De spinnende godin

De godinnennaam Tanfana blijft mijn gemoed beheersen. Ontevreden met de twee duidingen die ik in mijn vorige stuk gaf ben ik andere mogelijkheden gaan overwegen. En zo ben ik op een duiding gekomen die mij aannemelijker voorkomt. Waar ik de naam aanvankelijk voor een afleiding hield, gelijk velen voor mij, houd ik er nu rekening mee dat hij eerder een samenstelling is. Dat verandert de zaak.

Deze duiding begint bij een andere naam uit dezelfde tijd en streek: Aufaniae. Zo worden de zogenaamde moedergodinnen (ook wel matronen) genoemd in verscheidene inscripties die in het Duitse Rijnland zijn gevonden. Aufaniae is een Germaanse naam met een Latijnse meervoudsuitgang. In de afwezigheid van overtuigde verklaringen vermoedde de germanist Jan de Vries dat deze naam een samenstelling is waarvan het eerste lid au- zoveel als ‘voorspoed, geluk’ betekent en ook in andere namen van moedergodinnen voorkomt, zoals aan het begin van Aviaitinehae. Het lid is dan verder verwant aan Oudgermaans *audaz ‘voorspoed, rijkdom, geluk’. (Ook aanwezig in de samenstelling *audabaran ‘voorspoed-brenger’, vanwaar Nederlands ooievaar en Fries earrebarre). Het tweede lid in Aufaniae komt mogelijk van een Proto-Indo-Europese wortel die ‘spinnen, weven’ betekent en waarvan de reconstructie inmiddels *ph2n-, *peh2n- luidt. Bij deze wortel hoort vermoedelijk ook Oudgermaans *fanan, vanwaar Gotisch fana ‘lap, doek’, Oudsaksisch fano ‘vlag, vaan’, Nederlands vaan, enz.

De Aufaniae zijn dan de ‘gelukspinnenden’ of ‘weefsters van voorspoed’ en zijn dan evenwel te beschouwen als schikgodinnen. Getuige de Noordse overlevering en parallellen in andere Europese culturen, was de voorstelling van schikgodinnen als ‘weefsters’ en ‘spinsters’ van het lot en de levensdraad een algemene en wijdverbreide. Vergelijk ook het lid neha, dat in verschillende godinnennamen uit dezelfde tijd en streek voorkomt, zoals in Nehalennia en de voornoemde Aviaitinehae. Neha lijkt een Latijnse weergave van Oudgermaans *nēō(n) ‘spinster, naaister’, bij het werkwoord *nēan-, vanwaar Duits nähen, Nederlands naaien, enz.

Het is aldus mijn vermoeden dat -fana in Tanfana oorspronkelijk ‘spinster, weefster’ betekende.

Maar hoe zit het dan met het eerste lid van Tanfana? Wat moet Tan- voorstellen? Wel, misschien vertegenwoordigt die T- niet een Oudgermaanse *t-, maar een Oudgermaanse *þ-. Hier zijn drie verklaringen voor te bedenken. Het kan namelijk zijn dat de naam werd opgeschreven/gehoord toen de klankverschuiving van Proto-Indo-Europees *t- naar Oudgermaans *þ- bij de Wet van Grimm nog niet had plaatsgevonden, althans in het Rijnland. Ook is het mogelijk dat de naam via Gallische agenten tot de Romeinen gekomen. Een derde mogelijkheid is dat (sommige) Romeinen zelf de Oudgermaanse *þ- met een t- weergaven.

Vergelijk Teutones, een naam van een Germaanse stam afkomstig uit wat nu Denemarken is. Deze naam is in dezelfde tijd overgeleverd als Tanfana en hoort hoogstwaarschijnlijk bij Oudgermaans *þeudō. Of vergelijk Tencteri, een stamnaam die een behoorlijke duiding ontbeert, doch wellicht hoort bij *þenhtaz, vanwaar Oudnoords þéttr ‘dicht, zwaar’, Oudengels ðíht ‘dicht, stevig, sterk’, Middelnederlands dicht ‘dicht, stevig’.

Klopt dit, dan zou ik voor Tan- aansluiting willen zoeken bij de Proto-Indo-Europese wortel *ten-, *ton- ‘spannen’. Bij deze wortel horen o.a. Oudgermaans *þanjan- ‘uitrekken, spannen’ (vanwaar o.a. Oudnederlands thennon id.) en mogelijk Oudgermaans *þunwiz (vanwaar o.a. Nederlands dun). Afleidingen van deze wortel buiten het Germaans maken het belangwekkender. Zie bijvoorbeeld Sanskriet tánti- ‘koord, snaar’, tantu- ‘vezel’, tan- ‘uitbreiding, voortduur, voortplanting’, Latijn tenus ‘koord met een lus, strik, snaar’, tenor ‘onafgebroken loop, voortdurende beweging, vaart, geregelde gang, duur, samenhang, draad’, Oudiers tan ‘tijd’ (letterlijk ‘voortduur, (tijds)spanne’), Litouws tiñ-klas ‘net’, Lets tinu, tît ‘vlas, vlecht’ en Oudkerkslavisch teneto, tonoto ‘touw’. Vergelijk voor de betekenisontwikkelingen hoe het werkwoord spinnen ‘draden vormen’ van dezelfde wortel komt als spannen ‘strak trekken’.

Als Tan- inderdaad bij deze wortel hoort, dan is het nog niet duidelijk wat de exacte betekenis ervan is. Veiligst is wellicht ‘draad’, oftewel ‘dun spinsel van ineengedraaide vezels’, in dit geval metaforisch met betrekking tot lot en leven. De naam Tanfana is dan op te vatten als ‘spinster van de levensdraad’.

Zoals ik in mijn vorige bericht schreef was Tanfana wellicht niet de naam van een afzonderlijke, verder onbekende godin, maar een titel van een godin die we beter kennen onder een andere naam. Er zijn enkele aanwijzingen dat we hier niemand anders dan Vrije voor ons hebben. Dier naam, die oorspronkelijk waarschijnlijk ‘beminde’ betekende, schuilt nog in het woord vrijdag, de vertaling van Latijn diēs Veneris ‘dag van Venus’. Vrije, in de Noordse overlevering bekend als Frigg en vrouw van Óðinn (dat is Woen), lijkt de moedergodin bij uitstek te zijn geweest. Haar hoofdrol lijkt mede bevestigd door de grote rol die Maria sinds de kerstening in Europa speelt. De Scandinaviërs hebben overigens hun woord voor ‘vrijdag’ van de Zuid-Germanen overgenomen, hetgeen wellicht aanduidt dat Vrije voor laatstgenoemden belangrijker was.

Hoe dan ook, Jacob Grimm schreef dat men op het Zweedse platteland de Gordel van Orion ook wel kende als Friggerock ‘(spin)rokken van Vrije’, en later als Mariärock ‘(spin)rokken van Maria’, hetgeen een innig verband toont tussen Vrije en het spinnen. Als Vrije de goddelijke spinster was, de spinnende godin, dan is het aannemelijk dat de naam Tanfana, als die werkelijk ‘spinster van het levensdraad’ betekent, een titel is van Vrije.

30 gedachtes over “De spinnende godin

  1. Het is wel opvallend dat in vele beschavingen het leven als een draad wordt voorgesteld.Zo spreekt men in onze streek (Brabant) over Pietje de Dood, die met zijn zeis de levensdraad doorhakt.
    Ook zegt men in het Antwerps voor iemand die dood is ‘zijn bobijntje (spoel) is
    afgerold.’

    1. Die kende ik nog niet. Bedankt! Een andere uitdrukking: “Zijn leven hangt aan een zijden draadje.”

  2. Óðinn (dat is Woen),

    Of noemen wij hem eigenlijk Oen ? Geintje !!

    Maar ik wou gewoon nog even aan *woest herinneren 😉
    Dat liep voor mij toch wel sluik af ;-(

    Je noemt het woord spannen. Je weet dat er ook het sterke werkwoord spanen ‘verlokken, verleiden’ is ? Lijkt me ook wel wat voor Vrija.

    1. Bij wat ik weet van Vrije, zou ik haar niet zo snel van dergelijke onhebbelijkheden verdenken. Haar is meer een eerlijke liefde en een goede trouw. Streng ja, maar niet mis- of verleidend.

  3. Spanen dan natuurlijk geprojecteerd op het deel -fan-

    O ja, voor Ooievaar lees mijn Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen, 2004. Daar staat het effe beter in dan in EWN-3.

    1. Er staat in elk geval een klein foutje bij het lemma ooievaar in het EWN. In plaats van *audabaran (of: *auda-bara-) staat er *ōda-bara-. De redactie is er al op gewezen.

  4. In het etymologisch dialectwoordenboek van Weijnen, vind ik nog een woordje nl :’DOON of DEUN’ een gewestelijk woord voor strak gespannen. In N.Holland betekent het ook ‘volgevreten’. Hij verwijst ook naar het Duits ‘dehnen’ rekken
    en vervolgens naar latijn ‘tendere’
    Deunen betekent trouwens een touw strak spannen.

  5. Waarschijnlijk van de Matrones is de afbeelding van drie vrouwen op een zilveren votiefplaat van Bergakker bij Tiel. Er was daar een heiligdom, gewijd aan de godin Hurstrga. Het eerste naamdeel is ons woord horst ‘verhevenheid in het landschap’. De naam Bergakker verwijst naar een soortgelijke geografische toestand (Van Berkel & Samplonius, 2006. Aan haar werden votiefoffers gebracht, waaronder een Frankisch verguld zilveren zwaardbeslag met de runeninscriptie “h??þ?was : ann : k?sjam : log?ns”. Het eerste vraagteken geeft een rune aan die hetzij een onafgemaakte þ is, hetzij een l. De andere vraagtekens staan voor steeds dezelfde onbekende rune die door de een als e en door de ander als een u wordt geinterpreteerd. Alleen “ann” ‘verleen(-t)’ laat een zekere interpretatie toe, maar is, doordat het een preterito-presenswerkwoord is, ambigue: het kan zowel eerste als derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd indicatief zijn. Omdat het zwaardbeslag en de context Frankisch zijn en het zwaardbeslag niet is gebruikt, gaat Looijenga (dissertatie 1997) ervan uit dat het om een Frankisch dialect gaat. Ze schrijft dat het archaïsche, germaanse verbuigingsuitgangen heeft die verder niet in het Westgermaans zijn geattesteerd. De inscriptie en het zwaardbeslag worden op rond 425AD gedateerd.
    De godennaam Nehalennia heeft volgens Beekes 1998, Een nieuw Indo-Europees etymologisch woordenboek, blz. 20 een niet-PIE suffix. Hij weidt er niet over uit. Het is lastig om te zien of het bij Nehalennia om een samenstelling gaat van twee of meer woorden. Waar ligt de begrenzing van de wortel(-s) en de affixen? Toch is het juist bij godheden met een bepaalde chtonische component heel goed mogelijk dat de naam uit een substraat komt: volksverhuizers namen niet alleen eigen goden mee, ze namen ook plaatselijke goden over. Een eventueel verband met ‘naaien’ kan dan heel goed volksetymologisch zijn of een aanpassing aan het eigen pantheon of beide.

    1. Ik doe al lange jaren onderzoek naar de families van Avesaet en van Zoelen , de vroegst aantoonbare riddermatige geslachten in de aangegeven dorpen, en hun bezittingen ., Hieronder vallen waarschijnlijk ook de plekken Muggenberg en Bergakker. De vondsten op de laatstgenoemde plaats trekken al sedert jaren mijn aandacht, en ik kwam tot ongeveer dezelfde conclusies als de heer Marcus een mogelijk heiligdom en op de Bergakker bij Zoelen. Deze plaatsen werden bezocht, er is nu veel over bekend.Om hierover nader uit te wisselen wordt ,dhr Paul Marcus vriendelijk verzocht om nader contact met mij op te nemen. Met dank voor de moeite, Harry Tuinhout

  6. “Aufaniae is een Germaanse naam met een Latijnse meervoudsuitgang. In de afwezigheid van overtuigde verklaringen vermoedde de germanist Jan de Vries dat deze naam een samenstelling is waarvan het eerste lid au- zoveel als ‘voorspoed, geluk’ betekent en ook in andere namen van moedergodinnen voorkomt, zoals aan het begin van Aviaitinehae.”

    Er is een Gotisch woord “awo” ‘grootmoeder’. Nu het om Matrones gaat, ligt het voor de hand om ook au-/av-= ‘grootmoeder’ bij de interpretatie te betrekken. Het zou dan opgevat kunnen worden als ‘oermoeders’.

    1. Dat heb ik nog overwogen, maar wat mij tegenhield is dat Gotisch awo ‘grootmoeder’ een n-stam is. (Net als de mannelijke tegenhanger Oudnoords áfi/ái ‘grootvader’.) Zouden we dan niet Avanfaniae verwachten, of op z’n minst Avafaniae? En als het lid er inderdaad in zit, hoe moeten we de samenstelling Aufaniae dan precies lezen?

      Anderzijds, de *au- ‘voorspoed’ die ik navolging van De Vries voorstel is uiteraard zeer hypothetisch in zo’n korte vorm. We hebben binnen het Germaans als aanknopingspunten *audaz ‘voorspoed’ (en nazaten en afleidingen), Gotisch awiliudōn ‘danken’, auja ‘voorspoed’ in een runeninscriptie, en de matronennamen Aumenahenae, Aviaitinehae en Avivae, als het element in die laatste drie te vinden is. Doch, zoals ik eerder hier op TD heb aangegeven, Aviaitinehae heeft wat mij betreft een aannemelijke duiding als *Awi-aiþi-nēōz ‘spinsters van het voorspoedige lot’.

  7. ” O ja, voor Ooievaar lees mijn Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen, 2004. Daar staat het effe beter in dan in EWN-3.”
    Het rammelt daar met die klinker van het eerste lid. Ook Suolahti 1909 (2000) wijst er al op, dat de/een lange o lang niet zeker is (p.370-371). Vandaar ook dat Krogmanns alternatief niet zomaar afgeschoten kon worden.
    Uit alles blijkt, dat de volksetymologie zich flink van de (vele) vogelnamen Ooievaar heeft meester gemaakt. Eigenhuis 2004 komt met een etymologie die klankwettig niet slechter is dan die van Grimm, Krogmann of Wobbe de Vries, maar die gebaseerd is op inzicht in de motivering van oude vogelnamen in zijn algemeenheid. EWN-3 2007 kon over die informatie beschikken. en er staat me zelfs een mail van mij naar het EWN over deze etymologie bij. Klaas J Eigenhuis 110623

  8. Ik vraag mij nu een af, waarom in bijna alle Germaanse talen het beestje dat in het Nederlands “Ooievaar” genoemd word, een “Stork / Storch” heet.

    naar mijn weten is dit in alle Scandinavische talen, IJslands, (Hoog-)Duits, (Neder-)Saksisch, en Engels zo.
    Alleen in het Nederlands niet, of is onze “Stork” ergens in de krochten der tijd omgedoopt?

  9. Dat valt wel mee, denk aan uiver, eiber en aiber.

    Maar eigenlijk was ik benieuwd naar meer duiding m.b.t. het verband tussen ‘spannen’ en ‘spinnen’, want ik zou toch denken dat ‘spinnen’ voor het vormen van een draad zijn oorsprong vindt in de betekenis van ‘draaien’?

  10. Is de Germaanse godin van de spinnerij niet Vrouw Holle? Ik was altijd in de veronderstelling dat Tanfana een Germaanse maangodin was van de vruchtbaarheid, waarbij het Fana gedeelte voor heiligdom zou staan. In Oldenzaal op de Tankenberg zou ooit zo’n tempel/offerplaats/heiligdom of wat het ook was gestaan hebben. Deze zou verwoest zijn in het jaar 14 n.o.j. door Romeinse troepen als vergeldingsactie van de Varusslag (als we de legendes mogen geloven). De etymologie van Tankenberg komt volgens de Oldenzalers zelf van: “Anneke Tanneke Toverheks,” waardoor de Tankenberg dus de berg van Tanneke wordt. Jammer overigens dat de gouden beker, welke gevonden is in het nabijgelegen Uelsen, niet meer daar op locatie is maar in Duitsland te bewonderen is.

    Zijn er overigens meer plaatsen bekend waar Tanfana vereerd werd? Ik kom namelijk alleen Oldenzaal tegen, net zoals Nehalennia in Zeeland….

    1. Beste Johannes,

      Voor zover ik weet is er niets over Tanfana bekend behalve dat de Romeinen haar heiligdom verwoestten toen ze de Marsi aanvielen tijdens een herfstfeest, waarschijnlijk bij volle maan. Dit was in de buurt van het huidige Dortmund.

      Een verband met de Tankenberg bij Oldenzaal is nooit aangetoond en ik vrees dat latere volksverhalen hierover met een korreltje zout moeten worden genomen.

      De Gouden Beker die bij Uelsen is gevonden stamt uit een veel oudere tijd, te weten omtrent 1500 voor Christus.

      1. Dag Olivier,

        Het gaat mij er ook niet om dat dit DE verwoeste tempel is van de Marsii bij Dortmund beschreven door Tacitus, maar dat het EEN tempel kan zijn van Tanfana. Vandaar de vraag of het bekend is dat eenzelfde god op meerdere plekken vereerd kan worden? Is zoiets bekend?

        Helemaal als ik zie dat Oldenzaal dichter bij Dortmund en ook Kalkriese ligt dan bijvoorbeeld Utrecht, dan zal het Oldenzaalse ook een beetje binnen die invloedssfeer liggen (waarmee ik wil zeggen dat de Oldenzaalse cultuur niet veel kan verschillen van de Dortmundse in die tijd en dus dezelfde goden kan hebben). Ik wist overigens niet dat de Marsii bij Dortmund zijn aangevallen.

        Ook lees ik dat de Bructeren ook aan de beurt waren bij de Eems, dan ligt Oldenzaal bijna op de route als ik op de kaart kijk. Brochterbeck in Duitsland (ten oosten van Oldenzaal) zou afgeleid zijn van deze Bructeren. Net zoals het Nederlandse Bruchterveld (ten noordwesten van Oldenzaal aan de grens bij Hardenberg). Kun jij je vinden in deze etymologische verklaringen?

        Maar goed, dit zegt allemaal niks tenzij ze ooit een foto hebben gemaakt 😉 . Ik ben het met je eens dat de volksverhalen bijzonder onbetrouwbaar zijn, maar het gaat mij te kort door de bocht om deze dan maar opzij te schuiven. Vaak zit er wel een historische reden voor deze volksverhalen, dat deze daarna zijn overdreven snap ik. Toch geloof ik wel dat er ooit een Germaans heiligdom heeft gelegen, omdat:

        – Er een 3500 jaar oude gouden beker is gevonden. Dat deze uit een veel oudere tijd stamt zegt mij niet zoveel. Als ik bijvoorbeeld nu kijk naar de huidige religies hebben deze ook artifacten welke inmiddels dus duizenden jaren oud zijn. Juist objecten welke eeuwenoud zijn worden vaak vereerd, dat zal bij de Germanen niet anders zijn lijkt me.

        – De beker is begraven in een heuvel 20km verderop terwijl het een pronkstuk is. Waarom begraaf je zo’n duur object? Helemaal in die tijden lijkt mij goud nogal een duur goed om te begraven. De enige reden die ik kan bedenken om zo’n beker te begraven is angst…

        – Er een offersteen (pak em beet 2 x 2 meter) op de markt van Oldenzaal ligt. Volgens verhalen lag deze steen ooit eens boven op de Tankenberg.

        – Volgens verhalen, kwam Tanfana pas opdraven bij maanlicht. Kennelijk als je die tankenberg opliep in oude tijden, zag men door de maanreflectie door de bomen en de opwaardse vermoeiende wandelgang witte stippen, welke de witte wiev’n zouden symboliseren.

        – Er nu nog steeds een christelijk gebouw staat (er staat nu een kapel), terwijl de Tankenberg buiten de stad ligt en buiten de bebouwing. Absoluut geen logische plaats voor zo’n kapel, tenzij je het ene heiligdom aan het vervangen bent voor een ander (Germaans naar Christelijk heiligdom).

        – De Tankenberg het hoogste punt van Overijssel is. Was het niet zo dat Germanen hun heiligdommen het liefst op de hoogste punten bouwden?

        – Oldenzaal dicht in de buurt ligt van zowel Teutobergerwalt, Dortmund als de Bructeren en ze mazzel hebben gehad als ze de dans van Germanicus zijn ontsprongen. Nu lees ik dat de troepenbeweging niet zou aansluiten bij Oldenzaal, maar als ik zie hoeveel moeite men heeft om het punt waar de Maas de Rijn raakt te vinden (wat niet is natuurlijk, en doelende op de Tenkteren en Usipetes), n.a.v. troepenbewegingen van Caesar vind ik beschrijvingen van Romeinen eigenlijk bijvoorbaat al bijzonder onnauwkeurig…

        Ik zie dat het een beetje een lang verhaal is geworden, mijn excuus. Ik schrijf dit ook niet om mijn gelijk te krijgen, maar wel om mijn overwegingen hierover eens op papier te zetten met name over Tanfana (dus niet noodzakelijkerwijs de Tanfana van Dortmund). Ook lees ik bij buitenlandse media dat het “Anneke Tanneke Toverheks” wel degelijk als verklaring wordt gegeven als ik op het simpele Engelse maar ook Italiaanse wikipedia kijk. Er is er zelfs 1 bij die Tanfana de Twentsche godin noemt (Rudi Klijnstra: Tanfana de Twentsche godin (2007)). Maar goed, het blijft speculeren, tot zo ver mijn overweging.

        Een prettige avond!

    2. @Johannes

      Afgelopen zomer heb ik Gölenkamp (Spöllberg) bezocht het plaatje nabij Eulsen waar de gouden beker is gevonden. Het is een erg interessante vondst en deze locatie moet door zijn hoge ligging ook een fantastisch uitzicht hebben gehad over het toenmalige moeras.

      Bij uitstek een gebied waar de prehistorische mensen offers brengen zoals we die overal in het veen tegenkomen. Dat dit gebied een religieuze-status door zijn unieke geografische ligging heeft gehad lijkt mij volkomen logisch. Barger-Oosterveld met zijn tempeltje ligt pal Noord van Gölenkamp aan de andere kant van het toenmalige moeras .

      Mensen hebben overigens heel vaak dure en unieke objecten begraven als offer zelfs mensen werden geofferd. Deze gouden beker is uniek in dit “zuidelijke” gebied maar niet in Europa. Als u Engels leest raad ik het boek ‘The Rise of Bronze Age Society- Travels, Transmissions and Transformations’ aan en u zult zien dat deze beker aan een bronstijd zonnecultus uit Zuid-Scandinavië gekoppeld kan worden. Daar zijn meerdere van deze bekers en schaaltje gevonden.

      Gerelateerde vondsten zijn de gouden schaaltjes van Terheide en de gouden zonneschijf van Moordorf, beiden in Noord-Duitsland gevonden. En zelfs de gouden hoed van Berlijn is hieraan gerelateerd. zie het boek: “Land van ontdekkingen – De archeologie van het Friese kustgebied”.

      Deze “beker van Eulsen” zal niet door Germanen zijn vereerd, zij hadden er geen weet van dat deze beker daar lag begraven. Deze gouden beker opent wel een deur naar een nog onbekende maar ook zeer interessant stuk geschiedenis van Noordwest-Europa. Dat Gölenkamp met al zijn grafheuvels aan de rand van een moeras gedurende duizenden jaren als belangrijke heilige plaats werd gezien staat wat mij betreft dan ook buiten kijf.

      1. Beste Hrodberht, beste Rob?

        Ik heb je opmerkingen met veel belangstelling gelezen, de onderwerpen die kennelijk jouw interesse hebben, en waarnaar je actief onderzoek deed, fascineren mij ook al, vele jaren. De objecten kende ik eveneens uit langdurig zoeken. Ik wil je vriendelijk vragen of het voor jou doenlijk is om nog enige toelichting te geven op je intrigerende laatste zinnen. Je hebt kennelijk bepaalde vooronderstellingen die mij ook bezig houden, Het is een raadselachtige hoogstaande cultuur, te midden van al het andere, in die toch zeer vroege tijden.
        Als het Anthikethera-mechanismer, en de sterrenschijf.
        Kan je wellicht wat meer aanwijzingen geven, of een meer uitgebreide opvatting? Daarmee kan je mij, en naar ik hoop ook andere lezers, zeker verder mee van dienst zijn. Bij voorbaat dankend, en met betrokken en hartelijke groeten,
        Harry Tuinhout

      2. @Harry Tuinhout

        Anthikethera-mechanisme, gouden bekers / hoeden en ik neem aan dat u de sterrenschijf van Nebra bedoelt? Wat deze objecten gemeenschappelijk hebben is dat zij in feite kalenders zijn, een manier om de tijd van het jaar te bepalen.

        Het juiste tijdstip bepalen was cruciaal voor onze voorvaderen vooral in het Noorden van Europa met zijn extreme seizoenen. Agrariërs moesten op het juiste moment het land bewerken om op het juiste moment te kunnen oogsten.

        Het Anthikethera-mechanisme is overigens minimaal 1000 jaar jonger dan de gouden voorwerpen uit Zuid-Scandinavië. Ik koppel deze dan ook niet aan elkaar. De kennis die deze Grieken hadden was zelfs veel verder gevorderd dan die van de Romeinen. De Grieken hadden overigens ook stoom en hydraulische mechanismen en toch werden deze alleen ter vermaak ingezet. Er is nooit een industriële revolutie uit voortgekomen. Als je genoeg gratis slaven hebt ben je geen machines nodig toch? Kennis en toepassing van technologie zijn afhankelijk van noodzaak, politiek en cultuur. Over dit thema adviseer ik dit boek: “Steven Mithen – Creativity in Human Evolution and Prehistory”

        Terug naar de Bronstijd. Of de Nebra schijf en de gouden zonnecultus uit Zuid-Scandinavië een relatie hebben is moeilijk te zeggen. De zonnecultus lijkt een algemeen toepasbare kennis / religie te zijn geweest. De Nebra schijf lijkt specifiek gemaakt voor de locatie waar hij gevonden is. Er waren in de bronstijd contacten tussen Zuid-Duitsland en Zuid-Scandinavië dat is wel bewezen. Kennis om met behulp van hemellichamen de tijd van het jaar te bepalen zal via deze handelsroutes uitgewisseld zijn.

        Ikzelf vermoed dat deze kennis altijd aanwezig is geweest in het Noorden en er via handel nieuwe denkbeelden overgenomen zijn. Om daarna samen met deze nieuwe technieken en materialen deze kennis vast te houden en door te geven aan de volgende generatie. In deze periode lijkt de maankalender aangevuld te zijn met een zonnekalender.

        Ierland heeft ook een grote collectie gouden voorwerpen met deze zelfde zon symbolen die vaak vergeten wordt in deze discussie. Wat de overeenkomst in voorwerpen met Ierland aantoont is handel. Handel in metalen en heel belangrijk voor ons in Noordwest-Europa; barnsteen.

        Baltische barnsteen was het meest gewilde product uit Noord-Europa (en is dat nu nog steeds hordes Chinezen kopen op dit moment barnsteen op in Noord-Duitsland), Noordzee barnsteen was iets minder aantrekkelijk.

        Baltische barnsteen werd via verschillende landroutes maar ook via de zee getransporteerd naar Griekenland (bewezen) en misschien zelfs naar de farao’s in Egypte (indirecte aanwijzingen). Deze handel met de middellandse zee culturen heeft rechtstreeks of indirect het denken en technische kennis van de mensen hier beïnvloed.

        Ik vermoed een bepaalde niveau van welvaart, kennis en vaardigheid in Noordwest Europa. Of dit een hoogstaande cultuur was? Dat is een relatief begrip. Ik zie het als een cultuur met veel handelscontacten die bepaalde elementen toevoegt aan de cultuur die zij al hebben.

        Als dat ene Anthikethera-mechanisme niet per toeval bewaard was gebleven en niet per toeval ontdekt was hadden we nooit geweten dat sommige Grieken zo geavanceerd waren. Zonder een vergelijkbare vondst hier zullen we dat dan ook nooit van de Noord-Europeanen weten, maar het is mogelijk dat zij ook erg veel kennis hadden.

      3. Beste Hrodberth,

        Hartelijk bedankt voor je uitvoerig en informatief antwoord. Ik bedoelde inderdaad de sterrenschijf van Nebra. Voorts is het buitengewoon interessant, maar ook intrigerend te bemerken dat in een tijdsbestek dat bij ons, dit ten onrechte, als eenvoudig, wordt aangemerkt, dergelijke zeer hoogwaardige producten worden gemaakt. Ik veronderstel eigenlijk dat ze wel in onze streken, b.v. Friesland bekend waren, toch niet uit onze streken kwamen, maar wellicht uit landen rond de Zwarte Zee. Hun toepassing moet bij ons via een kleine intellectuele elite bekend zijn geweest. Omdat mij dit zo bezig houdt, en geen antwoorden werden gevonden, hoopte ik via jou, wat nadere informatie herover te ontvangen. Het blijft helaas een mysterie, maar je fascinatie deel ik wel.. Het is belangrijk goede vragen te stellen, helaas blijven wij voorlopig uitzien naar goede nieuwe antwoorden. Het is waarschijnlijk toch wel zo, dat in een klein deel van de wereld al een grote kennisvoorsprong moet zijn geweest. Onbegrijpelijk dat dit nooit eerder systematisch werd uitgezocht.

        Vr. gr.

        Harry.

      4. Dag Hrodberht,

        Bedankt voor je aanvulling (als ik zo vrij mag zijn te je-jijen) ondanks dat het eigenlijk mijn verhaal ontkracht 😉 . Maar ik ben je toch erkentelijk voor het aanvullen van het verhaal. Zo zie ik het dan maar ook, zoals je ook stelt, het is een andere losstaande geschiedenis. Ik heb gisteravond het e.e.a. opgezocht waarvan ik eigenlijk nooit op de hoogte was terwijl het maar een paar kilometers verwijderd is van mijn woonplaats. En door uw informatie is mijn interesse voor deze periode wel degelijk aangewakkert, waardoor ik het zeker eens ga bezoeken. Kunnen we de heuveltjes van Mander hierin vergelijken trouwens? Of het urnenveld op de Thij?

        In ieder geval, ik ga niet recht l**len wat krom is om het maar even in het plat Nederlands te zeggen, en zal dit punt doorstrepen!

        Groeten, Johannes

      5. We leren altijd bij, hoe meer ik lees en leer hoe meer vragen ik heb. We staan nog maar aan het begin van het ontdekken van onze geschiedenis.

        Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet bekend ben met de Tankenberg. Ik zal me er in verdiepen. Als ik uw verhalen die rondom de heuvel bestaan lees doet me dat erg denken aan een voormalige plek van een hunebed. Daar werden ook altijd kerken bovenop geplaatst in Drenthe. De Hunebed van Rheine in Duitsland ligt op dezelfde hoogte. Ik zeg niet dat het zo is maar het zou kunnen dat er ooit een steenkist of hunebed heeft gestaan op de Tankenberg .

        Aan het begrip ‘offersteen’ hecht ik niet al te veel waarde. Ik zie dat als een poging van de kerk om vroegere religies en heiligdommen zwart te maken. Een dergelijke ‘offersteen’ ligt ook voor de kerk van Zweeloo maar is in feite een steen van de vernielde hunebed die daar eerst stond. Min of meer een trofee die pontificaal voor de deur ligt.

        We moeten ons goed realiseren dat begraafplaatsen zoals b.v. Gölenkamp of de heuveltjes van Mander vaak begonnen rondom een oud graf zoals een hunebed en tot en met de Saksische periode in gebruik zijn gebleven. Althans er werden grafheuvels rondom toegevoegd (Overigens het is niet helemaal zeker dat een hunebed een graf was). Een Heilige plaats kent dan ook vaak een duizenden jaar oude geschiedenis gebruikt door verschillende culturen. We moeten al deze fases in de geschiedenis dan ook goed onderscheiden.

        Bijvoorbeeld de munt die dhr. Engbers vader heeft gevonden zou best van een Germaan kunnen zijn die het van de Varus slacht heeft meegebracht en eenmaal thuis op deze veel oudere heilige plek heeft geofferd. Voor een gedegen geschiedenis van de Varus slacht zie: http://www.livius.org/te-tg/teutoburg/teutoburg01.htm

        Het zijn de Christenen (Franken) die een eind hebben proberen te maken aan de verering van deze oude cultplaatsen. Deze demonisering van voorouderlijke begraafplaatsen is nog tot vandaag de dag merkbaar. Vandaar dat er nog niet veel onderzoek naar ons verleden is gedaan plus de vieze nasmaak die de tweede wereldoorlog heeft nagelaten omtrent afstamming en Germanen.

        In Nederland lijken we in het algemeen maar vooral in het onderwijs erg naïef, lacherig, onprofessioneel en afwijzend tegenover ons verre verleden te staan. Wie voelt zich in het huidige Nederland nog als echte afstammeling van deze voorvaderen? Ook moesten het Noorden en Oosten “ontwikkeld” worden daarbij paste geen historische trots. Geschiedenis is politiek en tast ook nog eens religieuze belangen aan.

        De ontdekkers van het TRB grafveld in Dalfsen(2015) moeten geld bijeen schrapen in het buitenland om onze cultuurgeschiedenis te kunnen redden. Niet veel mensen hebben meegekregen dat er tegelijkertijd ook een belangrijke Saksische graf gevonden is van een edelman met veel gouden voorwerpen. En onze overheid doet niets, alhoewel ze kopen een paar dure Rembrandts in Frankrijk dat is blijkbaar een duurzamere investering dan een opgraving.

        Maar goed, ik dwaal af van het onderwerp. De Indo-Europeanen hebben de grafheuvel cultuur hier geïntroduceerd althans dat is de theorie, dit is verwarrend omdat grafheuvels al duizend jaren voordat deze cultuur arriveerde in gebruik waren. Of arriveerde de Indo-Europese cultuur eerder dan gedacht? Dit is een punt dat nog goed uitgezocht moet worden.

        Als u meer wilt weten over de grafheuvels rondom u, begin dan met de Indo-Europese studies. De Indo-Europese cultuur is in onze geschiedenis een soort leidraad een bindende factor waarop steeds religieuze, culturele en taal variaties zijn ontstaan, één daarvan is de Germaanse cultuur. Onze cultuur is rijker en veel omvattender dan we op school hebben geleerd en verbindt ons met mensen tot helemaal in West-China. Vandaar dat de etymologie van o.a. Taaldacht ons veel informatie kan geven om door al deze fases heen te prikken terug naar de oerbronnen.

    3. Johannes,

      bij de naam ‘Anneke’ moet ik automatisch denken aan AN. De Drenthse godin An… die we ook kennen als InAnna, als Ishtar en Isis (Ast, Astarte en Astoret). Zij wordt ook wel Spin-An genoemd (spiderwoman – in Afrika bekend als Anansi). Drenthse AN is een godin, geen mens maar een Nefilim/Elohim (Anunnaki) en zij vluchtte met haar zwager Mardoek naar Drenthe. Ze werden verdreven uit Babylonie (en Babel) en uit Akkadie (Agade) en streken neer in het maagdelijke noordwesten van Europa en bouwden op het Drenths plateau een vlieghaven (een E.DIN of een E.DEN en elk ‘eden’ was afgesloten van de buitenwereld en geheel zelfvoorzienend. Vandaar dat elk ‘eden’ een hof had: tuinen en gaarden, akkers en weiden… om te voorzien in eigen onderhoud). Apin-An wordt in Drenthe ‘spinwieffie’ genoemd en wij kennen haar en haar zwager Mardoek ook als Ellert en Brammert. In Drenthe was vliegverkeer binnen de driehoek Groningen – Emmen – Havelte. Het is een ‘archimedische’ driehoek en Assen, ten zuiden van Groningen, was het vluchtleidingscentrum. Groningen, toen Grün/groen/vegetatie, was deel van de hof. Oude Groningers noemden hun stad ook wel de ‘tuunen’ en in die regio wonen mensen met achternamen als Eden, Edens, van Eden enz… Toeval?! Lijkt me niet. Brammert heeft uiteraard alles met Brandaan/Brandaris/Brahma en dus met vuur, met raketten en vliegtuigen. Van Groningen tot voorbij Emmen ligt de Hondsrug (verwijst naarde Hondster Sirius) en bijna in het verlengde ligt De Lutte waar de Hellehond (kardoeshond of anoebishond actief is). Is het toevallig dat er Egyptische invloeden zijn in Drenthe?! Neen want de godheid Mardoek is namelijk de zelfde als de Egyptische Ra en zijn schoonzus An is de zelfde als Isis>

      Groet Evert Jan

  11. Misschien wel interessant om te melden is dat mijn vader enkele jaren geleden een zilveren denarius heeft gevonden aan de voet van de tankenberg! En jawel, van keizer Tiberius ( 14 – 37 nc)

      1. Kiekt es an heer Engbers! Dank je voor de info, ik moest eerlijk zeggen ik na lezen van dit bericht toch wel even moest glimlachen. Weet je of daar ook meer is gevonden?

  12. Ik heb eens iemand horen zeggen dat er eerder Romeins is gevonden maar ik denk dat hij doelde op deze vondst.
    Deze munt moet mijns inziens omhoog zijn gehaald bij wegwerkzaamheden of door het graven van funderingen van een woning die daar zeer nabij gestaan schijnt te hebben.
    Er zou best meer kunnen liggen uit die periode maar aangezien het buitengebied is zal het wel een meter diep kunnen liggen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.