Dorestad

Na een lange reeks slagen en de kwaaldood van hun koning Redbad in 719 delven de Friezen dan eindelijk het onderspit tegen de machtige Franken. Die krijgen daarmee voorgoed die belangrijke handelshaven weer in hun greep: Dorestad, gelegen op de waard waar Rijn en Lek uiteengaan. Heinde en ver is deze plek dan reeds geruime tijd bekend als verbinding tussen twee werelden. Er wordt vaak gesteld dat Dorestad eigenlijk een Keltische naam is of minstens ten dele, als een Gallo-Romaans overblijfsel, maar of dat werkelijk zo is… Lees verder “Dorestad”

Van de ziener en de woede

Gelijk de sjamanen van Siberië leefden er onder onze eigen voorouders zij die goddelijke kennis verwierven—ook over de toekomst—door het wild met diens vele tekenen waar te nemen en zich gebeurlijk in een toestand van vervoering te werken. Bij alle Indo-Europese volkeren waren zulke zieners en waarzeggers van groot belang en bovendien vaak in dichtkunst bedreven. De beste van deze was voor de oude Germanen niemand minder dan de eenoogde god Woen. Zijn naam, beter bekend in de oude vorm Wódan en de Oudnoordse evenknie Óðinn, is verwant aan woede doch heeft maar zijdelings met razernij te maken. Lees verder “Van de ziener en de woede”

Een oud woord voor woest drasland

Met vormen als broel, bruul en briel in de Lage Landen en Brühl in Duitsland bestond er vroeger een woord dat verwees naar drassig laagland begroeid met kreupelhout, en ook oeverweiden waar bijvoorbeeld hout verhandeld werd—plekken die later marktpleinen werden. Volgens de gangbare opvatting gaat het woord langs het middeleeuws Latijn terug op Gallisch *brogilos en is dat afgeleid van brogis ‘gebied, land’. Een Keltisch woord dus, waarmee overigens ook de oordnaam Breugel verklaard zij. Doch bij nader inzien ligt de herkomst elders. Lees verder “Een oud woord voor woest drasland”

Herculēs in Nederland

Herculēs, schreef de bekende geschiedschrijver Tacitus tegen het jaar 100, verbleef naar verluidt ooit onder de Germanen en werd door hen nog immer als voornaamste held bezongen en zelfs als god beofferd met dieren. Niet onder die naam uiteraard, maar de Romeinen en Germanen plachten nu eenmaal elkaars goden en helden te vereenzelvigen. Bodemvondsten in de vorm van onder meer erestenen staven Tacitus’ verhaal: Nederrijnse Germanen in dienst van het Rijk vereerden Herculēs, vaak met de opmerkelijke plaatselijke bijnaam Magusanus. Lees verder “Herculēs in Nederland”

De waternamen van België

Hoe ver noordelijk reikte de Keltische wereld in de Lage Landen? Over dat vraagstuk is veel te doen geweest, met geen tekort aan boude beweringen. Het is onder geleerden niet ongewoon te menen dat heel België ooit Keltisch was, eigenlijk wel al het land tot aan de Rijn, en het wordt de laatste jaren weer betoogd dat zelfs de oude Friezen oorspronkelijk Kelten waren. Daartoe worden de namen van rivieren—de oudste en belangrijkste aanwijzingen die we hebben over de talen die er gesproken werden—al te gemakkelijk aangewend. Lees verder “De waternamen van België”

Een telg als borg

Wanneer de Hunnen onder hun heer Attila grote delen van het Avondland onder de voet lopen, tot grote schrik alom, zijn enkele Germaanse koningen genoopt hun trouw en vrede te bewijzen door hem edele jeugd als onderpand te geven. De jonge Walthari, Hiltgunt en Hagano worden door zijn hof ontvangen en opgevoed als zijn eigen. Zo ging het volgens het tiende eeuwse gedicht Waltharius, en zo was het wijdverbreide gebruik dat sinds mensenheugenis bestond. Het was een wijze waarop de machtigen hun tegenstrevers in bedwang zochten te houden. Lees verder “Een telg als borg”

Lof der lijsterbes

Hij was er als een van de eersten, toen de ijstijd eindelijk voorbij was en de Lage Landen veranderden van een grote toendra naar de groene streken die ons zo vertrouwd zijn. De lijsterbes is een ware, winterharde spil in het wild: zijn lover, knoppen, bloemen en vermiljoene bessen zijn een weldaad voor menig voedsel zoekend dier, beslist niet slechts de vogels waar hij naar vernoemd is. En dat is niet zo lang geleden gebeurd. Vroeger heette hij namelijk anders—en beter: kwikboom en everes.

Lees verder “Lof der lijsterbes”

Kade – werkelijk een Keltisch woord?

Eeuwen lang zijn Germanen en Kelten elkaars buren geweest, grotendeels door de Rijn gescheiden. Het waren de Kelten die aanvankelijk verder ontwikkeld waren, onder andere in hun kennis van metaalbewerking. Van hen hebben de Germanen ooit woorden als ijzer en lood overgenomen. Doch de taal van de Kelten is in de tijd van het Romeinse Rijk grotendeels van het vasteland verdwenen, toen velen Germaans gingen spreken en nog velen meer het Latijn overnamen. De Nederlandse keltoloog Peter Schrijver meent dat er tot in de Middeleeuwen een Keltische taal in het Nederlandse kustgebied werd gesproken en dat het woord kade in deze late tijd nog hieraan ontleend is. Maar is dat wel zo?

Lees verder Kade – werkelijk een Keltisch woord?”