Een wakkere waterling

2021 is het Jaar van de Otter volgens de Nederlandse Zoogdiervereniging. Het gaat goed met deze dolende waterbunzingen sinds hun herintrede na een jammerlijk uitsterven in 1988. Betrekkelijk goed althans, want met minder dan vijfhonderd zielen hebben ze nog een lange weg te gaan in en om deze meren en stromen. Maar ze horen hier thuis en dragen een van de oudste diernamen die onze taal bezit.

Het jaar begint goed met de uitzending van De otter, een legende keert terug, een schitterend beeldwerk onder leiding van de Groninger lijfkundige Hilco Jansma. Ondanks de schuwheid van deze dieren heeft hij ze rijkelijk vast kunnen leggen in Overijssel, Friesland, Drenthe en zelfs de grachten van Groningen, waar zij des winters de warm water zoekende vissen naartoe volgen. Het is, in tijden dat het land verandert in een groene woestijn en verder bedekt wordt met steen en teer voor de mensenmenigte, een hoopgevend verhaal.

“Ze doen hun wetenschappelijke naam eer aan: lutra, dat zoiets betekent als wassen en spelen,” meldt de verteller op een gegeven ogenblik. Dat klopt niet helemaal en het is jammer dat onze eigen Nederlandse benaming zelf niet aan bod komt. Die deelt een oorsprong met de wetenschappelijke, Latijnse en heeft zowaar iets met water te maken.

Nederlands otter gaat net als onder meer Duits Otter, Engels otter en Noors oter terug op Oudgermaans *utraz en dat op ouder, Proto-Indo-Europees *udrós. Die taal werd ruim vijfduizend jaar geleden gesproken, oorspronkelijk wel op en om het westereinde van de Steppe benoorden de Zwarte Zee. Sommige sprekers daarvan verhuisden naar het oosten, zodat vormen van de taal uiteindelijk helemaal in India werden gesproken. Zo kon *udrós zich daar ontwikkelen tot Oudindisch udráḥ met dezelfde betekenis.

Elders werd *udrós—of in dit geval de vrouwelijke vorm *udréh2tot Latijn lutra. Dat is ook de wetenschappelijke naam van het dier geworden. Die l aan het begin is echter onverwacht en kan volgens de Nederlandse woordkundige Michiel de Vaan gekomen zijn door verhaspeling met lūdō ‘spelen’ of (een verwant van) lavō ‘wassen, baden’, en anders door invloed van lupus ‘wolf’, daar de otter net als dat dier een gehaaide rover is.

Zelf is *udrós een afleiding van *u̯ódr̥, en dat is de voorloper van Oudgermaans *watōr en vandaar ons eigen Nederlands water. De diernaam betekent daarmee zo veel als ‘van het water’ of zelfstandig ‘waterling’. Met andere woorden, duizenden jaren geleden in de taal van onze verre voorouders is de voorloper van otter afgeleid van de voorloper van water.

Wie de uitzending van De otter, een legende keert terug gemist heeft kan dit waardevolle werk hier alsnog zien.

Verwijzingen

Kroonen, G., Etymological Dictionary of Proto-Germanic (Leiden, 2013)

Philippa, M., e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (webuitgave)

Vaan, M. de, Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages (Leiden, 2008)

Een gedachte over “Een wakkere waterling

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.