Nibelungenlied – een bespreking

Wee uw vrije uren in dit najaar, want het Nibelungenlied is opnieuw vertaald; ditmaal door Jaap van Vredendaal, die eerder voor zijn rekening nam de Heliand, het vermaarde Oudsaksische heldendicht over Jezus.

Het Nibelungenlied, voor wie zich nu achter de oren krabt, is een Duits heldendicht dat rond het jaar 1200 door een onbekende is opgeschreven in het Middelhoogduits, de voorloper van het hedendaags Hoogduits. Het bijna tienduizend regels tellende rijmwerk wordt gezien als een van de pronkstukken van het Duitse erfgoed; het is een zeer voornaam voorbeeld van de christelijk ingegeven hoofse letterkunde van de middeleeuwen. Doch evenwel is het een nagalm van de Germaans-heidense houding van genadeloze en volstrekte wraak binnen een reeks van lotswendingen die leiden tot de doem van menig ziel. Het Nibelungenlied eindigt niet met “en zij leefden nog lang en gelukkig.”

Verhaal
Vertelt het verhaal van Kriemhilde, wier drie broers Gunther, Gernoot en Giselher heersen over de Bourgonden. Naar haar hand dingt de held Siegfried, gekomen uit Nederland, hier de naam van de streek rond de Neder-Rijn. Gunther, voornaamste van de drie vorsten, zegt Siegfried zijn hulp toe in het verwerven van Kriemhilde, mits Siegfried hem met list helpt de hand te winnen van Brunhilde, de welbewapende koningin van IJsland. Siegfried stemt in. Wat volgt is een aaneenschakeling van noodlottige daden en wederdaden die in de meeste beschrijvingen van dit verhaal jammer genoeg worden verklapt.

Doch het zij bekend dat Siegfried voor zijn komst naar het hof van de Bourgonden te Worms eigenhandig de Nibelungen had verslagen, een volk onder leiding van de broeders Nibelung en Schilbung, en hen zo een reusachtige schat afhandig had gemaakt, en dat hij een draak had geveld in wiens bloed hij naderhand had gebaad. Hij had ook de dwerg Alberik beroofd van de tarnkappe, een mantel die de drager onzichtbaar maakt, en Alberik zelf aangewezen als bewaarder van zijn ‘Nibelungen-schat’.

Achtergrond
In wezen is het Nibelungenlied dan ook een vervlechting van twee verschillende, zeer oude verhalen. Enerzijds is er dat van de tochten en zeges van Siegfried, een figuur uit een Germaanse legende die op zijn minst enkele eeuwen oud was eer wij haar hier terugvinden. Anderzijds is er dat van het lot van de Bourgonden van het Rijnland, die in de vijfde eeuw na Christus een vreselijke nederlaag leden tegen de Hunnen. De Bourgondische koning van toen, Gundahari, is zonder de twijfel de oorspronkelijke Gunther. En de Hunnen komen evenwel voor in het Nibelungenlied, zij het in een andere hoedanigheid; hun beruchte koning Attila heet hier Etzel en speelt een sleutelrol.

Vertaling
Zoals gezegd vertaalde Van Vredendaal eerder de Heliand; hij behield daar naar het leek moeiteloos de oorspronkelijke Germaanse rijmvorm, het stafrijm, en toonde dat onze taal en het stafrijm nog steeds als twee vleugels van één vogel zijn. Het vier eeuwen jongere Nibelungenlied is destijds echter opgesteld in het voor de meeste mensen bekendere eindrijm. Het Nederlands en het eindrijm blijven echter ongemakkelijke deelgenoten. Ter verluchting strofe 129 uit Van Vredendaals vertaling van het Nibelungenlied:

Telkens als de ridders zo de tijd passeerden
en met hun hoofse spel de vrouwen imponeerden,
zag men niemand liever dan de held uit Nederland.
Hij had zijn hart en zinnen aan de hoofse minne verpand.

Hoewel in de eerste twee verzen rijm en klemtoon samengaan (passéérden en imponéérden), loopt het spaak in de andere twee regels, zoals rijm en klemtoon uiteenlopen (Néderland en verpánd). Zulks komt de lezer op iedere bladzijde tegen. Dit is stellig niet Van Vredendaals dwaling, want zo is het nu eenmaal ook in het oorspronkelijke gedicht. Het kan ook niet een eerlijke uitdaging voor Van Vredendaal zijn om voor sluitend eindrijm te zorgen, want eindrijm is nu eenmaal niet de meest geschikte rijmvorm voor enige Germaanse taal, waar de klemtoon van erfwoorden immer op de eerste lettergreep dan wel de stam rust.

Niettemin is Van Vredendaals vertaling een vlotte en doordachte, die gelukkig weinig vervalt in te hedendaags taalgebruik. Dat sommige regels stafrijm bevatten is tot grotere vreugde menig lezer, doch het is moeilijk te zeggen of dit met opzet is. Zulks zou men in elk geval wel verwachten van de man die zesduizend regels van de Heliand in stafrijm heeft vertaald. Het is ook opvallend dat hier net als in zijn andere vertaling het aantal leenwoorden sterk beperkt is. Dat versterkt het begrip dat men met een verhaal uit een ver verleden van doen heeft. Doch zijn keuze om het reeds genoemde woord tarnkappe te vertalen als toverkap zal niet bij iedereen in goede aarde vallen; het doet wellicht wat knullig aan in deze tijden van Kabouter Plop en dergelijken. Het lid tarn­-, van Oudgermaans *darn-, beduidt ook eigenlijk verhulling en vermomming en niet zozeer tovenarij, iets wat Van Vredendaal ongetwijfeld weet. Wat was er op tegen geweest om voor tarnkappe diens letterlijke Nederlandse nevenvorm te gebruiken: daarnkap? Geheimzinnige voorwerpen mogen geheimzinnige namen dragen – desnoods met toelichting in een voetnoot. En anders zou wellicht een vertaling als hulmantel nog te verkiezen zijn.

Toelichting
Net als bij zijn vertaling van de Heliand geeft Van Vredendaal een welkome en doorwrochte inleiding waarin hij de meeste vragen over het hoe, wat en waarom van het werk beantwoordt. Zoals verwacht bespreekt hij de verhouding van dit Middelhoogduitse verhaal tot diens verwant in de Oudijslandse letterkunde, waar Kriemhilde, Siegfried, Brunhilde en Gunther onderscheidenlijk Guðrún, Sigurðr, Brynhildr en Gunnarr heten. De moeite waard is ook de bespreking van de geschiedkundige en mythologische achtergrond van (de gebeurtenissen in) het verhaal, achterin het boek. Beknopter is het een en ander overigens al te lezen op de bladzijden die Van Vredendaal op zijn eigen webstee aan het Nibelungenlied heeft gewijd. Wie wil kan daar ook een samenvatting van het verhaal lezen, al is het uiteraard niet aan te raden voor mensen die het verhaal nog niet kennen.

Een kleine teleurstelling is wel dat een duiding van de naam Nibelung niet echt aan de orde komt. Van Vredendaal schrijft dat vanaf de achtste eeuw Frankische edelen de naam Nibelung dragen, maar behandelt de eigenlijke etymologie met een enkele zin: “De verklaring dat de naam zou zijn afgeleid van ‘Nebel’, ‘nevel’, ‘mist’, is omstreden.” Inderdaad, veeleer lijkt het lid nibel- afkomstig van Oudgermaans *nihwela- ‘diep gelegen, laag gelegen’, ook te vinden als Middelnederlands niel ‘voorover geworpen, op de grond geworpen’ (vanwaar Nederlands vernielen) en in Oudnoords Niflheim ‘onderwereld, hel’ en Niflhel ‘laagste deel van de onderwereld, diepste hel’. Betekent Nibelung dan letterlijk ‘neder-lander’? Siegfried komt immers uit ‘Nederland’. Of is de naam van mythische aard en is hij oorspronkelijk van een bewoner van de wereld onder de grond, zoals een dwerg? Schatten en dwergen zijn immers onlosmakelijk verbonden.

Uitvoering
Het boek is uitgegeven door Boom en is in zetting, opbouw en omslagontwerp gelijk aan Van Vredendaals vertaling van de Heliand, destijds uitgegeven door SUN. Dat is geen verrassing, want SUN is inmiddels onderdeel van Boom. Net als bij de Heliand heeft dit boek geen oorspronkelijke tekst naast de vertaling. Dat is jammer voor de echte taalliefhebbers, maar heel begrijpelijk, daar het boek zo al dik genoeg is. Het enige verschil in uitvoering tussen de twee vertalingen is dat dit nieuwe boek een zachte (doch niet geplastificeerde) kaft heeft, terwijl het andere een harde kaft had. Verder is het boek voorzien van schitterende verluchtingen uit de oorspronkelijke handschriften, in kleur.

Tot besluit
Deze zorgvuldige en welgevormde vertaling van het Nibelungenlied door Jaap van Vredendaal is een aanwinst voor de boekenkast van iedereen met de minste belangstelling voor de geschiedenis van deze streken. Want al is het verhaal in Middelhoogduits opgeschreven, het reikt terug naar een tijd en cultuur waar ook onze eigen voorouders deel aan hadden.

2 gedachtes over “Nibelungenlied – een bespreking

  1. Pingback: Adel | Taaldacht

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.