Een Saksisch landsdeel

Onlangs maakte minister Plasterk van Binnenlandse Zaken bekend dat de Nederlandse overheid volhardt in haar voornemen tot de samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (al dan niet met de Noordoostpolder) tot één landsdeel, doch dat de uitvoering ervan een jaar is uitgesteld, tot 2016. De werknaam van deze onderneming luidt Noordvleugelprovincie. Wellicht dat dit landsdeel uiteindelijk dan ook Noordvleugel zal heten, maar domweg Noord-Holland lijkt een veiligere gok.

Meteen werd ook weer gefluisterd over de samenvoeging van Friesland, Groningen en Drenthe tot een landsdeel Noord-Nederland, en ongetwijfeld zal die mogelijkheid achter de schermen het meest onderzocht en nagestreefd worden. Zoals wij echter enige tijd geleden al aangaven zijn de verschillen tussen enerzijds Friesland en anderzijds Groningen en Drenthe veel groter dan menigeen in het Westen beseft of scheelt te beseffen.

Friesland is al ruim tweeduizend jaar Fries, en heeft in die tijd enige bijzondere belangen ontwikkeld waardoor het veel waarde hecht en zal blijven hechten aan een eigen koers. Groningen daarentegen was vroeger weliswaar grotendeels Fries gebied, maar is inmiddels een Saksische streek, net als Drenthe, Overijssel, de Achterhoek, de Veluwe en delen van de Stellingwerven in Friesland, alsook uiteraard het grote Saksische achterland in Noord-Duitsland tot aan de Deense grens en verder naar het oosten. Westerlingen en Zuiderlingen zullen enkel een waas van Noorderlingen zien, bovenop een smakelijke bel aardgas, maar de werkelijkheid is nu eenmaal dat er een behoorlijke kloof bestaat tussen enerzijds Friezen en anderzijds Groningers en Drenthen.

Een veel natuurlijker en vlotter te besturen landsdeel zou de vereniging zijn van de Saksische streken van Nederland tot een Saksisch landsdeel, aangezien dan meer rekening wordt gehouden met niet onbelangrijke omstandigheden als streektaal en geschiedenis.

Aangezien dat eerste landsdeel van 2016 een voldongen feit lijkt en door diens omvang zeer overheersend zal zijn binnen Nederland zullen andere provincies zich daarom genoodzaakt voelen om voor beter tegenwicht ook samen te gaan – zoals de overheid uiteraard van meet af aan voor ogen heeft. De keuze tussen een Noord-Nederlands landsdeel en een Saksisch landsdeel, voor zover de overheid ons hierin enige genade gunt, is dan verrassend dringend. Daarbij: indien de overheid als tweede stap een Oost-Nederlands landsdeel vormt uit Overijssel en Gelderland, dan is de keuze voor een Noord-Nederlands landsdeel ook meteen gemaakt.

Hoe het ook zij, of dit Saksische landsdeel nu wel of niet een bestuurlijke werkelijkheid wordt, het kan geen kwaad om eens na te denken over een goede naam voor dit Nederlandse stuk van wat wij voor het gemak maar even Groot-Saksen zullen noemen. Er zijn enige mogelijkheden, ieder met haar voordelen en nadelen. Welke naam is te verkiezen en waarom? Is er anders nog wat beters?

Saksen
Eenvoudig en duidelijk, maar getuigt van aanmatiging; Saksisch Nederland is immers maar een klein deel van Groot-Saksen. Saksen is dan eerder een evenwoord van Groot-Saksen.

Saksenland
Zelfde voordelen en bezwaren als de voorgaande.

West-Saksen
Een tikkel minder eenvoudig en duidelijk, maar daarmee wel meer bescheiden dan Saksen en Saksenland. Het geeft weer dat Saksisch Nederland niet op zichzelf staat, maar het westelijke uiteinde is van Groot-Saksen. En toch, het is nog ietwat aanmatigend, daar Saksisch Nederland nog steeds te klein is om de gehele westvleugel van Groot-Saksen te vertegenwoordigen.

West-Nedersaksen
Nog meer bescheiden dan West-Saksen; deze naam getuigt van erkenning dat Saksisch Nederland het westelijke uiteinde is van slechts een deel van Groot-Saksen, namelijk de bondsstaat Nedersaksen. Anderzijds, deze naam is mogelijk omslachtig en wekt bovendien de indruk dat er een grotere eenheid is met Duits Nedersaksen dan er daadwerkelijk zij.

Saksemarken dan wel Saksenmarken
Meer gewaagd; hierin wordt helemaal uitgedragen dat het hier om een schemergebied gaat tussen Nederland en Groot-Saksen. Een mark is namelijk een ‘grensgebied’. Bovendien heeft deze naam bij geschiedenis al enig bestaansrecht; in Oudfriese bronnen wordt in verwijzing naar de naburige Saksische streken ook wel gesproken van de Saxenna merka. Daarnaast, hoewel het woord -marken net zoals in Denemarken eigenlijk geen meervoud is maar datief enkelvoud, lijkt het meervoud, waarmee de veelzijdigheid van Saksisch Nederland enigszins wordt geëerd.

Westmark dan wel Westmarken
Aardrijkskundiger en bondiger, dit is een wat Tolkienachtige naam die net als de vorige drie mogelijkheden besef toont van een schemergebied.

Westeems dan wel Westeemzen of Westeemzingen
Naar bekende leest, zoals Overijssel boven de IJssel en Northumbria in Engeland benoorden de Humber. Vergelijk ook de naam van (de Saksen van) Holstein in Duitsland in voorgaande eeuwen: Norđelƀingos ‘lieden benoorden de Elbe’ (gelatiniseerd als Nordalbingia). Het nadeel is evenwel dat er nog een strook (Saksisch) Duitsland ligt tussen Eems en (Saksisch) Nederland die ook nog eens veel groter wordt naarmate de Eems in het zuiden nog aanzienlijk afbuigt naar het oosten.

Overeems dan wel Overeemzen of Overeemzingen
Zelfde bezwaren en voordelen als de voorgaande.

Heurnsaksen (verkort als de Heurn)
Saksisch Nederland is een uithoek van Groot-Saksen, en heurn is een oud woord voor ‘hoek’ – beantwoordend aan o.a. Gronings hörn ‘hoek’. Een voordeel ten opzichte van de meesten hiervoor is dat deze naam zowel een volksnaam als een streeknaam is. Een nadeel is dat het een volledig nieuwe benaming is.

16 gedachtes over “Een Saksisch landsdeel

  1. Ik ben zelf sterk tegen de “superprovincies”. Maar als het zover moet komen dan vind ik dit een interessant gedachte-experiment. Historisch en taaltechnisch gezien heb je zeker een punt. Groot probleem wat ik zie is dat in dit geval Friesland buiten de boot valt, en eigenlijk bij geen andere provincies past. Ook vraag ik me af of de noorderlingen uit dit plaatje zich verbonden voelen met de Gelderlanders en bewoners van Overijssel, ook al zijn we linguïstisch gezien Saksisch. Overijssel en het grootste deel van Gelderland passen wel redelijk bij elkaar denk ik.

    Wat betreft de naam van het landsdeel zoals je voorstelt ben ik onzeker. Zelf zou ik kiezen voor Nedersaksen, maar dat is ook de naam van de deelstaat naast ons. West-Nedersaksen zou dan toepasselijk zijn, maar berooft de regio wel van het weinige identiteit dat we tezamen zouden uitdragen. Een mark klinkt voor mij te veel ‘fantasy’ al zou het zeker correct zijn.

    Zeer interessant allemaal dus, maar ik hoop dat het toch niet zover zal komen. Als het zou gebeuren vervalt Nederland al snel in Holland, Saksen en Brabant/Limburg. Dit zou grote schade brengen aan ons gezamenlijk verleden als verenigde provinciën.

    Ben benieuwd hoe het eindigt.

    1. Ik ben ook zeker geen voorstander van het samenvoegen van provincies. De meeste bestaan ook al enige tijd en zijn geen creaties van de laatste jaren. Voor mijn gevoel verliezen wij hierdoor nog meer identiteit, zeker als er niet goed over wordt nagedacht. Ik zou het ook monsterlijk vinden om Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samen te voegen. Ik ben Noord-Hollander en Utrecht vind ik toch echt wat anders. Flevoland is een beetje niks voor mijn gevoel, dus dat zal altijd lastig blijven.

      1. Ik begrijp duidelijk wat je allemaal bedoelt, maar waarom geen scheppingen i.p.v. creaties? En eigenheid is ook beter Nederlands dan identiteit.
        Spijtig dat jullie nog zoveel Nederfrengels gebruiken, want voor het overige ben ik het eens.

      2. Of is het een terugkeer naar de meer oorspronkelijke staat van identiteitsdenken? De natiestaat heeft de oude identiteitsgevoelens en de regionale cultuur in grote mate teruggedrongen. De ‘gezamenlijke Nederlandse identiteit’ en cultuur is een product van de natiestaat.

  2. Ik zou denk ik kiezen voor Saksemarken. Dit lijkt het best te beschrijven wat het gebied is en het feit dat een soortgelijke naam eerder gebruikt is voor dit gebied spreekt mij ook aan.

    Saksen / Saksenland vind ik te ruim. West-Saksen zou nog kunnen maar vind ik minder mooi dan Saksemarken. Hetzelfde geld voor West-Nedersaksen.

    Westmark vind ik wat vaag.

    De namen met Eems spreken mij minder aan, maar dat komt waarschijnlijk omdat de Eems mij zo weinig zegt.

    Heurnsaksen vind ik persoonlijk niet zo mooi klinken, maar misschien dat de inwoners van dit gebied daar anders over denken.

  3. Bedankt voor de reacties.

    Opmerkelijk dat ik de eenvoudige benaming Nedersaksen over het hoofd heb gezien. Die zal ik nog toevoegen aan de lijst.

    Ik neig vooralsnog naar Saksemarken, maar ik vind een naam als Heurnsaksen wat opbouw betreft wel belangwekkend. Niet zozeer om Heurn-, maar in de zin van [bepaald-soort]-Saksen in tegenstelling tot Saksen in het algemeen. Vergelijk de naam Bosfinnen ter onderscheiding van Finnen in het algemeen.

  4. Persoonlijk zou mijn voorkeur uitgaan naar “Saksemarken / Saksenmarken” maar dan misschien toch op het Nedersaksisch; Saksmark, Sassemarke of Saksermark.

    Op zowel het Twents als op het Sallands (en Drents ook, volgens mij) is “Tweant(er)mark” een (bij)naam voor Twenthe.

    Dit kan dan ook weer door werken in respectievelijke regionamen; “Tweant(er)mark”, “Dreant(er)mark”, “Grun(ner)mark of Eemsmark” enz.
    ____

    Of resp. Sakserstiie, Sakserstea, Saxstea of Saxstedde

    “Stea” betekent “plek” of “plaats” op het Nederlands en is verwant aan het Engelse “stead”.
    ____

    Ook zou Twenthe dan, misschien, de Twents sprekende gebieden van resp.: Salland, Achterhoek en Drenthe weer in kunnen lijven.

    1. Wat een aangename verrassing is Tweant(er)mark. Zulks geeft een naam als Saksemarken en nevenvormen zeker meer bestaansrecht.

      Wat betreft de vorm: ik gebruikte voor het gemak de standaard Nederlandse vorm, al zou die eigenlijk nog juister Zasse(n)marken luiden. Allicht zou in de Saksische streken zelf een Saksische vorm van toepassing zijn, zoals Gronings Saksmaark; vgl. Gronings Denmaark.

      Voor namen met -stede ben ik echter zelf wat minder ontvankelijk. Die lijken mij minder geschikt voor zo’n uitgestrekt gebied.

  5. Ik ben zelf een sterk voorstander van het samenvoegen van provincies tot landsdelen en heb ik veel zitten puzzelen met welke provincies het beste samen kunnen en hoe die dan zouden moeten heten. Door politici en technocraten wordt vaak onderschat hoe belangrijk het is dat een gebied, en ook vooral de benaming hiervan, tot de verbeelding en het gevoel van identiteit van de bevolkingen moet spreken. Aangezien er in het Noordoosten des lands verwante dialecten met een gemeenschappelijke historische oorsprong gesproken worden, is het dus zinnig om deze samen te voegen.

    Lastige, doch belangrijke, vraag is inderdaad voor welke benaming gekozen dient te worden. Ik zet zelf oorspronkelijk te denken aan Nedersaksen, ook al werkt dit misschien een beetje suggestief naar de Duitse buren toe. De indruk moet natuurlijk niet gewekt worden dat er naar verdere samensmeltingen gestreefd moet worden.

    Na het lezen van dit artikel voel ik wel wat voor “West(er)saksen” of “Saksemark(en)”/”Zassemark(en)”. Het lid “-mark” heeft ook wel wat, aangezien het oorspronkelijk “grensgebied” betekende.

    Dat door het samenvoegen de lokale identiteiten zouden verdwijnen is onzin. We hebben nu toch ook nog steeds gebieden zoals “Twente” en “de Betuwe” met een lokale identiteit die heel ver teruggaan? Dat wis je met wat administratieve effektiviseringen niet weg.

    1. Nederland is echt veel te klein voor 12 provinces. Om tegenwicht te bieden tegen de Randstad (Nederland = Holland, wat natuurlijk niet klopt) zullen provincies aan de grens moeten samengaan. Friesland, Saksemarken, Gelderland, Limburg en Brabant dus naast Holland-Zeeland en Holland-Flevoland. En in de zuidelijke lage landen: Vlaams-Limburg, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen.

      1. Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Limburg en Brabant samen in één superprovincie/landsdeel? Dat lijkt me eerlijk gezegd wat gortig.

      2. Dat zou inderdaad te gortig zijn.. Ik bedoelde deze opsomming als (nieuwe) Nederlandse regio’s. Zeven in totaal. Bijna de oude ‘Zeven Provinciën’. Toch bijna de helft minder dan het huidige aantal. Maar voldoende historisch verankerd en onderscheidend t.o.v. elkaar.

      3. Ah, zo! Dat klinkt inderdaad beter dan wat de overheid voor ogen heeft/had.

  6. Dit is perfect bedacht. Eigenlijk bestaat het al. als je naar de mensen kijkt. de mensen uit deze genoemde provincies verstaan elkaar. dan heb ik het niet over de taal alleen. de mensen snappen elkaar. Als ik ook kijk op mijn werk waar uit heel Nederland collega’s komen zie je al snel dat de mensen uit Gelderland Drenthe en Overijssel naar elkaar toe gaan ze snappen elkaar de humor en omgang dat is heel anders met de collega’s uit Friesland en noord Holland (hoeft niet overal zo te zijn) maar ik heb het veel vaker mee gemaakt en de collega’s zijn het daar helemaal mee eens. dus als het gaat gebeuren wat ik prima vind. zou ik het west-saksen noemen of saksenland. Het volkslied is schijnbaar al gemaakt. 😉 https://m.youtube.com/watch?v=InljZdBbv2w

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.