De Hoge God onzer voorouders

Geloof in een Opperwezen is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, ontstaan uit een ouder geloof in meerdere machtige goden naast elkaar. Daarvóór werd alles als bezield geacht: van dieren en stromen tot stenen en bomen. En in de vroegste tijden zag men heel de wereld als doortrokken van een ondeelbare geestelijke kracht. Een dergelijke geschiedenis van godsdienst is niet zeldzaam in de hallen van geleerden. De taal- en volkskundige Wilhelm Schmidt betoogde echter het omgekeerde: oorspronkelijk was er geloof in een Opperwezen en in de loop der tijd ontaardde dit alom. Het tegendeel is nooit bewezen en een blik op de talen en godenleer van de Germanen en verwante volken lijkt zijn stelling eerder te ondersteunen dan te weerleggen.

Lees verder “De Hoge God onzer voorouders”

Múdspelli

Also available in English.

In de Germaanse letterkunde van de vroege Middeleeuwen bestaat een zeer geheimzinnig woord dat telkenmale in één adem wordt genoemd met vuur en verwoesting en het einde van de wereld, te weten Múdspelli. Het is onduidelijk wat het letterlijk betekent en de vraag is bovendien of het oorspronkelijk een christelijk begrip is of dat het uit het oude Germaanse heidendom stamt. Er zijn al vele voorstellen gedaan, maar geen ervan is echt overtuigend. Valt er dan wellicht een nieuwe duiding te bedenken?

Lees verder “Múdspelli”

Over muggen en kamelen

Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt.

(Statenbijbel, Mattëus 23:24)

Met deze woorden sprak Jezus tot hen die zich in onbenulligheden verliezen. Kennelijk was het destijds aan te raden eerst de muggen uit een drank te zeven, voor men een beker aan zijn mond zette. Maar het verorberen van een mug valt natuurlijk in het niet bij het doorslikken van een kameel. Aan Jezus’ uitspraak danken we de uitdrukking ‘muggen ziften,’ maar ook de kemel waart nog altijd door onze taal.

Lees verder “Over muggen en kamelen”

Met valen mennen

Er bestond in het Middelnederlands (1200-1500) een merkwaardige uitdrukking die gebruikt werd door onder meer de dichters Willem van Hildegaersberch en Jacob van Maerlant: met valen mennen. Hiermee werd zo veel bedoeld als ‘kwaad doen, onrecht doen, slinks bezig zijn, bedriegen’ maar ook ‘van de goede weg afdwalen’. Wie ment (rijdt) met valen is onbetrouwbaar, voor anderen en voor zichzelf. Maar wat is nu de letterlijke bedoeling?

Lees verder “Met valen mennen”

Sigelhearwan

Toen de Angelsaksen in Brittannië meer dan duizend jaar geleden vele verhalen uit de klassieke en bijbelse wereld opschreven in hun eigen taal, het Oudengels, vertaalden ze doorgaans niet de namen van mensen en volkeren en landen. Hooguit voegden ze ter verduidelijking eigen woorden toe. De Romeinen waren domweg Rómáne dan wel Rómwaran, de Grieken Grécas, de Israëlieten Israélas, de Egyptenaren Egipte, enzovoort. Maar merkwaardig genoeg gebruikten ze uitgerekend voor de Ethiopiërs steevast een volstrekt eigen benaming, namelijk het raadselachtige Sigelhearwan – alsmede latere nevenvormen als Sílhearwan en Sigelwaras.

Lees verder “Sigelhearwan”

Valse noot

Lang heb ik gedacht dat het eigenlijk vreemd is om een enkel woord ‘mooi’ of ‘lelijk’ te vinden. Zijn woorden immers niet als muzieknoten die pas betekenis krijgen wanneer ze samengeweven worden tot zinnen en verhalen als tot melodieën en akkoorden? Maar wellicht gaat dit niet altijd op. Alsof de duvel zelf ermee speelde, werd ik onlangs op één dag driemaal geconfronteerd met een woord waarvan ik dacht dat het reeds lang verbannen was naar een afgelegen, verlaten Elba van de Nederlandse taal. Kennelijk echter is deze kleine banneling even sluw en vindingrijk als ooit de Kleine Keizer was.

Lees verder “Valse noot”

Hunkerend naar de derde ster

De voetbalinterviews rond de apotheose van het kampioenschap waren scherpzinnig als altijd. Ditmaal viel vooral de grote creativiteit op waarmee spelers, trainers en journalisten het Amsterdamse verlangen naar de ‘derde ster’ typeerden. De supporters hadden er naar gesnakt (De Boer), zelfs gesmacht (De Jong), en spelers voelden de honger van de stad in hun hart (Vertonghen). Verslaggever Joep Schreuder deed er nog een schepje bovenop: de hele dag beweerde hij dat Amsterdam zeven jaar lang naar deze overwinning had gehunkerd. Zijn woordkeuze werd helaas door niemand overgenomen en viel daardoor enigszins uit de toon – al heeft dat wellicht ook met de geschiedenis van het woord te maken.

Lees verder “Hunkerend naar de derde ster”

Een nieuwe Groninger spelling

De trouwe lezer weet dat ik mij het afgelopen jaar heb verdiept in het Gronings, oftewel het geheel van de Groninger streektalen. Mijn hoop is dat ik uiteindelijk zelf ook vloeiend Gronings zal kunnen. Waarom is dat, afgezien van mijn algemene belangstelling voor taal en talen? Wel, omdat ik in Groningen ben getogen en woon, en omdat mijn wortelen in deze streken liggen – die wil ik niet verloochenen. Doch ook omdat ik heb ontdekt dat ik het Gronings domweg aangenaam en bijzonder vind, zowel in klank als in woordenschat, al bestaan er wat mij betreft mooiere en minder mooie vormen van Gronings.

Lees verder “Een nieuwe Groninger spelling”