Een stel in een woord

De tauw—de onderliggende schikking van het bestaan—behelst tegenstelling en wederzijdse afhankelijkheid, waarbij het ene door het andere betekenis heeft. Zo weten wij wat warm is omdat wij koud kennen, en andersom. In de oude Zijderijkse wijsbegeerte wordt zulke tweeheid gevat in het bekende begrip yīnyáng, oftewel ‘donker en licht’. Niet toevallig is dat woord het toonbeeld van een stelwoord, zoals ook Gronings voaiemoeke ‘vader en moeder’ en Oudindisch dyāvāpṛthivī ‘hemel en aarde’. Lees verder “Een stel in een woord”

De tauw

Het was een geweldig toeval, als het geen bevestiging van hogerhand mag heten. Ik zocht een voorouderlijk woord voor de onderliggende schikking van het bestaan en vond het Oudgermaanse *tēwō. Daarmee werd weliswaar ‘orde’ in het algemeen bedoeld, maar de Nederlandse voortzetting zou tauw luiden en laat dat nu ook de uitspraak zijn van tao, zoals de kosmische orde heet in de wijsbegeerte van het oude Zijderijk. Heden kan ik zeggen: de tauw als woord en begrip is van de hoogste waarde in de bezinning op het bestaan en de hernieuwing van onze taal en zeden. Lees verder “De tauw”