Deze klinker verdonkert telkens weer

Het Algemeen Nederlands heeft een oude lange /aː/ bewaard in woorden als daad en spraak, gelijk het Duits met Tat en Sprache. Maar in grote delen van de Germaanse wereld is die klinker richting een lange /oː/ verschoven, zij het in verschillende mate en spelling, van Brabants daod en spraok tot Zweeds dåd en språk. En het is niet de enige keer dat een zogenaamde verdonkering is gebeurd. Lees verder “Deze klinker verdonkert telkens weer”

Wat het Frans van de Franken heeft

Aan het begin van de middeleeuwen was bijna heel Gallië in handen van Germanen uit het Rijngebied: de Franken. In het noorden behielden zij hun eigen taal, de voorloper van het Nederlands en enkele Duitse streektalen. In het zuiden, waar zij minder talrijk waren, gingen zij over op het plaatselijke Latijn. Dat werd uiteindelijk het Frans, een taal die veel invloed op de onze zou hebben maar vanaf het begin ook veel woorden van de Franken en andere Germanen bevat: van kleurnamen als blanc, brun, fauve en gris tot beschrijvingen van het landschap als bois, falaise, haie en marais. Veel van deze zijn nu verzameld. Lees verder “Wat het Frans van de Franken heeft”

Het krieken van onze taal

De taalgoden zijn ons gunstig gezind, want het gloednieuwe boek The Dawn of Dutch van de vooraanstaande taalkundige Michiel de Vaan is door de uitgever kostenloos beschikbaar gemaakt voor uw harde schijf en leesgenoegen. De ontwikkeling van het Nederlands uit het Oudgermaans kent vele eigenaardigheden, mede door de Fries(achtig)e taal die oorspronkelijk aan de kust werd gesproken, naast de spraak van de Franken in de … Lees verder Het krieken van onze taal

Toen het Nederlands wat Noorser klonk dan nu

Of: het verlies van lange medeklinkers in de Lage Landen

Wie eens aandachtig naar het Noors (of Zweeds) luistert zal niet alleen merken hoe zangerig het kan klinken, maar ook dat het wemelt van de lange medeklinkers. Noorse spelling sluit in dat opzicht beter bij uitspraak aan dan Nederlandse spelling dat doet. In Nederlands vallen bijvoorbeeld wordt de /l/ kort uitgesproken. In Noors falle daarentegen wordt de /l/ ook echt lang aangehouden. Luister maar. Duizend jaar geleden kende de voorloper van het Nederlands nog wel zulke lange medeklinkers: Oudnederlands fallan werd ook echt uitgesproken als fal-lan.

Lees verder “Toen het Nederlands wat Noorser klonk dan nu”

Zijdigheden

Enkele jaren geleden had ik in een kroeg een redetwist met zuster en zwager. Onderwerp was het woord hamster. Ik meende zo uit het achterhoofd te weten dat dit onzijdig is, dus: het hamster. De een bestreed dit, de ander viel mij bij. Op het einde liep het uit de hand: glazen en stoelen gingen over en weer, tafels werden gekanteld en rode hoofden spraken vloeken uit. Of zo had het kunnen gaan. Wel heb ik na de bewuste avond mijn ongelijk erkend: het is de hamster, want vrouwelijk. Mogelijk dat woorden als konijn mij hadden behekst.

Lees verder “Zijdigheden”

Imerix

De bogen van Burnum

Hij is een van de eerste Nederlanders die wij bij naam en afbeelding kennen: Imerix zoon van Servofredus. Tot de Betuwen behoorde hij, de stam wiens uiterst vaardige ruiters lange tijd zonder meer de keur van het Romeinse leger vormden. In het vermaarde legerkamp Burnum, in wat nu Kroatië is, had hij omstreeks 100 na Christus zijn standplaats en zijn laatste rustplaats – daar is zijn grafsteen opgericht en weer gevonden. Hij is afgebeeld met de uitrusting die kenmerkend was voor Germaanse ruiters van zijn tijd: een speer en een langwerpig, zeshoekig schild.

Lees verder “Imerix”

Wodan? Woen!

De tere ziel van Taaldacht wordt al jaren geteisterd door de wijdverbreide wanuitspraak van een wisse godennaam. Bij dezen de hoop dat herhaling heil brengt: de naam hoort niet Wodan te luiden, maar Woen. Wij zijn niet de eersten die hierover beginnen. “Het wordt eindelijk eens tijd, dat men de schooljeugd dien naam goed leert uitspreken,” zei de Leidse taalkundige Lammert Allard te Winkel erover in 1865. En ook heden zeggen de goede mensen van het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands: “De inheemse vorm is Oudnederlands wuodan (geschreven uuoden [791-800; CG II-1, 26]) en had in het Middelnederlands klankwettig tot *woeden > *woen moeten leiden (als in boedel > boel).”

Lees verder “Wodan? Woen!”

Wolvenroem

Nog even en de wolf is na meer dan eeuw weer terug in het wild van Nederland, en dan waarschijnlijk eerst in Drenthe. Daar is onlangs vlak over de grens bij het Duitse Meppen een wilde wolf op beeld gezet. In Duitsland leven nu alweer jaren enkele roedels en ook in Nederland is volgens kenners ruimte voor meerdere roedels. Niet iedereen zal even blij zijn met het wederkeren van de wolf –hij is en blijft een roofdier en zijn verdwijning was immers naar de wens van velen– maar toen wij nog in de onmetelijke wouden van Midden-Aarde woonden was de wolf eerder geducht dan gehaat.

Lees verder “Wolvenroem”

Fledimella

Voor Salvia Fledimella –
Sextus Salvius (haar) meester
ter nagedachtenis

Zo staat gekorven in een van de oudste grafstenen van Nederland, opgericht in het begin van de eerste eeuw na Christus, gevonden in de Houtense Vlakte. Het is een bijzonder inschrift, niet enkel omdat het met Fledimella een van de vroegst overgeleverde Nederlandse namen bevat, maar ook vanwege het verhaal dat erachter schuilt.

Lees verder “Fledimella”