Aambeeld en voorbeeld

Het smeden van een woord hoeft niet moeilijk te zijn. Met enige kennis en vaardigheid is er zo een nieuw woord geboren. Maar wij zoeken uiteraard een woord dat met kracht het licht ziet. Een woord is sterk zolang het in klank en inhoud tot de verbeelding spreekt, en in het beste geval zelfs een toverlijke ambachtelijkheid lijkt te bezitten. En wij plegen dan wel te zeggen dat wij het woord smeden, maar eigenlijk doen wij niets anders dan ontdekken wat al daar is. Van wie hiermee bezig gaat wordt daarom een open houding en liefde voor taal verwacht. Dat spreekt vanzelf.

Om het smeden te overzien kan gebruik worden gemaakt van een stappenplan zoals die hieronder. Het gaat hierbij om het vinden van een heemwoord als alternatief voor een leenwoord. Een heemwoord is niets anders dan een woord dat uit het hart van de eigen taal komt; een woord van eigen bodem en uit eigen kracht, zo u wilt. Als voorbeeld van een leenwoord nemen wij hier telefoon.

~

Stap 1: wat is de herkomst en betekenis van het leenwoord?

Telefoon is ontleend aan de moderne samenstelling van Grieks tēle- ‘ver’ en phōn ‘klank’. Het eerste lid, tēle-, komt uiteindelijk van de Proto-Indo-Europese wortel *kwelh1 ‘ver in afstand/tijd’, waarschijnlijk dezelfde als *kwelh1 ‘draaien, keren, wenden’, vanwaar Oudgermaans *hweh(w)la- en uiteindelijk Nederlands wiel. Het tweede lid, phōn, is waarschijnlijk in de verte verwant met Nederlands bannen, dat oorspronkelijk ‘verkondigen’ betekende.

Stap 2: bestaat er al een heemwoord voor?

Van oudsher niet, maar de goede mensen van de Bond tegen Leenwoorden hebben verrespreker geopperd. Dat is echter een beetje een mondvol. Van een verder onbekend smid komt het niet zo plechtige voorstel krijsijzer; ook niet een woord dat snel aanslaat.

Stap 3: hebben verwante talen er een heemwoord voor?

In het IJslands, bekend om zijn eigenzinnigheid, bestaat sími, een woord dat oorspronkelijk ‘draad’ betekende, maar nu wordt gebruikt om ‘telefoon’ mee aan te duiden. Het komt van Oudgermaans *sīman ‘snoer, touw’ (> Oudsaksisch símo, Oudfries síma, Oudengels síma), en is van dezelfde wortel als zeel ‘draagriem, dik touw’. De Nederlandse voortzetting van het Oudgermaanse woord zou zijm of zijme luiden. Overigens vinden wij in het Fries-Hollandse woord sim ‘nettouw, hengelsnoer’ een variant met korte klinker. Het IJslandse woord is leuk gevonden, en bondig, maar inmiddels zitten we in het tijdperk van de mobiele en draadloze telefoon.

Stap 4: hebben minder verwante en andere talen er een heemwoord voor?

Het Iers-Gaelisch heeft guthán, van guth ‘stem’ en -án, een achtervoegsel dat verkleinwoorden en woorden voor gereedschappen en instrumenten vormt. Een dergelijk achtervoegsel in het Nederlands is -el, dat wij bijvoorbeeld vinden in beitel (het gereedschap dat bijt), teugel (waarmee getogen kan worden) en druppel (een kleine drop). U ziet dat de klinkers bij dergelijke afleidingen ook variëren. Dit komt door taalwetten die hier niet uitgelegd zullen worden. Hoe dan ook, naar voorbeeld van het Iers-Gaelisch zouden wij het minder fraaie stemmel kunnen smeden.

Het Fins, een andere eigenzinnige taal, heeft puhelin, een afleiding van puhua ‘praten, spreken’. Vergelijk ook puhella ‘kletsen’.

Stap 5: met (de wortels van) welke woorden zouden wij een eigen heemwoord kunnen smeden?

Naast voor de hand liggende woorden als ver, spreken, bellen en stem zouden we ook naar de stam van zwaan kunnen kijken (Oudgermaans *swen-/*swan-/*sun- ‘klinken, luiden’). Wij zouden ook kunnen spelen met hoorn of een ouder woord als kallen ‘spreken, kletsen’, dat net als Engels to call ‘roepen, bellen’ van Oudgermaans *kallōn komt. Met t-uitbreiding van dezelfde stam is Oudgermaans *kaltōn, vanwaar Nederlands kouten ‘gezellig praten’.

Stap 6: gezien het voorgaande, wat zou een bondig doch welluidend heemwoord zijn?

Smaken verschillen uiteraard, maar het mag van iedereen worden verwacht dat die het woord met de nodige rust proeft en zo een kans gunt. Het is ook niet gek om meerdere woorden te smeden, om te zien welke het beste in de mond ligt en het mooiste op schrift staat. Hier volgen enkele voorbeelden:

  • beltuig – samenstelling van de stam van bellen en tuig, zoals we dat in werktuig en vliegtuig kennen; niet heel welluidend
  • sprekel – afleiding met het achtervoegsel -el bij spreken zoals beitel bij bijten; niet heel welluidend
  • kel – natuurlijke samentrekking van kellel, afleiding bij kallen met hetzelfde achtervoegsel -el; een zeer bondig en daardoor bruikbaar woord; denk ook aan afleidingen als kellen ‘telefoneren’ en kellig ‘telefonisch’
  • kel(le) – voortzetting van een nieuwe Oudgermaanse afleiding *kalljō ‘horend bij het kallen’; ook zeer bondig en bruikbaar
  • kaller – moderne afleiding bij kallen; wellicht te verwarrend gezien Engels caller ‘beller’
  • kalhoorn – samenstelling van kallen en hoorn; hierbij kan gemakkelijk de variant kalloorn ontstaan
  • kalluw – afleiding bij de wortel van kallen zoals taluw bij die van taal, getal en tellen
  • belluw – afleiding bij de wortel van bellen zoals taluw bij die van taal, getal en tellen

Het is ook mogelijk om eerst een werkwoord voor ‘telefoneren’ te smeden, en van daaruit een woord voor het bijbehorende werktuig te bedenken. Zo zouden we een s-uitbreiding bij de stam van kallen kunnen maken: kalzen ‘telefoneren’, en van daaruit de eenvoudige vorming kals of kels.

15 gedachtes over “Aambeeld en voorbeeld

  1. Mooie uitleg, Olivier.
    Ik moet zeggen dat ik nogal neig naar “kaller”, juist omdat het zo op het Engelse “call” lijkt.
    Er zijn meer van dat soort woorden die ik wel eens gebruik. (Zoals “slotting” voor sluiting. Het woord “slot” bestaat echter ook gewoon in het Engels, maar ja. Het bekt zo lekker. 😛 )

    Ga zo door!.

    1. Ik hel nu meer naar kel, met ernaast ook kal voor ‘(telefoon)oproep’ (vgl. Engels a call). Een kaller of keller is meer degene die telefoneert, de beller.

      En loskel (< losse kel) voor ‘mobiele telefoon’?

  2. Een elderwag?

    Een samenstelling van
    elder(s) > op een andere plaats en
    (ge)wag > spraak, stem (verwant met het Latijnse vox, vocaal).

    Ik neig ernaar om het woord gewag te gebruiken als vertaling voor communicatie. Het huidige gebruik van dit woord is zo beperkt dat het een algemenere betekenis kan krijgen.

    1. Een fraaie vondst, al vind ik die niet zo gemakkelijk in de mond liggen.

      Volgens mij heeft gewag voorheen niet ‘spraak, stem’ betekend; het is ook een vrij jonge afleiding van gewagen. Maar vergelijk van dezelfde wortel Oudengels wóma ‘geluid’ en Oudnoords ómun ‘geluid, stem’. De Nederlandse tegenhanger zou woem luiden.

      Als vertaling voor ‘communicatie’ lijkt gewag mij een goeie kandidaat.

  3. Het woord ‘beltuig’ heeft één groot voordeel, namelijk dat het als enige van de voorgestelde alternatieven ook voor leken zoals ik herkenbaar is.

    1. Ja, het blijft afwegen tussen enerzijds de doorzichtigheid en herkenbaarheid van samenstellingen en anderzijds de bondigheid en welluidendheid van afleidingen.

      Ik zie mijzelf niet zo snel beltuig omarmen. Ook omdat ik -tuig meer van toepassing op grotere apparaten vind.

      1. Ja, kel is natuurlijk wel mooier en korter. Wat vinden jullie van ‘dunkel’ voor een smartphone? (Ik ben van plan zo’n ding aan te schaffen, vandaar.)

      2. Nou, ik ben geneigd voor een ander woord te kiezen. Smartphones zijn namelijk niet de enige dunne telefoons, en voor mij is de associatie met dunken ‘toeschijnen, doen denken’ en dunken (de beweging bij basketbal) te groot.

  4. Hee wat geinig! Ik kwam je stuk tegen op De Exter, maar had nooit verwacht dat mijn neologisme ‘taluw’ ooit nog zou opduiken. Heb het ongeveer tien jaar geleden gemaakt voor mijn vroegere Webstek voor Taalverrijking. Misschien moet ik die maar weer eens online zetten!

    1. De verloren smid! Welkom!

      Het is een hardnekkig woord, taluw; ik denk zeker dat het kans van slagen heeft.

      Ik zou die webstek graag zien herrijzen, moet ik zeggen. Al was het wel moeilijk lezen, rood op blauw. Of was het blauw op rood?

      1. Oef, ga je ‘m nog een likje verf geven als je ‘m weer echt op het web zet?

  5. Ik ben blij dat ik deze webstek gevonden heb. Het woord “taaldacht” alleen al verdient een plekje in het woordenboek.
    Misschien moeten jullie maar eens een stijlvol boek (met veel plaatjes) uitbrengen waarin jullie de mensen een Nederlands/Germaans ‘alternatief’ aanbieden en hun ogen weer kunnen openen voor de schoonheid en herkomst van onze taal. Ik zou het in elk geval kopen.
    Veel ‘succes’ verder.
    Vlaamse groeten

    1. Hartelijk dank voor de vriendelijke en aanmoedigende woorden, Lander.

      Los van de vake bijdragen van lezers is Taaldacht vooralsnog het werk van een enkeling. Ik zou graag nog eens een dergelijk boek willen uitbrengen als daar genoeg vraag naar is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.