Een nieuwe Groninger spelling

De trouwe lezer weet dat ik mij het afgelopen jaar heb verdiept in het Gronings, oftewel het geheel van de Groninger streektalen. Mijn hoop is dat ik uiteindelijk zelf ook vloeiend Gronings zal kunnen. Waarom is dat, afgezien van mijn algemene belangstelling voor taal en talen? Wel, omdat ik in Groningen ben getogen en woon, en omdat mijn wortelen in deze streken liggen – die wil ik niet verloochenen. Doch ook omdat ik heb ontdekt dat ik het Gronings domweg aangenaam en bijzonder vind, zowel in klank als in woordenschat, al bestaan er wat mij betreft mooiere en minder mooie vormen van Gronings.

Maar wat mij het meeste tegenstaat aan het Gronings is diens spelling. Deels is dat omdat de Groninger klanken naar Nederlands voorbeeld gespeld zijn. Dat stoort mij omdat de Nederlandse klankenspelling niet zuiver fonetisch is, maar voor een deel het gevolg is van een specifiek Nederlandse taalgeschiedenis. Het Gronings heeft daarentegen zijn eigen taalgeschiedenis, heeft zijn eigen richting ingeslagen sinds het Oudgermaans. De huidige Groninger spelling is dus enigszins oneigenlijk. Dit zal ik in de volgende twee alinea’s verluchten aan de hand van twee voorbeelden. Slaat u deze vooral over als u liever geen technische praat leest.

De klank [u:] wordt in het Nederlands met oe gespeld; hij is ontwikkeld uit de Oudgermaanse klank [o:]. Maar in het Gronings komt de klank [u:] van elders, namelijk rechtstreeks en onveranderd van de Oudgermaanse klank [u:]. De spelling oe is dus onlogisch met het oog op de Groninger taalgeschiedenis. Een spelling als -u- of -û- is dan beter, want fonetischer.

Op eenzelfde wijze: de klank [œy] wordt in het Nederlands met -ui- gespeld; hij is ontwikkeld uit de Middelnederlandse klank [y:] (spelling -uu- en varianten). Maar in het Gronings komt de klank [œy] heel ergens anders vandaan, namelijk van de umlaut van de Oudgermaanse klank [o:]. Ook de spelling -ui- is dus zeer oneigenlijk en onlogisch voor het Gronings. Een spelling als -øy- of -ey- is dan beter, want fonetischer.

Mede door de huidige, Nederlandse spelling van het Gronings is er voortdurend verwarring. Een Nederlander leest bijvoorbeeld Gronings vuilen ‘voelen’ en denkt aan Nederlands vuil (= Gronings voel). Of hij leest Gronings goud ‘goed’ en denkt aan Nederlands goud (= Gronings gold). Of hij leest Gronings boek ‘buik’ en denkt aan Nederlands boek (= Gronings bouk).

Om dit soort verwarring tegen te gaan, en om recht te doen aan het feit dat het Gronings een eigen geschiedenis heeft, heb ik onlangs besloten om te werken aan een alternatieve spelling van het Gronings. Het zijn er uiteindelijk twee geworden. De eerste neemt meer een voorbeeld aan het Fries (en een heel klein beetje aan het Wels), de tweede vooral aan het Noors, een taal waar ik vrij vertrouwd mee ben.

En omdat ik tóch bezig was, heb ik meteen wat andere Nederlandse eigenaardigheden gewijzigd die ik onaangenaam vind. Zo heb ik weinig met de spelling met -eu-; deze is uit het Frans overgenomen, terwijl dezelfde klank in de andere Germaanse talen wordt gespeld met -ö- of -ø-, eigenlijk verbasterde weergaven van -oe­­-. Voorts ben ik ontevreden over de spelling met -z-; dat vind ik een onprettige letter om naar te kijken; veel liever gebruik ik een -s-, zoals de Duitsers en (in veel gevallen) de Engelsen doen. Overigens spreken Groningers vaak een [s] uit waar Nederlanders een [z] uitspreken, een een [f] in plaats van een [v]. Ook vraag ik me af of dubbele letters voor klinkers (d.w.z. -aa-, -ee-, -ii-, -oo- en –uu-) wel zo schoon zijn. Het is me allemaal wat!

Hieronder volgen twee passages uit de Bijbel. Iedere passage wordt eerst in de huidige, normale spelling gegeven, dan in de meer ‘Friese’ spelling, en ten slotte in de meer ‘Noorse’ spelling. Daarna volgt een overzicht van de verschillende klinkerspellingen in verhouding tot elkaar. Ik ben benieuwd wat u ervan vind. Ik heb zelf overigens al een voorkeur, maar die verzwijg ik vooralsnog.

~

Genesis 1: 1-10

Scheppen van hemel en eerde
1 In t begun het God hemel en eerde schoapen. 2 Eerde was onlaand en t duustern lag over oervloud en Gaist van God zweefde over t wotter. 3 God zee: “Loat ter licht kommen!” En der was licht. 4 God zag dat t licht goud was; God muik schaaiden tussen licht en duuster. 5 God nuimde t licht dag en t duustern nuimde Hai naacht. t Haar oavend west en t haar mörgen west, eerste dag. 6 God zee: “Der zel n gewulf wezen midden in t wotter, dat wotter van wotter schaaidt.” 7 God muik dat gewulf en Hai brocht schaaiden aan tussen wotter dat onder dat gewulf was en dat ter boven was. En zo wer t. 8 En God nuimde t gewulf hemel. Dou haar t oavend west en t haar mörgen west, twijde dag. 9 En God zee: “Loat t wotter onder hemel noar ain stee bie nkander stromen en t dreuge veur t zicht kommen.” En zo wer t. 10 En God nuimde t dreuge laand en wotters dij zok verzoameld haren, nuimde Hai zee. En God zag dat t goud was.

Scheppen fan hemel en îrde
1 Yn ‘t begun het God hemel en îrde schôpen. 2 Îrde was onlaend en ‘t dústern lag over ûrflawd en Gaist fan God sweefde over ‘t wotter. 3 God see: “Lôt ter licht kommen!” En der was licht. 4 God sach dat ‘t licht gawd was; God meuk schaeiden tussen licht en dúster. 5 God neumde ‘t licht dach en ‘t dústern neumde Hai naecht. ‘t Haer ôvend west en ‘t haer moergen west, îrste dach. 6 God see: “Der sel ‘n gewulf wezen midden yn ‘t wotter, dat wotter fan wotter schaeidt.” 7 God meuk dat gewulf en Hai brocht schaeiden aen tussen wotter dat onder dat gewulf was en dat ter boven was. En so wer ‘t. 8 En God neumde ‘t gewulf hemel. Daw haer ‘t ôvend west en ‘t haer moergen west, twyde dach. 9 En God see: “Lôt ‘t wotter onder hemel nôr ain stee by nkander stromen en ‘t droege foer ‘t sicht kommen.” En so wer ‘t. 10 En God neumde ‘t droege laend en wotters dy sok fersômeld haeren, neumde Hai see. En God sach dat ‘t gawd was.

Scheppen fan hemel en irde
1 In t begønn het God hemel en irde schåpen. 2 Irde was onlænd en t dystern lag over urflaud en Gaist fan God swefde over t wåtter. 3 God se: “Låt ter licht kommen!” En der was licht. 4 God sag dat t licht gaud was; God møyk schæiden tøssen licht en dyster. 5 God nøymde t licht dag en t dystern nøymde Hai næcht. t Hær åvend west en t hær mørgen west, irste dag. 6 God se: “Der sel n gewølf wesen midden in t wåtter, dat wåtter fan wåtter schæidt.” 7 God møyk dat gewølf en Hai bråcht schæiden æn tøssen wåtter dat onder dat gewølf was en dat ter boven was. En so wer t. 8 En God nøymde t gewølf hemel. Dau hær t åvend west en t hær mørgen west, tweide dag. 9 En God se: “Låt t wåtter onder hemel når ain ste bi nkander stromen en t drøge før t sicht kommen.” En so wer t. 10 En God nøymde t drøge lænd en wåtters dei sok fersåmeld hæren, nøymde Hai se. En God sag dat t gaud was.

~

Genesis 6: 1-4

Zeuns van God traauwen mit dochters van mensken
1 Der kwammen aal meer mensken op eerde en zai kregen dochters. 2 Dou zaggen zeuns van God hou nuver of dochters van mensken wazzen. En zai nammen zok doarvan dij vraauwen doar heur oog op valen was. 3 De HEER zee: “Mien gaist zel nait veur aaltied in de mensk blieven, hai is vergankelk. Hai zel nait older worden as honderdtwinneg joar.” 4 In dij doagen, en loater ook nog, wazzen der reuzen op eerde. As godenzeuns kwammen zai noar dochters van de mensk. Dou godenzeuns gemainschop haren mit de dochters van mensken, kregen ze kinder. Dit wazzen de grode mannen oet de veurtied, mannen van noam.

Soens fan God traewen mit dochters fan mensken
1 Der kwammen ael mîr mensken op îrde en sai kregen dochters. 2 Daw saggen soens fan God haw núver of dochters fan mensken wazzen. En sai nammen sok dôrfan dy fraewen dôr hoer ooch op faelen was. 3 De HÎR see: “Myn gaist sel nait foer aeltyd in de mensk blyven, hai is fergankelk. Hai sel nait older worden as honderdtwinnich jôr.” 4 In dy dôgen, en lôter ook noch, wazzen der roesen op îrde. As godensoens kwammen sai nôr dochters fan de mensk. Daw godensoens gemainschop haeren mit de dochters fan mensken, kregen se kinder. Dit wazzen de grode mannen ût de foertyd, mannen fan nôm.

Søns fan God træwen mit dochters fan mensken
1 Der kwammen æl mer mensken opp irde en sai kregen dochters. 2 Dau saggen søns fan God hau nyver of dochters fan mensken wasen. En sai nammen sok dårfan dei fræwen dår hør og opp fælen was. 3 De HER se: “Min gaist sel nait før æltid in de mensk bliven, hai is fergankelk. Hai sel nait older worden as honderdtwinneg jår.” 4 In dei dågen, en låter ok nog, wasen der røsen opp irde. As godensøns kwammen sai når dochters fan de mensk. Dau godensøns gemainschop hæren mit de dochters fan mensken, kregen se kinder. Dit wasen de grode mannen ut de førtid, mannen fan nåm.

~

NL GR 1
(norm)
GR 2 GR 3
aa ~ èè aa ae æ
ai ai ai ai
au/ou ou aw au
ee ee é e
ui ui ey øy
ìì ee, ì î i
eu oe oe ø
uu uu ú y
oe oe û u
ie ie y i
ij ij y ei

10 gedachtes over “Een nieuwe Groninger spelling

  1. Ik ga ook voor de derde denk ik. Overigens tast ik in enigszins in het duister wat de uitspraak betreft, omdat ik nauwelijks met de klank van het Gronings bekend ben, maar het geeft wel een idee.

    Wel moet ik toegeven dat ik enige moeite heb om de esthetiek van een schrift los te beschouwen van de systematiek – en mijn persoonlijke herinneringen. Ik vermoed dat ik bijvoorbeeld -komen- ‘mooier’ vind dan -koomen- simpelweg omdat ik de eerste vorm al sinds ik begon te lezen ben tegengekomen, en zij mij daarom meer vertrouwd is. Ongetwijfeld is dit deels de reden dat er altijd zoveel tegenstand tegen spellingswijzigingen is.

  2. Met de derde spelling is het net alsof het Gronings de familiebanden met zijn verwanten op enkele honderden kilometers noordoostwaarts weer stevig aanhaalt. Een zeer boeiend en inzichtgevend effect.
    Eén probleem heb je met je voorstel echter nog niet ondervangen. De uitgang ‘-en’ van werkwoorden en meervoudsvormen in het Gronings is in jouw alternatieven voor een spelling van het Gronings onverminderd gemodelleerd naar de schrijfwijze van het Nederlands, terwijl de bijzonderheid van het Gronings is dat het de schwa in “-en” nimmer laat klinken. Mensen die niet bekend zijn met de gangbare spelling van het Gronings zul je daarom “loopm (lopen), “hemm” (hebben), “loatn” (loaten) en “ween” (wezen) kunnen zien schrijven, en dat doen zij niet zonder grond. Die laatste, extrasyllabische medeklinker heeft, zoals uit “loopm” duidelijk zij, de neiging om te assimileren met de eraan voorafgaande medeklinker.
    Met het opschudden van de spelling van het Gronings ben je naar mijn bescheiden oordeel eerst halfweegs als je dit verschijnsel niet orthografisch ondervangen hebt.
    Stief deurgoan!

  3. Hoewel de derde spelling voor een verrassende uitkomst zorgt neig ik uiteindelijk meer naar de tweede spelling. Ik heb die ondertussen nog ietwat aangepast, zodat ze nog meer op de Friese lijkt.

    Een terechte opmerking over de syllabische medeklinker! Ik heb alleen moeite te bedenken hoe die beter zou kunnen worden weergegeven. Ik vind een spelling als loopm en loatn in elk geval niet de fraaiste. De -p- en de -t- zijn daar overigens overbodig.

    Wellicht dan eerder iets als dit (met klinkers weergegeven zoals in de tweede spelling):

    loo’m (= lopen)
    lô’n (= loaten)
    hemm (= hebben/hemmen)
    krygng (= kriegen)
    jôgng (= joagen)
    feuln (= vuilen)
    wee’n (= wezen)

  4. Dat zöt d’r nogal Tweants oet keal. 😛 He-j dan ok nen echen shewa doar bi-j “loo’m” enzowieder?
    Allenich “vuilen” is bi-j oons dan wear aans: “voel’n”. Zo ha’k ooit ’s van nen (Noorsen?)muziekgroep eheurd den ‘Den Fule” heetn, en do dachn ik dat dat ‘de vuile’ (de duvel) beteeken mös. Da was ok zo. Donders, ik wol oe toch wa ’s nen kear ech good Grönnings heurn proatn! 😀

    Joa, de moodersrpoake is veur elk de meujste sproake, toch? (No ja, ’t Engels kan’k ok wa zwoar lienn) 😛

  5. De Biebel is voor mij geen autoriteit op het gebied van de Groninger spelling, zelfs niet voor het Gronings zelf. Het is te hopen dat dat boek niet dezelfde betekenis voor het Gronings krijgt als de Statenvertaling voor het Nederlands gehad heeft (wat dit betreft prijzen wij de secularisatie).

    Ken je het woordenboek van K. ter Laan niet? Dat is veel fonetischer. Mag niet in je boekenkast ontbreken!

  6. Ik vind ’t ook altijd irritant dat dialecten dezelfde spellingseigenaardigheden hebben als hun officiële variant… aan de andere kant is het logisch omdat er voor een dialect vaak een spelling verzonnen moet worden, en dan ligt het voor de hand aan welke spelling je die dan gaat spiegelen.

    Ik vind voor het Gronings de Friese variant er heel goed uitzien. Het heeft iets logisch vanwege het Friese substraat van het Gronings en vanwege de geografische nabijheid. De Noorse variant ziet er wel leuk uit, maar ø en æ voor een taal uit onze contreien, dat komt toch wat erg onlogisch over. Geen Groninger die ooit z’n dialect op z’n Noors zal gaan schrijven.

  7. Zo op het eerste gezicht lijkt de 3 versie het meest leesbaar, maar een combi van de 3 houd ik ook voor goed mogelijk, afhankelijk uit welke streek je in Groningen zit.
    Onlangs zat ik in Ostfriesland en daar hebben ze ook een aardig variant met Plattdüütsch of Seeltersk.
    Wel interessant allemaal, maar het is me inderdaad wel wat. Fonetisch lezen is ook nog een kunst.

  8. Leuk bericht! Ik zie dat dit artikeltje alweer wat ouder is maar toch wil ik graag even reageren. Ik ben zelf een geboren en getogen Groninger (één die Nederlands moest leren op school). Ik vind het zelf ook enorm vervelend dat het Gronings zijn fonetiek van het Nederlands heeft, past totaal niet. Ik vind zelf de derde variant het meest natuurlijk lezen. De Friese variant is ook wel aardig, maar veel woorden en woordcombinaties kloppen niet helemaal met het uitgesproken Gronings (bijv. moergen). De ø klank uit het Scandinavisch klopt het best met de uitspraak: Mørgn (hier staat letterlijk zoals ik het zou uitspreken). De 3e variant is verreweg het meest Gronings. Variant 2 is goed voor de tweede plek, en 1 (zoals het nu is) is helaas moeilijk te lezen als Groninger. Een puntje: de dubbele klinkers notatie, ondanks niet zo mooi, is wel een must. Het woord ”og” spreekt een Groninger niet uit als ”oog”. ”Og” betekent trouwens ”en” in het Noors 🙂

  9. Wat anders te denken van een spelling met ö in plaats van ø? Die wordt uiteraard al gebruikt in sommige Groninger spellingen, doch enkel voor korte klinkers. Deze spelling zou ook beter aansluiten bij die van onze oosterburen.

    hörn ‘hoek’ (< Oudsaksisch hurni)
    hörn ‘horen’ (< Oudsaksisch hôrian)
    gröyn ‘groen’ (< Oudsaksisch gróni)

    Ik ben geen groot liefhebber van dubbele letters voor lange klinkers (aa, ee, ie, oo, uu). In de Scandinavische talen zijn ze ook niet aanwezig, en het hindert niet.

    De æ zal inderdaad niet zo gauw inburgeren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.