voor ‘koe’ dat buiten het Germaans nog is overgeleverd als Latijn vacca ‘koe’ en Oudindisch vaśā- ‘koe’ (met ś uit ouder *ḱ). Of het al die eeuwen geleden ook zo was is onbekend, maar in onze tijd is het heel gewoon om koeien op de stranden van de Waal te zien, ook wadend door het water—waar de Usipetes en Tencteri ooit hun graf vonden.
Derksen, R. “An Introduction to the History of Lithuanian Accentuation”, in Studies in Slavic and General Linguistics, Vol. 16 (1991), blz. 45-84
Derksen, R., Etymological Dictionary of the Baltic Inherited Lexicon (Leiden, 2015)
Fraenkel, E., Litauisches etymologisches Wörterbuch (Heidelberg-Göttingen, 1955-1965)
Greule, A. Deutsches Gewässernamenbuch (Berlijn, 2014)
Gysseling, M., Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226) (1960)
Pokorny, J., Indogermanisches etymologisches Wörterbuch (Bern, 1959)
Rix, H. e.a., Lexikon der indogermanischen Verben, 2. Auflage (Wiesbaden, 2001)
Schönfeld, M., Wörterbuch der altgermanischen Personen- und Völkernamen (Heidelberg, 1911)
Simek, R., Lexikon der germanischen Mythologie, 3. Auflage (Stuttgart, 2006)
Tacitus, P.C., Germania, vertaald en besproken door J.B. Rives (Oxford, 2002)
Vaan, M. de, Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages (Leiden, 2008)
Vries, J. de, “De hypothese van het Keltische substraat”, in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 50 (1931), blz. 181-221
Welke relatie is er dan met namen als Walen, Wallis, Waadt( Vaud), Wales etc? Die zijn lijken te ontstaan waar Germanen op Kelten stuiten. Is de Waal niet gewoon de aanduiding ‘waar de Kelten wonen’?
Of is dit onjuist?
Op het einde van je blog heb je het over Wahal. Is Wahalla daarvan afgeleid? Dwz wal/ val= gevallenen?
En inderdaad, ik moest aan begin van je blog meteen denken met vacalus, aan koe.
Is er iets te maken van waar de Kelten wonen, gevallenen en koe?
En grappig genoeg woon ik aan het Maas-Waalkanaal, aan het ‘strevende-strevendekanaal’.
En zo niet Kelten, dan is het wellicht nog mogelijk dat de naam iets van doen heeft met de Romeinse troepen die ter hoogte van Nijmegen gestationeerd waren op de zuidoevers van de Waal. Hoewel die oudere vormen te denken geven..
Dank Jan. Ik bedacht me vanmorgen dat de Germanen de bevolkingsgroepen die een Romaanse taal in Zuidoost-Europa spraken Walachen (Wlachen/ Vlachen/ Vlasi etc) noemden. Nu woonden daar meer Daciërs dan Kelten. Het lijkt erop dat ze geromaniseerde bevolkingsgroepen ( Kelten, Daciërs) aanduiden met Walachen. Dit speelt pas in de Middeleeuwen, maar het gebruik van de naam is veel ouder
Zo gek is het dus niet dat de naam Walen iets van doen heeft Romeinse troepen in de zin van geromaniseerde Kelten en andere bevolkingsgroepen (Bataven, Galliërs).
Geen verband, alleen toevallige gelijkenis. Het zijn zonder twijfel drie verschillende woorden/namen:
*Wahal- (vermoedelijk *Wahalī voluit) voor onze waternaam.
*Walhaz (meervoud *Walhōz) ‘Kelt’, bij uitbreiding ‘Gallo-Romaan’ en ‘Romaan’.
*Walahallō ‘hal der gesneuvelden’, van *walaz en *hallō.
Wat die laatste samenstelling betreft: ik ga er voor het gemak vanuit dat die reeds in het Oudgermaans is gemaakt en niet pas later, in het Oudnoords. Hoe dan ook: *walaz (Oudnoords valr) betekende ‘slachting, de gesneuvelden tezamen’ en is niet verwant aan *fallaną (Nederlands vallen). We vinden dat *walaz verder in o.a. verouderd Nederlands walstad en Duits Walstatt ‘slagveld’.
Dank voor de uitleg Olivier. Goed om te weten dat het drie verschillende woorden/ namen zijn.
Walen, Wales komt van Walhisc, niet per se ‘Kelt’ maar oorspronkelijk gebaseerd op ‘Volcae’, een ‘Keltische’ stam die oorspronkelijk langs de Donau woonde maar we kennen uit hun raid op Dephi en een slecht afgelopen inval in Macedonië in 279 v.Chr. De naam wordt ook gerelateerd aan Welsh gwalch (havik).
De naam is later synoniem geworden an ‘niet-Germaan’, dus niet alleen Kelt maar ook Romein/Romaan. De tegenwoordig populaire vertaling met ‘vreemdeling’ is ten dele incorrect. De vooral in Groot-Brittannië gehoorde boze constatering dat ‘Welsh’ een belediging zou zijn (‘ze noemen ons vreemdeling in ons eigen land!’) Waarschijnlijker is dat de immigrerende Saksen de term gebruikten voor ‘Romeinen’ .
Wallis komt uit het Latijn (Valle) voor dal, vallei, en is dus niet gerelateerd.
Ik ken de Volcae Arecomici en Volcae Testosages uit Zuid-Frankrijk , genoemd door Caesar. Daarna kom je Volcae Testosages langs de Donau tegen met andere Keltische stammen. Of diverse noordelijke Germaanse stammen toen al Kelten aanduiden als Volcae?
Lijkt me dan ook heel aannemelijk dat het slaat op iemand die een Romaanse taal spreekt, dwz geromaniseerde Kelten en Romeinen .
Volcae was weliswaar oorspronkelijk de naam van een of meer specifieke (Keltische) stammen in de buurt van de (voorouders der) Germanen, maar nadat de naam ontleend was en eenmaal de Germaanse klankverschuiving was ondergaan tot *Walhōz (enkelvoud *Walhaz) moet het meer algemeen ‘Kelten’ hebben betekend en vervolgens ‘Gallo-Romanen’ en ‘Romanen’. De ruimere betekenis ‘niet-Germanen’ is jonger en niet wijdverbreid, want bijvoorbeeld de Wenden in het oosten werden niet met het woord aangeduid.
Heel interessant, dank! Zelf zou ik ook minder snel aannemen dat een naam werd overgenomen door een nog maar kort daarvoor gearriveerde groep. Ik denk niet dat dit gebied erg dun bevolkt was, daar was het veel te vruchtbaar voor, en daarnaast waren rivieren ook in die tijd de voornaamste reis- en transportroutes.
Een kleine nota over de opening, de ‘slachting aan de Waal’. Opgetekend dient te worden dat ondanks de zekerheid waarmee de media de presentatie van archeoloog Nico Roymans volgden en overtroffen, er geen sluitend bewijs is voor een slachting (laat staan van Caesar’s honderdduizenden). Roymans heeft vondsten die hij decennia daarvoor als ‘offers’ duidde geherinterpreteerd zonder dat er nieuwe vondsten waren (zoals wapens of duidelijk door wapengeweld beschadigde menselijke resten). Verreweg de meeste resten behoorden aan dieren en niet van mensen.
Vreemd blijft ook dat in de interpretatie van de gebeurtenissen de Germanen juist net over de Waal het gebied binnen waren getrokken, maar blijkbaar op hun terugtocht de rivier als onoverkomelijke barrière ondervonden. Het laatste woord hierover is nog niet gesproken.
De aantallen die Caesar noemt zijn met korrel zout te nemen, maar inderdaad zijn er kanttekeningen te zetten bij de duiding door Roymans. De plek komt wel goed overeen met Caesars beschrijving, de nieuwe strontiumanalyse wijst op herkomst buiten de streek en bij mijn weten zijn tenminste sommige van de verwondingen vastgesteld als krijgsmatig (werpsperen). Ik wist niet dat er zo veel dierenresten gevonden waren, maar zulks is te verwachten in de buurt van een kamp.
Ten slotte, de ene oversteek is de andere niet. Tijdens een strijd—of afslachting in dit geval—zal het wat minder gemakkelijk gaan en is er geen tijd om de beste plek te kiezen…
In Museum Jan Cunen in Oss was in 2018 een tentoonstelling waar diverse locaties werden genoemd als alternatief (o.a aan de Maas in Limburg en ik meende zelfs in Belgie) Ik vond het allemaal niet overtuigend, maar daarmee is nog niet gezegd dat Roymans gelijk had.
De tegenargumeneten waren ook niet sterk, vooral dierenresten gevonden (slachtafval?), een andere oorlog tegen Kelten( euh?) er is niets gevonden aan menselijke resten (komt wel vaker voor), het is geherinterpreteerd (mag dat niet?).
Het werd/ is een beetje een loopgravendiscussie. Zou fijn zijn als er een Bestandsaufname wordt gemaakt door de verschillende partijen.