Veie

Het begin van de herfst is in mijn ogen tevens het mooiste deel van de herfst. De bossen, die in de lente en de zomer zo zalig groen in het land staan, verkleuren juist in een tijd van kruipende kou naar een warm beeld van geel, rood en bruin.

Daarom vind ik het jammer dat we opgescheept zitten met de hoogst ondichterlijke maandnaam oktober, letterlijk ‘de achtste maand’. Los van het feit dat het al tijden niet meer de achtste maand maar de tiende maand is, is een getal op zichzelf weinig bezielend.

Uiteraard, de klánk van oktober zal inmiddels wel zijn verdiensten hebben en harten verwarmen. Wie oktober hoort en zich gauw voorstellingen maakt van de veranderingen in de natuur, die zal deze naam vast aangenaam voor het oor vinden. Dat heb ik zelf ook. Maar dat is aangeleerd; het is in dezen de maand zelf die ons vervult van warmte, niet de naam.

In mijn noemdrang ben ik al op zoek geweest naar niet zozeer een vervanging voor de huidige maandnaam, maar een erenaam. Uiteraard bestaan er al alternatieven, zoals wijnmaand, maar ik ben niet zo weg van maandnamen die het woord -maand bevat; in mijn beleving zijn dat eerder benamingen dan echte namen. Het Duits heeft voor ‘oktober’ het dichterlijke woord Gilbhard (ook wel Gilbhart). Over de juiste duiding ben ik niet zeker, maar het lijkt erop dat -hard hier een oud woord voor ‘bos’ betreft; gilb- komt van het werkwoord gilben ‘geel worden’. Gilbhard is aldus ‘het gelen van de bossen’. Een waardige naam voor deze maand, al is geel niet de enige kleur die de bladeren krijgen. Het zoeken is in elk geval naar een naam zoals deze Duitse; een die naar de kleurigheid verwijst.

Het oorspronkelijke Nederlandse woord voor ‘kleur’ was verf, of eigenlijk de voorloper daarvan: Middelnederlands vare, en varianten als varuwe, vaerwe en verwe. We zien het ook in bijvoeglijk gebruik in Middelnederlandse samenstellingen als appelvaer ‘appelkleurig’, eenvaer ‘eenkleurig, effen’ en goutvaer ‘goudkleurig’, en in uitbreidingen als veelvaruwich en menichvaruwich, beide ‘veelkleurig’. Het komt van Oudgermaans *farwaz/*farwō, dat niet alleen ‘kleur’ betekende, maar ook ‘vorm, uiterlijk’. Een nagalm van deze oude betekenis is nog te vinden in Middelnederlands godevaer ‘godgelijk, godvormig’. Wat voor maandnaam is er met dit woord te smeden?

Een ander woord, dat het Nederlands jammer genoeg niet van het Oudgermaans heeft bewaard, is het bijvoeglijk naamwoord *faihaz, vanwaar Oudsaksisch fēh ‘kleurig’, Oudhoogduits fēh id., Oudengels fáh id., Oudnoords bláfár ‘blauw gespikkeld’ en Gotisch filufaihs ‘veelkeurig’. Het is thans nog te vinden in Duits Feh ‘bont van de grijze eekhoorn, petit-gris’. Buiten het Germaans vinden we o.a. Grieks ποικίλος (poikílos) ‘kleurig’. Een werkwoordelijke afleiding van dit Oudgermaanse woord was *faihjan, vanwaar Oudhoogduits fēhen ‘versieren, smukken’, Oudengels fǽn ‘schilderen’ en Oudnoords ‘versieren, schilderen’. Maar met het oog op dit stuk is het meest belangwekkend de afleiding *faihīn, vanwaar Oudhoogduits fēhī ‘kleurigheid, bontheid, menigvoud’. De Nederlandse vorm van *faihīn zou veeë dan wel veie luiden. Dan verkies ik veie, en neem ik voor lief dat het lijkt op het onverwante woord vei ‘vettig; welig; vruchtbaar (van grond); groeizaam’.

Tot ik een mooiere naam heb gevonden noem ik zowel oktober als de jaarlijkse verkleuring die deze maand kenmerkt Veie.

2 gedachtes over “Veie

  1. Mooi woord dat je daar hebt: “Veie”. Ik vind “Goudvaar” ook wel wat hebben, al zal de gemiddelde Nederlander dan eerder denken aan vervoeren van goud over water o.i.d.
    Misschien is iets in het gebied van “brons” te doen?. Of “brecht”?. Het is immers een maand die naar het donker gaat, maar juist ook zo’n nadruk legt op het licht en uitbundigheid van kleur.

    Wat de namen van de maanden betreft: die vind ik vreselijk en krankzinnig. Nee, ON-zinnig.
    Ik heb er dan ook een zorgvuldig gekoesterde hekel aan. 😉

    Daarom ben ik des te blijer met dit soort gedachten…”Veie”. Hm. Kiek’n wat ’t wöd.

    1. Dank je. Wij zijn eender in onze gedachten over de maandnamen; dat doet mij deugd.

      Je suggesties rond brons en brecht spreken me aan. En als ik een woord hieraan mag toevoegen: brand. Herfstkleuren zijn bij uitstek vlammige, vurige kleuren.

      Er is overigens hoe dan ook iets aan de br-klank waardoor die geknipt lijkt voor deze tijd. Zo’n rollende tongpunt-r is bovenal een trilling en waar trilling is is warmte.

      Ik zal eens kijken wat we hiermee kunnen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.