Sluw en machtig, dit dier leefde al toen de wereld nog jong was. Hij broedde op schatten en sprak in raadsels. Grote schaduwen wierp zijn slag over akkers en weiden en wouden, en over bergen en stromen. Lind werd hij ooit genoemd, net als de slang, naar zijn buigzame lijf. Worm was de naam die hij met kleiner gedierte deelde, want zij waren beide kronkelend en woelend. Ja, zelfs lindeworm heette hij, voor hij die naam moest afstaan aan mindere, eerloze verschijningen.
Nu kent men hem bij een naam van elders. In het Grieks was hij de drákōn, wat vermoedelijk ‘kijker’ betekende, naar zijn scherpe en gevaarlijke blik. De Romeinen namen deze naam over, en kenden hem voortaan als de draco. En zo is die naam ook in het Nederlands terechtgekomen: drake noemden wij hem, en nu draak.
Het heeft zo moeten zijn, want drake had net zo goed de voortzetting van een inheems, Oudgermaans woord kunnen zijn: van *þrakan ‘verschrikkelijke’, een individualiserende vorm van het bijvoeglijk naamwoord *þrakaz, dat in het Oudengels nog is overgeleverd als þræc ‘verschrikkelijk’. Verwante woorden zijn *þrakō, vanwaar Oudengels þracu ‘kracht; geweld’ en Oudsaksisch módthraka ‘verdriet’, en *þrakiz, vanwaar Oudnoords þrekr ‘kracht, volharding’, Oudengels þrece ‘onderdrukking, geweld’ en Oudsaksisch wāpanthreki ‘wapenkracht’. Al deze woorden komen van een oeroude en lang vergeten wortel *þrek-/*þrak-/*þruk-, welke zo veel als ‘met geweld optreden’ zal hebben betekend.
Volgens deze verheemduiding is de draak de verschrikkelijke, de schrikwekkende, bij uitstek degene die met geweld optreedt. Een waardige en waarachtige naam.
In Klagenfurt heeft men op de Neuen Platz een barok aandoend standbeeld van de Lindwurm. Hij ziet eruit als een plompe draak met krullende staart en kleine vleermuisvlerken. De Middeleeuwse voorstelling zag er vervaarlijker uit. Het beest teisterde in de Middeleeuwen de boerengemeenschappen rond Klagenfurt door hun vee op te vreten. Uiteindelijk hebben ze de lindworm verslagen en afgemaakt.
Ik was het wapen van Klagenfurt ook al tegengekomen, maar had het beeld nog niet gezien. 🙂
Ik moest ook denken aan “drukken” (*treuk-?) en dan “trekken, dreigen, tergen”. Er is veel te spelen met deze klanken. Mooie herheming.
In het woord draak komt een wezen naar voren dat niet zomaar zo gemakkelijk in een vorm te vangen is. De Drakoon (zoals Ladon) is niet zomaar hetzelfde als de Wyvern of als (de) Fafnir.
Een draak kon bijv. ook een trol zijn, en andersom.
Je kan er een heel blog over vullen. 😉
Drukken, van Oudgermaans *þrukkjan, wordt meestal gezien als intensiefvorming bij *þrūgan ‘dringen’. Maar het lijkt mij heel aannemelijk dat er over en weer invloed is geweest tussen beide woordgroepen. Goede klanken ja.
Ik sprak in algemene termen met betrekking tot “de” draak, maar ik onderken de verschillende slagen draken. Ik zou wel draken en trollen gescheiden willen houden, ook al worden ze in sommmige verhalen vereenzelvigd. Onze voorouders (en die van onze buren) konden ook verhaspelen immers.
Leuk om te lezen dat Draak ook een oud-Germaanse voorganger had kunnen hebben.
Toen ik ‘verschrikkelijke’ las in de kop van het artikel moest ik denken aan een stukje over de bijna verdwenen zeearm hier in Groningen, de ‘Fivel’. Er werd gesteld dat de betekenis van dit woord ‘de verschrikkelijke’ of ‘de grote’ zou kunnen betekenen (met een link naar ‘Fimbulvintr’). Hoe zie jij dit Olivier?
Voor zover ik weet komt Gronings Fivel net als Oudengels fífel ‘(zee)reus’ en IJslands fífl ‘dwaas’ (voorheen ook ‘monster, reus’) van *femfil-, en komt Oudnoords fimbul- van de variant *fembul-. Deze horen dan mogelijk bij een wortel die zo veel als ‘zwellen’ betekent.
Een variant van Fivel is overigens Fiemel. Ik vermoed dat deze stroomnaam oorspronkelijk eerder ‘grote’ of ‘uitdijende’ betekende dan ‘verschrikkelijke’.
Het is onduidelijk in hoeverre deze wortel verband houdt met woorden als Oudsaksisch *fimba (in aranfimba ‘oogststapel, graanhoop’), Nederlands vim ‘hoeveelheid van 104 of 120 bos’ en Duits Feim ‘tas, hoop, stapel’.
Geweldig! Dank voor de herleiding. Heerlijk om te lezen. ‘Zwellen’ klinkt zeer aannemelijk voor een aanvankelijk rap in omvang toenemende zeearm. Fijn woord trouwens, ‘zwellen’. 🙂
Graag gedaan!
Op mijn beurt moet ik dan weer denken aan wellen ‘borrelen; stromen’ en kwellen ‘doorsijpelen, uit de grond opwellen’. 😉
DREKEN ‘met geweld optreden, doen schrikken, doen wijken’
onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)
ik dreek
jij dreekt
hij/zij/het dreekt
wij dreken
jullie dreken
zij dreken
onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
ik drak
jij drak
hij/zij/het drak
wij draken
jullie draken
zij draken
voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)
ik heb gedroken
jij hebt gedroken
hij/zij/het heeft gedroken
wij hebben gedroken
jullie hebben gedroken
zij hebben gedroken
Ik dacht ook aan het woord : DRAKAR een vikingschip, bij ons ook
nogal eens SNEK genoemd.
Hier in het noorden hebben/hadden wij de snik(ke); dat is verwant aan Oudnoords snekkja ‘klein langschip van de wijkingen’.
Nu we het toch over monsters hebben. In de velm ‘ Pirates of the Carribean’ met johnny Depp spreekt men op zeker ogenblik over
‘DE KRAKEN’ een geweldige inktvis die de schepen omklemt en dan de dieperik insleurt.
Ook in de rolprent Jason and the Argonauts is er sprake van dat zeemonster met de benaming ‘de kraken’.
Dit woord zou stammen uit het Noors en betekent ‘ontwortelde boom’
Naar gelijkenis met de armen van dit zeedier