De echte Zwarte Piet

Als er iets mis is met Zwarte Piet, dan is het wel dat hij een olijke en onbedreigende verschijning is geworden. Het opvoedkundige opzicht van het Sinterklaasfeest dreigt geheel vergeten te worden. Tegenwoordig is het minder de vraag of kinderen zich hebben gedragen en meer wat ze allemaal te snoepen en uit te pakken zullen krijgen. De echte Zwarte Piet is een enge en geheimzinnige geest uit oeroude tijden, met de taak om jong en oud tot goed gedrag te verschrikken. Het zou een grote vergissing zijn om hem te veranderen in een Kleurenpiet of Roetpiet of iets anders knulligs.

Makkers staakt uw wild geraas
Om het wezen van Zwarte Piet te begrijpen moeten we kijken naar de Wilde Jacht: een indrukwekkende mythologische voorstelling die uit voorchristelijke tijden stamt en van oudsher in heel de Germaanse wereld voorkwam. Gedurende de lange nachten van Jiel, oftewel de Midwintertijd, baant een heerschare van luidruchtige doden, zwart als de nacht, zich met rossen en honden een weg door land en lucht, de levenden schrik aanjagend als bewakers van de zeden.

Hun aanvoerder is Woedan, de heer van geestdrift, dichtkunst, wijsheid en de wind. Hij heeft een lange, witgrijze baard onder een spitse hoed of kap en is gehuld in een hakel, oftewel een lange mantel. In zijn ene hand heeft hij een houten staf of speer, in zijn andere de teugels van de schimmel waar hij op rijdt. Hij mist één oog en heet daarom met een oud woord ook wel Heeg. Op andere dagen van het jaar reist hij vermomd rond en stuurt hij zijn zwarte raven erop uit. Zo neemt hij alom kennis.

De Wilde Jacht heet in Zweden Odens jakt ‘Woedans jacht’, in Noorwegen Oskorei en Jolerei, in Engeland Wild Hunt, in Duitsland Wilde Jagd en Wildes Heer, in Zwitserland Wüetisheer, enzovoort. Een van de vroegst overgeleverde benamingen stamt uit de 14e eeuw: Middelhoogduits Wuotanes her ‘Woedans heer’. In Nederland heet de Wilde Jacht ook wel het Wilde Heer. Men verwarre dit heer ‘leger’, zoals ook in heerschare en hereweg, overigens niet met het onverwante heer ‘voornaam man’.

Opvoering
Woedan, wiens naam in verkorte vorm nog schuilt in woensdag, werd in het oude heidendom gezien als een van de voornaamste goden. In de verbeelding van de Germanen verdrong hij uiteindelijk zelfs Tuw, de eigenlijke Oppergod. Woedans toegewijden wrochten zich in een toestand van geestelijke vervoering, in het bijzonder op het slagveld, waar zij als bezetenen en met wild geraas en ogenschijnlijk bovenmenselijke krachten de vijand bestookten.

De Romeinse geschiedschrijver Tacitus meldt in de eerste eeuw na Christus dat één Germaanse stam in het bijzonder, de Harii, de gewoonte had om duistere nachten uit te kiezen voor hun gevechten, en met hun zwarte schilden en zwart geverfde lijven op een dodenleger leek. Harii is een latinisering van Oudgermaans *Harjōz ‘krijgers’, het meervoud van *harjaz, de voorloper van het bovengenoemde woord heer ‘leger’.

Het waren oorspronkelijk de aan Woedan toegewijde mannenbonden –krijgersgilden– die ieder jaar in de lange nachten omtrent Midwinter zijn dodenleger van de Wilde Jacht uitbeeldden, door zich in donkere vermommingen te hullen en luidruchtig en baldadig rond te gaan in hun gemeenschappen. Bij ieder huis dwongen zij ontzag af, soms porrende met de staven en roeden die zij bij zich droegen. De kunst was bovendien om niet herkend te worden. Het doel was het bewaken van de zeden van het volk. Want wie dat jaar stout was geweest kon nu op straf rekenen.

Overal in de Germaanse wereld, van Ameland tot Zwitserland, bestaan nog sporen van dit aloude winterse gebruik van mannen om zich voor te doen als de doden, al is de oorsprong allang vergeten en verschillen de bijzonderheden en vermommingen nu voor iedere streek. De oorspronkelijke gedaante van de volgeling is evenwel de zwarte, niet-Afrikaanse, getuige onder andere de Schmutzli in Zwitserland, Knecht Ruprecht in Noord- en Midden-Duitsland en de Houseker in Luxemburg. Meestal wordt hij nu geleid door Sint Nicolaas in zijn streekgebonden hoedanigheid.

Kerstening
Sint Nicolaas was in de vierde eeuw de bisschop van Myra, een oord in het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk, in wat sinds enkele eeuwen Turks en islamitisch gebied is. Zijn verering werd in de Middeleeuwen in Europa verspreid, waarschijnlijk door de Normandiërs. In de inmiddels gekerstende Germaanse streken versmolt zijn voorstelling geleidelijk met die van Woedan en de Wilde Jacht. Ook het Kinderfeest van de Middeleeuwen, waarin de jeugd het één avond voor het zeggen kreeg, werd erbij betrokken.

Hoewel Sinterklaas zoals we hem nu kennen de ‘voortzetting’ is van Sint Nicolaas heeft hij ook veel weg van Woedan, die zoals gezegd vanouds wordt voorgesteld als zeer wijs, met witgrijze baard, gehuld in een mantel met kap of hoed, een staf of speer in de hand en rijdend op een schimmel. Dat Sinterklaas ook over de daken rijdt is gezien het oude beeld van de Wilde Jacht door land en lucht niet verwonderlijk. Dat Sinterklaas gedichten schrijft is gezien het oude beeld van Woedan als heer der dichtkunst evenmin verwonderlijk. En dat Sinterklaas letters van chocolade uitdeelt doet verdraaid veel denken aan het oude Germaanse geloof dat Woedan de mensen het schrift der ruinstaven gaf, de Germaanse leestekens die behoorlijk anders zijn dan het Latijnse of Griekse schrift.

Bozen geesten en Moren
De doden die Woedan vanouds vergezelden werden in de loop der eeuwen als gedoemde zielen gezien en voorts als boze geesten. Zo onstond de eigenaardige toestand dat Woedans ‘opvolger’ Sinterklaas zich omringd wist door boze geesten. En zo werd het gevolg getrokken dat hij hen geknecht had. Daarbij kwam dat de duivel en zijn handlangers vanouds evenzeer als duister en zwart werden voorgesteld. Zwarte Piet is dan ook eigenlijk een van de vele benamingen voor boze geesten en de duivel in het bijzonder.

In de laatste eeuwen werd in de Lage Landen een meer wereldse duiding gezocht voor het merkwaardige gegeven dat de goedheiligman een zwart gevolg had. Aangezien iedereen wist dat hij uit het Zuiden kwam lag het voor de hand te denken dat zijn helpers Moren uit Afrika waren. De tegenwoordige verschijning van Zwarte Piet is dus niet een uitdrukking van de gedachte dat blanken meerwaardig zijn, maar het vanzelfsprekende gevolg van vergetelheid en herduiding. Hier hebben vele deskundigen al op gewezen, waaronder twee jaar geleden nog kort maar krachtig Marcel Bas in zijn boekje Zwarte Piet.

De ware Zwarte Piet kere weder
Zijn huidige gedaante als een Moorse knecht in een opzichtig, zestiende eeuws pagepakje is betrekkelijk laat ontstaan en zijn rol als guitige snoepstrooier is al helemaal een jonge ontwikkeling. De echte Zwarte Piet is wel degelijk pikzwart en hoort kinderen en hun ouders de stuipen op het lijf te jagen. Dus als zijn verschijning moet veranderen, laat hem dan weer zijn oude krijgen, als schim des doden in het gevolg van de Gezwinde Grijsaard. Het zou niet griezeliger zijn voor de tere kinderzielen dan bijvoorbeeld de verhalen van J.R.R. Tolkien, J.K. Rowling en Roald Dahl. Het zou een spannender en zinvoller gebruik zijn.

Wie het ermee eens is zegge het voort!

Wijziging
Volgens een eerdere uitgave van dit stuk zijn de kleren van Zwarte Piet zeventiende eeuws. Ze zijn echter zestiende eeuws.
Verwijzingen

Bas, M., Zwarte Piet (Soesterberg, 2013)

INL, Middelnederlandsch Woordenboek (webuitgave)

INL, Woordenboek der Nederlandsche Taal (webuitgave)

Janssen, L., Nicolaas, de duivel en de doden (Baarn, 1993)

Kroonen, G., Etymological Dictionary of Proto-Germanic (Leiden, 2013)

Simek, R., Lexikon der germanischen Mythologie, 3. Auflage (Stuttgart, 2006)

74 gedachtes over “De echte Zwarte Piet

  1. grote dank daarvoor… het oerverhaal moet verteld worden! De mens is een prachtig schepsel als we kijken naar Jesse Owens en Sven Kramer of naar euh… Marilyn Monroe en zelfs de Tokkies en de Flodders. De mens is een gemanipuleerde aap, een tot een werknemer opgewaardeerde primitieve ‘aardebewoner’ die slechts diende als een slaaf. Een schepsel van deze planeet en opgewaardeerd door genetische experimenten tot een hulpzaam en dienstbaar wezen om de ‘goden’, de anunnaki/nefilim/elohim te dienen. Een simpel wezen met de kwaliteiten van een ‘god’. Daarom moest de ‘godheid’ Enki de mens terug brengen naar een simpel schepsel; door hem zijn zicht te ontnemen! De ‘anunnaki’ ontnamen de mens hun zicht (derde oog) en dat was het verbod op de ‘Boom der Kennis’. We mochten alles ondernemen, weten en ervaren maar nadat we al ‘gegeten’ hadden van de Boom des Levens (ons konden voortplanten dankzij die zelfde Enki…) was een volgende stap een stap te veel. De Raad van Anunnaki besliste dat de ‘mense’ moest worden teruggebracht tot een ‘onwetend’ en onbewust wezen. Tot op de dag van vandaag… want nu ontwaakt de mens! En de mens is nieuwsgierig en wil streven naar de sterren; de plaats waar de goden vandaan komen notabene…

    Groet Evert Jan

  2. De van oorsprong angstzaaiende Zwarte Pieten hebben naar mijn indruk in de Griekse cultuur hun tegenhanger in de Kalikantzaroi, een soort aardmannetjes met een duivelstaart die in de 12-daagse periode vanaf Kerst tot Epifanie (6 januari) uit het binnenste van de aarde tevoorschijn komen en door de schoorsteen (!) de huizen binnenkomen. Ze richten vooral kattekwaad aan door de melk zuur te maken en het vuur in de haard te doven.

    Volgens de website Parakaló is het volksverhaal van de kalikantzaroi waarschijnlijk ontstaan uit een combinatie van een mythe uit de oudheid en een traditie uit de Byzantijnse periode. De Oude Grieken geloofden dat zielen uit het dodenrijk via openstaande deuren in de wereld van de levenden konden komen.

    In de Byzantijnse tijd werden de twaalf dagen van Kerstmis gevierd met liedjes en vermommingen. Verklede mensen vielen voorbijgangers op straat lastig en gingen ongenodigd huizen binnen om de bewoners te pesten door voortdurend om snoep en worst te vragen. De huiseigenaren sloten alle ramen en deuren, maar de gemaskerde pestkoppen vonden steeds weer een manier om binnen te komen – bijvoorbeeld door de schoorsteen.

    1. Bedankt voor deze bijdrage. Met deze verschijning was ik nog niet bekend, al komt de strekking inderdaad bekend voor.

      Wel weet ik dat verder naar het oosten, in Iran, het Perzische nieuwjaarsfeest Nowruz gepaard gaat met Hajji Firuz: een zingende gedaante met zwart gezicht, felrode lippen en rode kleren. Deze traditie ligt ook onder vuur maar geniet de bescherming van de VN.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.