Een gewijde taal

In de wereld die ik voor ogen heb is het land rijk aan wilde paden, dichte hagen en bossen van omvang. Overal zijn heilige oorden met ambachtelijk getimmerde gebouwen waar elke dag bezoekers de goede geesten groeten en voorouders herdenken, en waar toegewijden in alle rust de tauw bezinnen. Hoor, daar bij een beek zingt iemand zachtjes wat woorden in de gewijde taal. Het is een oudere spraak die voor plecht en bede hernomen is. Lees verder “Een gewijde taal”

Een stavenschat voor onze taal

Worden de oude ruinstaven niet uit schrik verloochend, dan drijven ze wel door gebrek aan nut uit ons bewustzijn. Dit schrift hoort in verschillende gedaanten nu eenmaal bij talen die hier niet meer leven. Wie het Oudgermaans machtig wordt kan er gelijk mee aan de slag, maar voor het Nederlands met diens afwijkende klanken zijn deze tekens niet geschikt. Daarvoor moeten ze eerst bijgewerkt worden, zoals de oude Engelsen en Friezen ooit deden. En zo is hier een Nederlandse stavenschat gewrocht. Lees verder “Een stavenschat voor onze taal”

Tekens, truien en treurige buien

ruintrui
De trui des aanstoots.

Met klamme handen heeft de hema deze week ijlings een trui uit haar rekken getrokken vanwege een opdruk van runen, de Germaanse schrifttekens die tot in de middeleeuwen gangbaar waren in de Lage Landen en omstreken. Het taboe rust in dit geval met name op de ᛟ, omdat die kennelijk als zinnebeeld wordt gebruikt door slechte mensen. Wie dat mogen wezen doet er niet toe, want het mag nooit een reden zijn om dit kostbare talige erfgoed in de ban te doen. Lees verder “Tekens, truien en treurige buien”

Skanomodu

Op een gulden munt uit ongeveer 600 na Christus is in fraaie Germaanse ruinstaven het woord skanomodu te lezen. Over de betekenis zijn de meeste geleerden het wel eens en algemeen wordt aangenomen dat het hier om een Friese eigennaam gaat, waarmee het ook gelijk een van de oudste sporen van de Friese taal ware. Het is om deze reden dat onder andere de studievereniging van de opleiding Friese Taal en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen ernaar vernoemd is. Maar met het gevaar dit vriendelijke volk te grieven: met enig recht mogen we twijfelen aan de duiding van de naam en ons afvragen of hij ook echt Fries is.

Lees verder “Skanomodu”

Staven

wulfaharijaz

Ruim tweeduizend jaar geleden werd er in de Germaanse wereld een schrift ontwikkeld naar voorbeeld van dat wat bezuiden de Alpen in gebruik was. Onder de Germanen, die een zeer godsdienstig doch heidens wereldbeeld hadden, beschikten slechts enkelen over kennis van dit wonderlijke schrift en was het vandaar omgeven met voorstellingen van macht en toverkracht. Het enige schrift was ook gelijk een geheimschrift.

Een teken in dit schrift noemde men een *stabaz, terwijl de geheime gedachte of toverspreuk die men vast wou leggen een *rūnō heette. Het kerven van zo’n boodschap in deze tekens was het *wrītaną. Dat wil zeggen: de ingewijde was in staat een ruin in de vorm van staven (soms één enkele staf) in hout, steen of metaal te wrijten. Om verwarring met de nerven in het hout te voorkomen bevatte geen van de staven een liggende lijn. Bovendien waren ze zelfs bij draaiing en spiegeling niet met elkaar te verwarren, in tegenstelling tot bijvoorbeeld p en d of d en b.

Lees verder “Staven”

Eil en Alruin

In de negentiende eeuw werd in Frankrijk een hoogst belangwekkend walvisbenen kistje gevonden. Hoewel het toentertijd door een familie als naaidoos werd gebruikt, is het in de achtste eeuw na Christus in Northumbria (Engeland) gemaakt, ongetwijfeld voor meer plechtige doeleinden. Het kistje, thans bekend als de Franks Casket, is een en al versieringen, met taferelen die verwijzen naar verhalen uit de Germaanse, Romeinse en Bijbelse overlevering. Zo is op de voorkant de legende van Wieland de Smid uitgebeeld.

Lees verder “Eil en Alruin”